Home

Benelux-Overeenkomst betreffende de uitoefening van de advocatuur

Geldig vanaf 1 september 1971
Geldig vanaf 1 september 1971

Benelux-Overeenkomst betreffende de uitoefening van de advocatuur

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-09-1971]

Benelux-Overeenkomst betreffende de uitoefening van de advocatuur

Benelux-Overeenkomst betreffende de uitoefening van de advocatuur

Preambule

De Regeringen van de Beneluxlanden, die deze Overeenkomst hebben ondertekend,

Overwegende dat de voortdurend verdergaande economische integratie van de Beneluxlanden en de toeneming van de gemeenschappelijke rechtsregels het gewenst maken de uitoefening van de advocatuur en daarmede de rechtsbedeling te vergemakkelijken;

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1

1.

De advocaten die in een van de Overeenkomstsluitende Staten zijn ingeschreven, kunnen in burgerlijke zaken, strafzaken en administratieve zaken pleiten voor de rechtsprekende instanties van de andere Overeenkomstsluitende Staat, mits zij worden bijgestaan door een advocaat die gerechtigd is te pleiten ter plaatse waar zij aldus werkzaam zijn, en wel met dezelfde voorrechten en dezelfde verplichtingen als de advocaat die hen bijstaat.

2.

Het recht om te pleiten omvat het recht het dossier in te zien en het recht om de gedetineerde te bezoeken.

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Memorie van toelichting

Toelichting op de artikelen

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikelen 4 en 5

Artikelen 6. en volgende