In deze verordening worden voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven specifieke hygiënevoorschriften op het gebied van levensmiddelen van dierlijke oorsprong vastgesteld. Deze voorschriften zijn een aanvulling op Verordening (EG) nr. 852/2004. Zij hebben betrekking op onverwerkte en verwerkte producten van dierlijke oorsprong.
Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong
Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Werkingssfeer
Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, is deze verordening is niet van toepassing op levensmiddelen die zowel producten van plantaardige oorsprong als verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten. Verwerkte producten van dierlijke oorsprong die worden gebruikt bij de bereiding van dergelijke levensmiddelen moeten evenwel worden verkregen en gehanteerd overeenkomstig de voorschriften van deze verordening.
Deze verordening is niet van toepassing met betrekking tot:
-
de primaire productie voor particulier huishoudelijk gebruik;
-
de huishoudelijke bereiding, het hanteren of de opslag van levensmiddelen voor particulier huishoudelijk verbruik;
-
de rechtstreekse levering, door de producent, van kleine hoeveelheden primaire producten aan de eindverbruiker of de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert;
-
de rechtstreekse levering, door de producent, van kleine hoeveelheden vlees van op het landbouwbedrijf geslacht(e) pluimvee en lagomorfen aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die dergelijk vlees rechtstreeks aan de eindverbruiker levert;
-
jagers die kleine hoeveelheden vrij wild of vlees van vrij wild rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert.
De lidstaten stellen overeenkomstig het nationale recht regels vast inzake de in lid 3, onder c), d) en e), genoemde activiteiten en personen. Dergelijke nationale regels waarborgen de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.
-
Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, is deze verordening niet van toepassing op de detailhandel.
-
Deze verordening is wel van toepassing op de kleinhandel wanneer handelingen worden verricht met het oog op de levering van producten van dierlijke oorsprong aan andere detailhandelszaken, tenzij:
-
de handelingen uitsluitend bestaan in opslag of transport, in welk geval niettemin de specifieke temperatuurvoorschriften van bijlage III van toepassing zijn,
of
-
de producten van dierlijke oorsprong door de detailhandelszaak alleen aan andere detailhandelszaken worden geleverd, en die levering overeenkomstig het nationale recht een marginale, plaatselijke en beperkte activiteit is.
-
-
De lidstaten mogen nationale maatregelen treffen om de voorschriften van deze verordening toe te passen op de op hun grondgebied gelegen kleinhandelszaken waarop deze verordening op grond van punt a) of punt b) niet van toepassing zou zijn.
Deze verordening geldt onverminderd:
-
de relevante veterinairrechtelijke en volksgezondheidsvoorschriften, met inbegrip van stringentere voorschriften die zijn vastgesteld met het oog op preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën;
-
de vereisten inzake welzijn van dieren,
en
-
de vereisten inzake de identificatie van dieren en de traceerbaarheid van producten van dierlijke oorsprong.
Artikel 2 Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:
-
de definities in Verordening (EG) nr. 178/2002;
-
de definities in Verordening (EG) nr. 852/2004;
-
de definities in bijlage I,
en
-
alle in de bijlagen II en III opgenomen technische definities.
HOOFDSTUK II VERPLICHTINGEN VAN DE EXPLOITANTEN VAN LEVENSMIDDELENBEDRIJVEN
Artikel 3 Algemene verplichtingen
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III.
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven gebruiken geen andere stoffen dan drinkwater of, indien Verordening (EG) nr. 852/2004 of de onderhavige verordening het gebruik daarvan toestaat, schoon water om de buitenkant van producten van dierlijke oorsprong te reinigen, tenzij het gebruik van de betrokken stof door de Commissie is goedgekeurd. Daartoe is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 11 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven nemen tevens alle gebruiksvoorwaarden in acht die volgens dezelfde procedure worden vastgesteld. Het gebruik van een goedgekeurde stof doet niets af aan de plicht van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf om te voldoen aan de voorschriften van deze verordening.