Home

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in en op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in en op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

HOOFDSTUK I ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1 Toepassingsgebied

Deze verordening stelt voorschriften vast voor aroma’s en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen om de doeltreffende werking van de interne markt, maar ook een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, inclusief de bescherming van de belangen van de consument en eerlijke praktijken in de levensmiddelenhandel, rekening houdend, indien van toepassing, met de bescherming van het milieu.

Hiertoe is in deze verordening het volgende vastgesteld:

  1. een communautaire lijst van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde aroma’s en uitgangsmaterialen overeenkomstig bijlage I (hierna „de communautaire lijst” genoemd);

  2. de gebruiksvoorwaarden voor aroma’s en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen in levensmiddelen;

  3. voorschriften voor de etikettering van aroma’s.

Artikel 2 Werkingssfeer

1.

Deze verordening is van toepassing op:

  1. in of op levensmiddelen gebruikte of te gebruiken aroma’s, onverminderd de meer specifieke bepalingen van Verordening (EG) nr. 2065/2003;

  2. voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen;

  3. levensmiddelen die aroma’s en/of voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen bevatten;

  4. uitgangsmaterialen van aroma’s en/of uitgangsmaterialen van voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen.

2.

Deze verordening is niet van toepassing op:

  1. stoffen die uitsluitend een zoete, zure of zoute smaak hebben;

  2. onbewerkte levensmiddelen;

  3. niet-samengestelde levensmiddelen en mengsels zoals, maar niet uitsluitend van verse, gedroogde of diepgevroren specerijen en/of kruiden, theemengsel en mengsels voor aftreksels als dusdanig voor zover ze niet als voedselingrediënten worden gebruikt.

Artikel 3 Definities

1.

Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van de Verordeningen (EG) nr. 178/2002 en (EG) nr. 1829/2003.

2.

Voor de toepassing van deze verordening gelden voorts de volgende definities:

  1. „aroma's”: producten

    1. die niet bedoeld zijn om als zodanig geconsumeerd te worden en die aan levensmiddelen worden toegevoegd om hieraan geur en/of smaak te geven of die te wijzigen;

    2. die uit de volgende categorieën zijn vervaardigd of bestaan: aromastoffen, aromatiserende preparaten, via een thermisch procedé verkregen aroma’s, rookaroma’s, aromaprecursoren of overige aroma’s of mengsels daarvan;

  2. „aromastof”: een welomschreven chemische stof met aromatiserende eigenschappen;

  3. „natuurlijke aromastof”: een aromastof die door geschikte fysische dan wel enzymatische of microbiologische procedés is verkregen van een uitgangsmateriaal van plantaardige, dierlijke of microbiologische oorsprong, hetzij als zodanig, hetzij voor consumptie door de mens verwerkt door middel van een of meer van de in bijlage II genoemde traditionele levensmiddelenbereidingswijzen. Natuurlijke aromastoffen komen overeen met stoffen die van nature aanwezig zijn in de natuur en daar ook geïdentificeerd zijn;

  4. „aromatiserend preparaat”: een ander product dan een aromastof, verkregen van:

    1. levensmiddelen door geschikte fysische dan wel enzymatische of microbiologische procedés, hetzij als zodanig, hetzij voor consumptie door de mens verwerkt door middel van een of meer van de in bijlage II genoemde traditionele levensmiddelenbereidingswijzen;

      en/of

    2. andere uitgangsmaterialen van plantaardige, dierlijke of microbiologische oorsprong dan levensmiddelen, verkregen door geschikte fysische dan wel enzymatische of microbiologische procedés, en hetzij als zodanig gebruikt, hetzij bereid volgens een of meer van de in bijlage II genoemde traditionele levensmiddelenbereidingswijzen;

  5. „via een thermisch procedé verkregen aroma”: een product verkregen na een hittebehandeling van een mengsel van bestanddelen die niet noodzakelijkerwijs zelf aromatiserende eigenschappen bezitten en waarvan er ten minste één stikstof (aminogroepen) bevat en een ander een reducerende suiker is; de ingrediënten voor de productie van via een thermisch procedé verkregen aroma kunnen zijn:

    1. levensmiddelen;

      en/of

    2. andere uitgangsmaterialen dan levensmiddelen;

  6. „rookaroma”: een product, verkregen door fractionering en zuivering van gecondenseerde rook, waardoor primaire rookcondensaten, primaire teerfracties en/of afgeleide rookaroma’s als omschreven in artikel 3, punten 1, 2 en 4, van Verordening (EG) nr. 2065/2003 worden verkregen;

  7. „aromaprecursor”: een product dat niet noodzakelijkerwijs zelf aromatiserende eigenschappen bezit en dat opzettelijk aan levensmiddelen wordt toegevoegd met als enig doel om hieraan door ontleding of door een reactie met andere bestanddelen tijdens de productie ervan een aroma te geven; het kan worden verkregen van:

    1. levensmiddelen;

      en/of

    2. andere uitgangsmaterialen dan levensmiddelen;

  8. „overig aroma”: een aroma dat toegevoegd wordt of bestemd is om te worden toegevoegd aan levensmiddelen om hieraan geur en/of smaak te geven, en dat niet onder de definities onder b) tot en met g) valt;

  9. „voedselingrediënt met aromatiserende eigenschappen”: een ander voedselingrediënt dan aroma’s dat aan levensmiddelen kan worden toegevoegd met als voornaamste doel om er geur en/of smaak aan te geven of de geur en/of smaak ervan te wijzigen en dat er in aanzienlijke mate toe bijdraagt dat bepaalde van nature voorkomende ongewenste stoffen in levensmiddelen aanwezig zijn;

  10. „uitgangsmateriaal”: een product van plantaardige, dierlijke, microbiologische of minerale oorsprong waarvan aroma’s of voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen worden vervaardigd; het kan hierbij gaan om:

    1. levensmiddelen;

      of

    2. andere uitgangsmaterialen dan levensmiddelen;

  11. „geschikt fysisch procedé”: een fysisch procedé waarbij de chemische eigenschappen van de bestanddelen van het aroma niet opzettelijk worden veranderd, onverminderd de lijst van traditionele levensmiddelenbereidingswijzen van bijlage II, en waarbij onder meer geen singletzuurstof, ozon, anorganische katalysatoren, metaalkatalysatoren, organometaalreagentia en/of UV-straling worden gebruikt.

3.

Voor de toepassing van de definities in lid 2, onder d), e), g), en j), worden uitgangsmaterialen waarvan het gebruik voor de vervaardiging van aroma’s duidelijk is bewezen, als levensmiddelen in de zin van deze verordening beschouwd.

4.

Aroma’s kunnen bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 toegestane levensmiddelenadditieven en/of andere voedselingrediënten bevatten die om technische redenen worden toegevoegd.

HOOFDSTUK II VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN AROMA’S, VOEDSELINGREDIËNTEN MET AROMATISERENDE EIGENSCHAPPEN EN UITGANGSMATERIALEN

Artikel 4 Algemene voorwaarden voor het gebruik van aroma’s of voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen

Artikel 5 Verbod op aroma’s en/of levensmiddelen die niet aan de verordening voldoen

Artikel 6 Aanwezigheid van bepaalde stoffen

Artikel 7 Gebruik van bepaalde uitgangsmaterialen

Artikel 8 Aroma’s en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen die niet hoeven te worden geëvalueerd en goedgekeurd

HOOFDSTUK III COMMUNAUTAIRE LIJST VAN VOOR GEBRUIK IN LEVENSMIDDELEN GOEDGEKEURDE AROMA’S EN UITGANGSMATERIALEN

Artikel 9 Aroma’s en uitgangsmaterialen die moeten worden geëvalueerd en goedgekeurd

Artikel 10 Communautaire lijst van aroma’s en uitgangsmaterialen

Artikel 11 Opneming van aroma’s en uitgangsmaterialen in de communautaire lijst

Artikel 12 Aroma’s of uitgangsmaterialen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1829/2003 vallen

Artikel 13 Interpretatiebesluiten

HOOFDSTUK IV ETIKETTERING

Artikel 14 Etikettering van aroma's die niet bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker

Artikel 15 Algemene etiketteringsvoorschriften voor niet voor verkoop aan de eindverbruiker bestemde aroma’s

Artikel 16 Specifieke voorschriften ten aanzien van het gebruik van de term natuurlijk

Artikel 17 Etikettering van aroma's die bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker

Artikel 18 Overige etiketteringsvoorschriften

HOOFDSTUK V PROCEDURELE BEPALINGEN EN UITVOERING

Artikel 19 Rapportage door de exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Artikel 20 Toezicht van en rapportage door de lidstaten

Artikel 21 Comité

Artikel 22 Wijzigingen in de bijlagen II tot en met V

Artikel 23 Communautaire financiering van geharmoniseerd beleid

HOOFDSTUK VI OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Intrekkingen

Artikel 25 Opneming van de lijst van aromastoffen in de communautaire lijst van aroma’s en uitgangsmaterialen en overgangsregelingen

Artikel 28 Wijziging van Verordening (EG) nr. 110/2008

Artikel 30 Inwerkingtreding en vankrachtwording van het besluit

BIJLAGE I

BIJLAGE IILijst van traditionele levensmiddelenbereidingswijzen

BIJLAGE IIIAanwezigheid van bepaalde stoffen

BIJLAGE IVLijst van uitgangsmaterialen waaraan beperkingen zijn gesteld ten aanzien van het gebruik ervan bij de productie van aroma’s en voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen

BIJLAGE VProductievoorwaarden van via een thermisch procedé verkregen aroma’s en maximumgehalten aan ongewenste stoffen in via een thermisch procedé verkregen aroma’s