Home

Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97

Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97

HOOFDSTUK I TOEPASSINGSGEBIED, DEFINITIES EN ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR HET VERVOER VAN DIEREN

Artikel 1 Toepassingsgebied

1.

Deze verordening is van toepassing op het vervoer van levende gewervelde dieren binnen de Gemeenschap, alsmede op de door ambtenaren te verrichten speciale controles op partijen dieren die het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen of verlaten.

2.

Alleen artikel 3 en artikel 27 zijn van toepassing op

  1. het vervoer van dieren dat veehouders met behulp van landbouwvoertuigen of hun toebehorende vervoermiddelen verrichten wanneer de geografische omstandigheden voor bepaalde diersoorten vervoer ten behoeve van seizoensgebonden verweiding vereisen;

  2. het vervoer waarbij veehouders hun eigen dieren in hun eigen vervoermiddelen over een afstand van ten hoogste 50 km van hun bedrijf verplaatsen.

3.

Deze verordening vormt geen beletsel voor strengere nationale maatregelen ter verbetering van het welzijn van dieren tijdens vervoer dat volledig op hun grondgebied verloopt of tijdens vervoer over zee dat vanaf hun grondgebied vertrekt.

4.

Deze verordening laat de veterinaire wetgeving van de Gemeenschap onverlet.

5.

Deze verordening is niet van toepassing op het vervoer van dieren dat geen verband houdt met een economische bedrijvigheid, en ook niet op het rechtstreekse vervoer van dieren van of naar diergeneeskundige praktijken en klinieken dat door de dierenarts is voorgeschreven.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

  1. „dieren”: levende gewervelde dieren;

  2. „verzamelcentra”: plaatsen zoals bedrijven, verzamelplaatsen en markten waar als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten of varkens van verschillende bedrijven samengebracht worden om een partij dieren te vormen;

  3. „verzorger”: een persoon die rechtstreeks verantwoordelijk is voor het welzijn van de dieren en deze bij het vervoer begeleidt;

  4. „grensinspectiepost”: een grenscontrolepost zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 38, van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad(1);

  5. „communautaire veterinaire wetgeving”: de in hoofdstuk I van bijlage A bij Richtlijn 90/425/EEG(2) opgesomde wetgeving en alle latere uitvoeringsbepalingen;

  6. „bevoegde autoriteit”: bevoegde autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 3, van Verordening (EU) 2017/625;

  7. „container”: een krat, box, houder of andere stijve constructie die voor het vervoer van dieren gebruikt wordt en geen vervoermiddel is;

  8. „controleposten”: controleposten zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1255/97;

  9. „plaats van uitgang”: plaats van uitgang zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 39, van Verordening (EU) 2017/625;

  10. „transport”: de gehele vervoersoperatie van de plaats van vertrek tot de plaats van bestemming, met inbegrip van het lossen, het stallen en het laden tijdens tussenstops;

  11. „houder”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, met uitzondering van de vervoerder, die permanent of tijdelijk voor dieren verantwoordelijk is of ermee omgaat;

  12. „veeschip”: een vaartuig dat gebruikt wordt of bedoeld is voor het vervoer van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten of varkens, met uitzondering van roroschepen en vaartuigen die dieren vervoeren in verplaatsbare containers;

  13. „lang transport”: een transport van meer dan 8 uur, gerekend vanaf het tijdstip waarop het eerste dier van de partij verplaatst wordt;

  14. „vervoermiddel”: een weg- of spoorvoertuig, vaartuig of luchtvaartuig dat wordt gebruikt voor het vervoer van dieren;

  15. „navigatiesystemen”: infrastructuren, gebruikmakend van satellieten, voor het aanbieden van wereldwijde, continue, nauwkeurige en gegarandeerde tijds- en positiebepalingsdiensten of een dienstverlenende technologie die voor de toepassing van deze verordening als gelijkwaardig wordt beschouwd;

  16. „officiële dierenarts”: officiële dierenarts zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 32, van Verordening (EU) 2017/625;

  17. „organisator”:

    1. een vervoerder die aan ten minste één andere vervoerder een deel van het transport heeft uitbesteed; of

    2. een natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan meer dan één vervoerder een transport in opdracht heeft gegeven; of

    3. de persoon die afdeling 1 van het journaal als opgenomen in bijlage II heeft ondertekend;

  18. „plaats van vertrek”: de plaats waar het dier voor het eerst in een vervoermiddel geladen wordt, op voorwaarde dat het daar ten minste gedurende 48 uur voor het vertrek gestald is geweest.

    Verzamelcentra die erkend zijn overeenkomstig de communautaire veterinaire wetgeving kunnen evenwel als plaats van vertrek beschouwd worden, indien

    1. de afstand tussen de eerste laadplaats en het verzamelcentrum minder dan 100 km bedraagt; of

    2. de dieren gedurende ten minste zes uur voor het vertrek uit het verzamelcentrum met voldoende strooisel en drinkwater, indien mogelijk niet aangebonden, gestald zijn geweest;

  19. „plaats van bestemming”: de plaats waar een dier uit een vervoermiddel geladen wordt en:

    1. gedurende ten minste 48 uur voor het vertrek gestald wordt; of

    2. geslacht wordt;

  20. „overlaadplaats”: elke halteplaats tijdens de reis die niet een plaats van bestemming is, met inbegrip van een plaats waar de dieren, na al dan niet gelost te zijn, op een ander vervoermiddel overgaan;

  21. „geregistreerde eenhoevigen”: eenhoevigen zoals bedoeld in Richtlijn 90/426/EEG(3);

