Home

Verordening (EG) n r. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen

Verordening (EG) n r. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen

HOOFDSTUK I ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied

1.

Deze verordening harmoniseert de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten met betrekking tot voedings- en gezondheidsclaims, teneinde de goede werking van de interne markt te waarborgen en tevens een hoog niveau van consumentenbescherming te verwezenlijken.

2.

Deze verordening is van toepassing op voedings- en gezondheidsclaims die in commerciële mededelingen worden gedaan, hetzij in de etikettering en presentatie van levensmiddelen, hetzij in de daarvoor gemaakte reclame, indien het gaat om levensmiddelen die bestemd zijn om als zodanig aan de eindverbruiker te worden geleverd.

In het geval van niet-voorverpakte levensmiddelen (met inbegrip van verse producten zoals fruit, groenten of brood) die aan eindverbruikers of grootkeukens worden aangeboden en levensmiddelen die op verzoek van de koper op de plaats van verkoop worden verpakt, of die met het oog op onmiddellijke verkoop worden voorverpakt, zijn de bepalingen van artikel 7 en artikel 10, lid 2, onder a) en b), niet van toepassing. De nationale bepalingen kunnen blijven gelden totdat communautaire maatregelen die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, onder meer door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 25, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Deze verordening is ook van toepassing op levensmiddelen die zijn bestemd om aan restaurants, ziekenhuizen, scholen, kantines en soortgelijke instellingen te worden geleverd.

3.

Een handelsmerk, merknaam of fantasienaam die voorkomt in de etikettering of de presentatie van een levensmiddel of in de daarvoor gemaakte reclame en als een voedings- of een gezondheidsclaim kan worden uitgelegd, kan worden gebruikt zonder de in deze verordening vastgestelde vergunningsprocedures te ondergaan, op voorwaarde dat het merk of de naam in die etikettering, presentatie of reclame voorkomt in combinatie met een daarmee verband houdende voedings- of gezondheidsclaim die voldoet aan de bepalingen van deze verordening.

4.

Voor generieke omschrijvingen (benamingen) die traditioneel worden gebruikt om een eigenschap aan te geven van een categorie levensmiddelen of dranken die een effect kunnen hebben op de gezondheid, kan op verzoek van de betrokken exploitanten van levensmiddelenbedrijven tot een afwijking van lid 3, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beoogt te wijzigen door haar aan te vullen, worden besloten volgens de in artikel 25, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. Het verzoek moet worden ingediend bij de bevoegde nationale instantie van een lidstaat, die het onverwijld aan de Commissie doorstuurt. De Commissie bepaalt en publiceert de regels die vaststellen hoe exploitanten van levensmiddelenbedrijven een dergelijk verzoek kunnen indienen, om te waarborgen dat een verzoek transparant en binnen een redelijke termijn wordt behandeld.

5.

Deze verordening is van toepassing onverminderd de volgende communautaire bepalingen:

  1. Richtlijn 89/398/EEG en de aangenomen richtlijnen betreffende levensmiddelen voor specifieke voedingsdoeleinden;

  2. Richtlijn 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater(1);

  3. Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 inzake voor menselijke consumptie bestemd water(2);

  4. Richtlijn 2002/46/EG.

Artikel 2 Definities

1.

Voor de toepassing van deze verordening:

  1. gelden de definities van „levensmiddel”, „exploitant van een levensmiddelenbedrijf”, „in de handel brengen” en „eindverbruiker” van respectievelijk artikel 2 en artikel 3, punten 3, 8 en 18, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden(3);

  2. geldt de definitie van „voedingssupplement” van Richtlijn 2002/46/EG;

  3. gelden voor „voedingswaarde-etikettering”, „eiwitten”, „koolhydraten”, „suikers”, „vetstoffen”, „verzadigd vet”, „enkelvoudig onverzadigd vet”, „meervoudig onverzadigd vet” en „voedingsvezels” de definities van Richtlijn 90/496/EEG;

  4. geldt de definitie van „etikettering” van artikel 1, lid 3, onder a), van Richtlijn 2000/13/EG.

2.

