Home

Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied

1.

Deze verordening legt de basis voor de waarborging van een hoog niveau van consumentenbescherming ten aanzien van voedselinformatie, rekening houdend met de verschillen in de perceptie van de consumenten en hun informatiebehoeften, en zorgt daarbij ook voor het soepel functioneren van de interne markt.

2.

Deze verordening stelt de algemene beginselen, voorschriften en verantwoordelijkheden in verband met voedselinformatie, en met name voedseletikettering, vast. Zij stelt de middelen voor de waarborging van het recht van de consumenten op informatie en de procedures voor de verstrekking van voedselinformatie vast, rekening houdend met de noodzaak om voldoende flexibiliteit te bieden om te kunnen reageren op toekomstige ontwikkelingen en nieuwe informatievereisten.

3.

Deze verordening is van toepassing op exploitanten van levensmiddelenbedrijven in alle schakels van de voedselketen wier activiteiten de verstrekking van voedselinformatie aan de consumenten betreffen. Zij is van toepassing op alle voor de eindverbruiker bestemde levensmiddelen, inclusief door grote cateraars geleverde levensmiddelen, en op voor levering aan grote cateraars bestemde levensmiddelen.

Deze verordening is van toepassing op cateringdiensten die worden geleverd door transportbedrijven wanneer het vertrek plaatsvindt op het grondgebied van de lidstaten waarop de Verdragen van toepassing zijn.

4.

Deze verordening is van toepassing onverminderd de etiketteringsvoorschriften die zijn vastgesteld in specifieke bepalingen van de Unie voor bijzondere levensmiddelen.

Artikel 2 Definities

1.

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

  1. de definities van „levensmiddel”, „levensmiddelenwetgeving”, „levensmiddelenbedrijf”, „exploitant van een levensmiddelenbedrijf”, „detailhandel”, „in de handel brengen” en „eindverbruiker” in artikel 2 en in artikel 3, punten 1), 2), 3), 7), 8) en 18), van Verordening (EG) nr. 178/2002;

  2. de definities van „verwerking”, „onverwerkte producten” en „verwerkte producten” in artikel 2, lid 1), onder m), n) en o), van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne(1);

  3. de definitie van „voedingsenzym” in artikel 3, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen(2);

  4. de definitie van „levensmiddelenadditieven”, „technische hulpstoffen” en „draagstoffen” in artikel 3, lid 2, onder a) en b), en bijlage I, punt 5, van Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven(3);

  5. de definitie van „aroma's” in artikel 3, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen(4);

  6. de definities van „vlees”, „separatorvlees”, „vleesbereidingen”, „visserijproducten” en „vleesproducten” in de punten 1.1, 1.14, 1.15, 3.1 en 7.1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong(5);

  7. de definitie van „reclame” in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2006/114/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame(6);

  8. de definitie van „technisch vervaardigd nanomateriaal” zoals vastgesteld in artikel 3, lid 2, onder f), van Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad(7).

2.

De volgende definities zijn ook van toepassing:

a) „voedselinformatie” :
informatie over een levensmiddel, die ter beschikking van de eindverbruiker wordt gesteld door middel van een etiket, ander begeleidend materiaal of andere middelen, waaronder moderne technologie-instrumenten of mondelinge communicatie;
b) „voedselinformatiewetgeving” :
de bepalingen van de Unie over voedselinformatie, met name etikettering, waaronder voorschriften van algemene aard die van toepassing zijn op alle levensmiddelen in bijzondere omstandigheden of bepaalde categorieën van levensmiddelen en voorschriften die alleen op specifieke levensmiddelen van toepassing zijn;
c) „verplichte voedselinformatie” :
de gegevens die uit hoofde van bepalingen van de Unie aan de eindverbruiker moeten worden verstrekt;
d) „grote cateraars” :
bedrijven of instellingen (inclusief voertuigen en vaste of mobiele kramen), zoals restaurants, kantines, scholen, ziekenhuizen en cateringbedrijven waarin in het kader van een bedrijfsactiviteit voedsel wordt bereid dat klaar is voor consumptie door de eindverbruiker;
e) „voorverpakt levensmiddel” :
een verkoopeenheid die bestemd is om als zodanig aan de eindverbruiker en aan grote cateraars te worden aangeboden en bestaat uit een levensmiddel en het verpakkingsmateriaal waarin dit, alvorens ten verkoop te worden aangeboden, is verpakt, waarbij dit verpakkingsmateriaal het levensmiddel geheel of ten dele kan bedekken, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast; levensmiddelen die op de plaats van verkoop op verzoek van de consument of met het oog op de onmiddellijke verkoop worden voorverpakt vallen niet onder „voorverpakte levensmiddelen”;
f) „ingrediënt” :
elke stof of product, waaronder aroma's, levensmiddelenadditieven en voedingsenzymen, en elk bestanddeel van een samengesteld ingrediënt, die/dat bij de vervaardiging of de bereiding van een levensmiddel wordt gebruikt en nog in het eindproduct aanwezig is, zelfs in een veranderde vorm; residuen worden niet als ingrediënten beschouwd;
g) „plaats van herkomst” :
de plaats waarvan een levensmiddel volgens de aanduiding afkomstig is en die niet het „land van oorsprong” is, als bepaald overeenkomstig de artikelen 23 tot en met 26 van Verordening (EEG) nr. 2913/92; de naam, handelsnaam of het adres van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf die op het etiket staan, vormen geen aanwijzing van het land van oorsprong en de plaats van herkomst van het levensmiddel in de zin van deze verordening;
h) „samengesteld ingrediënt” :
een ingrediënt dat zelf uit meer dan één ingrediënt bestaat;
i) „etiket” :
label, merknaam, merkteken of afbeelding of ander beschrijvend materiaal, geschreven, gedrukt, gestencild, als merkteken aangebracht, in reliëf uitgevoerd of ingeperst op of bevestigd aan een levensmiddelenverpakking of -recipiënt;
j) „etikettering” :
de vermeldingen, aanwijzingen, fabrieks- of handelsmerken, afbeeldingen of tekens die betrekking hebben op een levensmiddel en voorkomen op een verpakkingsmiddel, document, schriftstuk, etiket, band of label, dat bij dit levensmiddel is gevoegd of daarop betrekking heeft;
k) „gezichtsveld” :
alle oppervlakken van een verpakking die uit één gezichtspunt kunnen worden gelezen;
l) „hoofdgezichtsveld” :
het gezichtsveld van een verpakking dat de consument bij aankoop hoogstwaarschijnlijk het eerst waarneemt en waarmee hij karakter of aard van een product en, indien van toepassing, de merknaam onmiddellijk kan identificeren. Indien een verpakking verschillende identieke gezichtsvelden heeft, kiest de exploitant van het levensmiddelenbedrijf het hoofdgezichtsveld;
m) „leesbaarheid” of „leesbaar” :
de verschijningsvorm van informatie, waarmee de informatie visueel toegankelijk wordt gemaakt voor het publiek, en die onder meer wordt bepaald door de grootte van het schrift, de afstand tussen de letters, de afstand tussen de regels, de lijndikte, de kleur, het lettertype, de verhouding tussen de letterbreedte en -hoogte, het oppervlak van het materiaal en het aanzienlijke contrast tussen het schrift en de achtergrond;
n) „wettelijke benaming” :
de benaming van een levensmiddel die wordt voorgeschreven in de bepalingen van de Unie die daarop van toepassing zijn of, bij ontstentenis van dergelijke bepalingen van de Unie, de benaming die is vastgesteld in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn in de lidstaat waar het levensmiddel aan de eindverbruiker of aan grote cateraars wordt verkocht;
o) „gebruikelijke benaming” :
een benaming die zonder dat verdere uitleg nodig is, als de benaming van het levensmiddel wordt geaccepteerd door de consumenten in de lidstaat waar het wordt verkocht;
p) „beschrijvende benaming” :
een benaming die een beschrijving van het levensmiddel en, zo nodig, van het gebruik daarvan geeft en die duidelijk genoeg is om de consumenten in staat te stellen de echte aard daarvan te kennen en het te onderscheiden van andere producten waarmee het zou kunnen worden verward;
q) „primair(e) ingrediënt(en)” :
het ingrediënt van een levensmiddel dat meer dan 50 % van dit levensmiddel uitmaakt of dat gewoonlijk door de consument met de benaming van het levensmiddel wordt geassocieerd en waarvoor in de meeste gevallen een kwantitatieve aanduiding vereist is;
r) „datum van minimale houdbaarheid van een levensmiddel” :
de datum tot waarop het levensmiddel zijn specifieke eigenschappen behoudt, mits het op passende wijze wordt bewaard;
s) „nutriënten” :
eiwitten, koolhydraten, vetten, voedingsvezels, natrium, vitaminen en mineralen, opgesomd in punt 1 van deel A van bijlage XIII bij deze verordening alsmede stoffen die tot een van deze categorieën behoren of bestanddeel zijn van een tot die categorieën behorende stof;
u) „techniek voor communicatie op afstand” :
ieder middel dat, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van leverancier en consument kan worden gebruikt voor de sluiting van de overeenkomst tussen deze partijen.
3.