  22. „roroschip”: een zeeschip met voorzieningen voor het op- en afrijden van weg- of railvoertuigen;

  23. „vervoer”: de verplaatsing van dieren met behulp van een of meer vervoermiddelen en de daarmee samenhangende activiteiten, zoals laden, lossen, overladen en rusten, tot aan het moment waarop alle dieren op de plaats van bestemming zijn uitgeladen;

  24. „vervoerder”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor eigen rekening of voor rekening van een derde dieren vervoert;

  25. „niet-afgerichte eenhoevigen”: eenhoevigen die niet kunnen worden aangebonden of aan een halster kunnen worden geleid zonder dat dit vermijdbare opwinding of pijn of vermijdbaar lijden veroorzaakt;

  26. „voertuig”: een vervoermiddel op wielen dat wordt aangedreven of voortgetrokken.

Artikel 3 Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren

Het is verboden dieren te vervoeren of te laten vervoeren op zodanige wijze dat het de dieren waarschijnlijk letsel of onnodig lijden berokkent.

Bovendien moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. vooraf zijn alle nodige voorzieningen getroffen om de duur van het transport tot een minimum te beperken en tijdens het transport in de behoeften van de dieren te voorzien;

  2. de dieren zijn geschikt voor het voorgenomen transport;

  3. het vervoermiddel is zodanig ontworpen en geconstrueerd, en wordt op zodanige wijze onderhouden en gebruikt dat de dieren letsel en lijden bespaard blijft en dat hun veiligheid is gegarandeerd;

  4. de laad- en losvoorzieningen zijn zodanig ontworpen en geconstrueerd, en worden op zodanige wijze onderhouden en gebruikt dat de dieren letsel en lijden bespaard blijft en dat hun veiligheid is gegarandeerd;

  5. het personeel dat met de dieren omgaat, heeft daarvoor de nodige opleiding of bekwaamheid, naar gelang van het geval, en voert zijn werkzaamheden uit zonder gebruikmaking van geweld of een methode die de dieren onnodig angstig maakt of onnodig letsel of leed toebrengt;

  6. het transport wordt zonder oponthoud tot de plaats van bestemming uitgevoerd, en de omstandigheden voor het welzijn van de dieren worden regelmatig gecontroleerd en naar behoren in stand gehouden;

  7. de dieren beschikken, gelet op hun grootte en op het voorgenomen transport, over voldoende vloeroppervlak en stahoogte;

  8. de dieren krijgen op gezette tijden water, voeder en rust, in kwaliteit en in kwantiteit afgestemd op hun soort en grootte.

HOOFDSTUK II ORGANISATOREN, VERVOERDERS, HOUDERS EN VERZAMELCENTRA

Artikel 4 Vervoersdocumenten

Artikel 5 Verplichtingen inzake de planning van het vervoer van dieren

Artikel 6 Vervoerders

Artikel 7 Voorafgaande inspectie en goedkeuring van het vervoermiddel

Artikel 8 Houders

Artikel 9 Verzamelcentra

HOOFDSTUK III TAKEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN

Artikel 10 Eisen inzake de vergunningen voor vervoerders

Artikel 11 Eisen inzake de vergunningen voor vervoerders voor lange transporten

Artikel 12 Beperking van het aantal aanvragen voor vergunningen

Artikel 13 Afgifte van vergunningen door de bevoegde autoriteit

Artikel 17 Opleiding en getuigschrift van vakbekwaamheid

Artikel 18 Certificaat van goedkeuring van het wegvervoermiddel

Artikel 19 Certificaat van goedkeuring van veeschepen

Artikel 20 Inspectie van veeschepen bij het laden en lossen

Artikel 22 Oponthoud tijdens het vervoer

HOOFDSTUK IV HANDHAVING EN INFORMATIE-UITWISSELING

Artikel 25 Sancties

Artikel 27 Controles en jaarverslagen van de bevoegde autoriteiten

Artikel 29 Gidsen voor goede praktijken

HOOFDSTUK V UITVOERINGSBEVOEGDHEDEN EN COMITOLOGIE

Artikel 30 Wijziging van de bijlagen en uitvoeringsvoorschriften

Artikel 31 Comitéprocedure

Artikel 32 Verslag

HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN

Artikel 33 Intrekkingsbepalingen

Artikel 34 Wijziging van Richtlijn 64/432/EEG

Artikel 35 Wijziging van Richtlijn 93/119/EEG

Artikel 36 Wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/97

Artikel 37 Inwerkingtreding en datum van toepassing

BIJLAGE ITECHNISCHE VOORSCHRIFTEN(als bedoeld in artikel 6, lid 3, artikel 8, lid 1, en artikel 9, lid 1, en lid 2, onder a))

BIJLAGE IIJOURNAAL(als bedoeld in artikel 5, lid 4, artikel 8, lid 2, artikel 14, lid 1, onder a) en c), en artikel 21, lid 2)

Aanhangsel

BIJLAGE IIIFORMULIERENals bedoeld in artikel 10, lid 2, artikel 11, lid 2, artikel 17, lid 2, en artikel 18, lid 2

BIJLAGE IVOPLEIDING

BIJLAGE VINTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN(bedoeld in artikel 21, lid 1, onder e))

BIJLAGE VIINTERNATIONALE NORMEN VOOR CONTAINERS, HOKKEN OF STANDEN VOOR HET LUCHTVERVOER VAN LEVENDE DIEREN(bedoeld in bijlage I, hoofdstuk II (punt 4.1))