Daarnaast zijn de volgende definities van toepassing:

  1. claim: elke boodschap of aanduiding die niet verplicht is op grond van de communautaire of nationale wetgeving, met inbegrip van illustraties, grafische voorstellingen of symbolen, ongeacht de vorm, waarmee gesteld, de indruk gewekt of geïmpliceerd wordt dat een levensmiddel bepaalde eigenschappen heeft;

  2. nutriënt: eiwitten, koolhydraten, vetten, voedingsvezels, natrium en de in de bijlage bij Richtlijn 90/496/EEG genoemde vitaminen en mineralen, alsmede stoffen die tot een van deze categorieën behoren of er een bestanddeel van zijn;

  3. andere stof: een stof die geen nutriënt is, maar wel een nutritioneel of fysiologisch effect heeft;

  4. voedingsclaim: een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat een levensmiddel bepaalde heilzame voedingseigenschappen heeft die zijn toe te schrijven aan:

    1. de energetische waarde (calorische waarde) die het

      1. levert,

      2. in verlaagde of verhoogde mate levert, of

      3. niet levert, en/of

    2. de nutriënten of andere stoffen die het

      1. bevat,

      2. in verlaagde of verhoogde hoeveelheid bevat, of

      3. niet bevat;

  5. gezondheidsclaim: een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat er een verband bestaat tussen een levensmiddelencategorie, een levensmiddel of een bestanddeel daarvan en de gezondheid;

  6. claim inzake ziekterisicobeperking: een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat de consumptie van een levensmiddelencategorie, een levensmiddel of een bestanddeel daarvan een risicofactor voor het ontstaan van een ziekte bij de mens in significante mate beperkt;

  7. Autoriteit: de bij Verordening (EG) nr. 178/2002 opgerichte Europese Autoriteit voor voedselveiligheid.

HOOFDSTUK II ALGEMENE BEGINSELEN

Artikel 3 Algemene beginselen voor alle claims

Voedings- en gezondheidsclaims mogen in de etikettering en presentatie van levensmiddelen die in de Gemeenschap in de handel worden gebracht en in de daarvoor gemaakte reclame uitsluitend worden gebruikt indien zij in overeenstemming zijn met deze verordening.

Onverminderd Richtlijn 2000/13/EG en Richtlijn 84/450/EEG mogen voedings- en gezondheidsclaims niet:

  1. onjuist, dubbelzinnig of misleidend zijn;

  2. leiden tot twijfels omtrent de veiligheid en/of de geschiktheid uit voedingsoogpunt van andere levensmiddelen;

  3. de excessieve consumptie van een levensmiddel stimuleren of vergoelijken;

  4. stellen, suggereren of impliceren dat een evenwichtige, gevarieerde voeding in het algemeen geen toereikende hoeveelheden nutriënten kan bieden. Afwijkingen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, kunnen worden vastgesteld voor nutriënten die niet in voldoende hoeveelheden voorkomen in een evenwichtige, gevarieerde voeding, ook wat betreft de voorwaarden voor het gebruik ervan volgens de in artikel 25, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing, en rekening houdend met de bijzondere omstandigheden in lidstaten;

  5. door middel van tekst of illustraties, grafische afbeeldingen of symbolen zinspelen op veranderingen in lichaamsfuncties die de consument vrees kunnen inboezemen of op diens vrees kunnen inspelen.

Artikel 4 Voorwaarden voor het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims

Artikel 5 Algemene voorwaarden

Artikel 6 Wetenschappelijke onderbouwing van claims

Artikel 7 Voedingswaarde-informatie

HOOFDSTUK III VOEDINGSCLAIMS

Artikel 8 Specifieke voorwaarden

Artikel 9 Vergelijkende claims

HOOFDSTUK IV GEZONDHEIDSCLAIMS

Artikel 10 Specifieke voorwaarden

Artikel 11 Nationale verenigingen van gezondheidswerkers, voedingsdeskundigen of diëtisten en liefdadigheidsinstellingen

Artikel 12 Beperkingen op het gebruik van gezondheidsclaims

Artikel 13 Gezondheidsclaims die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan

Artikel 14 Claims inzake ziekterisicobeperking en claims die verband houden met de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen

Artikel 15 Aanvragen van een vergunning

Artikel 16 Advies van de Autoriteit

Artikel 17 Communautaire vergunning

Artikel 18 In artikel 13, lid 5, genoemde gezondheidsclaims

Artikel 19 Wijziging, schorsing en intrekking van vergunningen

HOOFDSTUK V ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 20 Communautair repertorium

Artikel 21 Gegevensbescherming

Artikel 22 Nationale bepalingen

Artikel 23 Kennisgevingsprocedure

Artikel 24 Vrijwaringsmaatregelen

Artikel 25 Comitéprocedure

Artikel 26 Toezicht

Artikel 27 Evaluatie

Artikel 28 Overgangsmaatregelen

Artikel 29 Inwerkingtreding

BIJLAGEVoedingsclaims en voorwaarden daarvoor