Voor de toepassing van deze verordening verwijst het land van oorsprong van een levensmiddel naar de oorsprong van een levensmiddel als bepaald overeenkomstig de artikelen 23 tot en met 26 van Verordening (EEG) nr. 2913/92.

4.

De specifieke definities in bijlage I zijn ook van toepassing.

HOOFDSTUK II ALGEMENE BEGINSELEN INZAKE VOEDSELINFORMATIE

Artikel 3 Algemene doelstellingen

1.

Bij de verstrekking van voedselinformatie wordt gestreefd naar een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en de belangen van de consumenten door de eindverbruikers een basis te verschaffen voor het maken van goed doordachte keuzes en een veilig gebruik van levensmiddelen, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan gezondheids-, milieu-, economische, sociale en ethische aspecten.

2.

De voedselinformatiewetgeving beoogt de verwezenlijking in de Unie van het vrije verkeer van legaal geproduceerde en in de handel gebrachte levensmiddelen, zo nodig rekening houdend met de noodzaak om de rechtmatige belangen van de producenten te beschermen en de productie van kwaliteitsproducten te bevorderen.

3.

Wanneer de voedselinformatiewetgeving nieuwe voorschriften vaststelt, wordt na de inwerkingtreding van de nieuwe voorschriften een overgangsperiode ingesteld, behalve in naar behoren gemotiveerde gevallen. Tijdens dergelijke overgangsperiode mogen levensmiddelen die zijn voorzien van etiketten die niet aan de nieuwe voorschriften voldoen, in de handel worden gebracht, en voorraden van dergelijke levensmiddelen die vóór het einde van de overgangs-periode in de handel zijn gebracht, mogen verkocht blijven worden totdat zij zijn uitgeput.

4.

Bij de opstelling, beoordeling en herziening van de voedselinformatiewetgeving wordt het publiek, met inbegrip van de belanghebbenden, rechtstreeks of via representatieve organen op een openbare en transparante wijze geraadpleegd, behalve wanneer zulks om redenen van urgentie onmogelijk is.

Artikel 4 Beginselen van de verplichte voedselinformatie

Artikel 5 Raadpleging van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid

HOOFDSTUK III ALGEMENE VOORSCHRIFTEN INZAKE VOEDSELINFORMATIE EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE EXPLOITANTEN VAN LEVENSMIDDELENBEDRIJVEN

Artikel 6 Basisvoorschrift

Artikel 7 Eerlijke informatiepraktijken

Artikel 8 Verantwoordelijkheden

HOOFDSTUK IV VERPLICHTE VOEDSELINFORMATIE

AFDELING 1 Inhoud en presentatie

Artikel 9 Lijst van verplichte vermeldingen

Artikel 10 Bijkomende verplichte vermeldingen voor specifieke typen of categorieën levensmiddelen

Artikel 11 Maten en gewichten

Artikel 12 Beschikbaarheid van de verplichte voedselinformatie en plaats waar zij wordt aangebracht

Artikel 13 Presentatie van verplichte vermeldingen

Artikel 14 Verkoop op afstand

Artikel 15 Taalvoorschriften

Artikel 16 Weglating van verplichte vermeldingen

AFDELING 2 Gedetailleerde bepalingen inzake verplichte vermeldingen

Artikel 17 Benaming van het levensmiddel

Artikel 18 Lijst van ingrediënten

Artikel 19 Weglating van de lijst van ingrediënten

Artikel 20 Weglating van bestanddelen van een levensmiddel uit de lijst van ingrediënten

Artikel 21 Etikettering van bepaalde stoffen en producten die allergieën of intoleranties veroorzaken

Artikel 22 Kwantitatieve vermelding van de ingrediënten

Artikel 23 Nettohoeveelheid

Artikel 24 Datum van minimale houdbaarheid, uiterste consumptiedatum en datum van invriezing

Artikel 25 Bewaarvoorschriften of gebruiksvoorwaarden

Artikel 26 Land van oorsprong of plaats van herkomst

Artikel 27 Gebruiksaanwijzingen

Artikel 28 Alcoholgehalte

AFDELING 3 Voedingswaardevermelding

Artikel 29 Relatie met andere wetgeving

Artikel 30 Inhoud

Artikel 31 Berekening

Artikel 32 Uitdrukking in 100 g of 100 ml

Artikel 33 Uitdrukking per portie of consumptie-eenheid

Artikel 34 Presentatie

Artikel 35 Aanvullende vormen van uitdrukking en presentatie

HOOFDSTUK V VRIJWILLIGE VOEDSELINFORMATIE

Artikel 36 Van toepassing zijnde voorschriften

Artikel 37 Presentatie

HOOFDSTUK VI NATIONALE MAATREGELEN

Artikel 38 Nationale maatregelen

Artikel 39 Nationale maatregelen inzake bijkomende verplichte vermeldingen

Artikel 40 Melk- en melkproducten

Artikel 41 Alcoholhoudende dranken

Artikel 42 Uitdrukken van de nettohoeveelheid

Artikel 43 Vrijwillige vermelding van referentie-innames voor specifieke bevolkingsgroepen

Artikel 44 Nationale maatregelen voor niet-voorverpakte levensmiddelen

Artikel 45 Kennisgevingsprocedure

HOOFDSTUK VII UITVOERINGS-, WIJZIGINGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 46 Wijzigingen in de bijlagen

Artikel 47 Overgangsperiode en datum van inwerkingtreding van de uitvoeringsmaatregelen of gedelegeerde handelingen

Artikel 48 Comité

Artikel 49 Wijzigingen in Verordening (EG) nr. 1924/2006

Artikel 50 Wijzigingen in Verordening (EG) nr. 1925/2006

Artikel 51 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

Artikel 52 Spoedprocedure

Artikel 53 Intrekking

Artikel 54 Overgangsmaatregelen

Artikel 55 Inwerkingtreding en datum van toepassing

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III

BIJLAGE IV

BIJLAGE V

BIJLAGE VI

BIJLAGE VII

BIJLAGE VIII

BIJLAGE IX

BIJLAGE X

BIJLAGE XI

BIJLAGE XII

BIJLAGE XIII

BIJLAGE XIV

BIJLAGE XV