Home

Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van de wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank(1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),

Handelend in overeenstemming met de gewone wetgevende procedure(3),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Aangezien beleggers ook sociale doelstellingen nastreven en niet enkel op zoek zijn naar financieel rendement, heeft zich in de Unie in toenemende mate een sociale beleggingsmarkt ontwikkeld, die deels bestaat uit beleggingsfondsen die zich richten op sociale ondernemingen. Dergelijke beleggingsfondsen verschaffen financiering aan sociale ondernemingen die fungeren als motor van sociale veranderingen door innovatieve oplossingen te bieden voor sociale problemen, bijvoorbeeld door de sociale gevolgen van de financiële crisis te helpen aanpakken, en door een waardevolle bijdrage te leveren aan het realiseren van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 3 maart 2010 met de titel „Europa 2020 — Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei”.

  2. Deze verordening maakt deel uit van het initiatief voor sociaal ondernemerschap dat de Commissie heeft vastgelegd in haar mededeling van 25 oktober 2011 met de titel „Initiatief voor sociaal ondernemerschap — Bouwen aan een gezonde leefomgeving voor sociale ondernemingen in een kader van sociale economie en innovatie”.

  3. Het is noodzakelijk om een gemeenschappelijk regelgevingkader vast te leggen met betrekking tot het gebruik van de benaming „EuSEF”voor in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen, in het bijzonder aangaande de samenstelling van de portefeuille van fondsen die onder deze benaming werken, hun in aanmerking komende beleggingsdoelstellingen, de beleggingsinstrumenten die zij kunnen aanwenden en de categorieën van beleggers die in aanmerking komen om in dergelijke fondsen te beleggen door middel van uniforme regels in de Unie. Bij gebreke van een dergelijk gemeenschappelijk kader bestaat het risico dat lidstaten op nationaal niveau uiteenlopende maatregelen nemen die een rechtstreeks negatieve impact hebben op, en belemmeringen opwerpen voor, de goede werking van de interne markt, aangezien fondsen die in de hele Unie activiteiten wensen te ontplooien, in verschillende lidstaten aan verschillende regels onderworpen zouden zijn. Uiteenlopende kwaliteitsvereisten inzake portefeuillesamenstelling, beleggingsdoelstellingen en in aanmerking komende beleggers zouden bovendien kunnen leiden tot verschillende niveaus van beleggersbescherming en verwarring kunnen scheppen over het beleggingsvoorstel dat aan de in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen verbonden is. Beleggers zouden voorts de mogelijkheid moeten hebben de beleggingsvoorstellen van verschillende in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen te vergelijken. Het is noodzakelijk om ernstige belemmeringen voor grensoverschrijdende fondsenwerving door in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen op te heffen, om verstoring van concurrentie tussen deze fondsen te vermijden en om te voorkomen dat in de toekomst eventuele nieuwe handelsbelemmeringen en ernstige concurrentieverstoringen ontstaan. Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), zoals geïnterpreteerd in de vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, is derhalve de passende rechtsgrondslag voor deze verordening.

  4. Het is noodzakelijk om een verordening vast te stellen waarbij uniforme voorschriften worden ingesteld die op in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen van toepassing zijn en waarmee in alle lidstaten overeenkomstige verplichtingen worden opgelegd aan de beheerders ervan die door de Unie heen kapitaal wensen op te halen met gebruikmaking van de benaming „EuSEF”. Deze eisen zouden moeten zorgen voor vertrouwen bij de beleggers die in dergelijke fondsen wensen te beleggen. Deze verordening dient niet van toepassing te zijn op bestaande nationale regelingen die beleggingen in sociaal ondernemerschap mogelijk maken en niet de benaming „EuSEF” gebruiken.

  5. Door de kwaliteiteisen voor het gebruik van de benaming „EuSEF” in een verordening vast te leggen, wordt zeker gesteld dat die eisen rechtstreeks van toepassing zijn op de beheerders van instellingen voor collectieve belegging die fondsen werven door van deze benaming gebruik te maken. Dit zorgt tevens voor uniforme voorwaarden voor het gebruik van deze benaming door uiteenlopende nationale eisen als gevolg van de omzetting van een richtlijn te voorkomen. Beheerders van instellingen voor collectieve belegging die deze benaming gebruiken, dienen door de Unie heen dezelfde voorschriften te volgen, wat ook sterk bevorderlijk is voor het vertrouwen van beleggers. Deze verordening vermindert, vooral voor die beheerders die kapitaal wensen op te halen op een grensoverschrijdende basis, complexiteit van regelgeving en de kosten die beheerders maken voor het naleven van vaak uiteenlopende nationale regels voor dergelijke fondsen. Zij draagt ook bij aan het elimineren van concurrentieverstoringen.

  6. Een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds moet de mogelijkheid hebben extern of intern te worden beheerd. Indien een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds intern wordt beheerd, is het fonds tevens de beheerder en moet het derhalve voldoen aan alle toepasselijke eisen voor beheerders onder deze verordening en moet het worden geregistreerd in overeenstemming met deze verordening. Een in aanmerking komend, intern beheerd sociaalondernemerschapsfonds dient evenwel niet te worden toegestaan om de externe beheerder van andere instellingen voor collectieve belegging of instellingen voor collectieve beleggingen in effecten (icbe's) te zijn.

  7. Om de relatie tussen deze verordening en andere voorschriften voor instellingen voor collectieve belegging en de beheerders ervan te verduidelijken, dient te worden bepaald dat deze verordening enkel van toepassing is op beheerders van andere instellingen voor collectieve belegging dan icbe's die onder het toepassingsgebied vallen van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's)(4) en die in de Unie gevestigd zijn en geregistreerd zijn bij de bevoegde autoriteit in hun lidstaat van herkomst in overeenstemming met Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen(5), mits deze beheerders portefeuilles van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen beheren. Het moet externe beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die overeenkomstig deze verordening zijn geregistreerd, evenwel ook worden toegestaan icbe's te beheren, behoudens een vergunning krachtens Richtlijn 2009/65/EG.

  8. Deze verordening is voorts enkel van toepassing op beheerders van instellingen voor collectieve belegging met een beheerd vermogen dat in totaal de drempel als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU niet overschrijdt. De berekening van de drempel in het kader van deze verordening is hetzelfde als die voor de drempel als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU.

  9. Echter, beheerders die in overeenstemming met deze verordening zijn geregistreerd en met een beheerd vermogen dat in totaal vervolgens de drempel als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU overschrijdt, en die daardoor overeenkomstig artikel 6 van die richtlijn over een vergunning van de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst dienen te beschikken, dienen de mogelijkheid te hebben de benaming „EuSEF” te blijven gebruiken bij het op de markt aanbieden van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in de Unie, mits zij de in die richtlijn vastgelegde eisen naleven en zij te allen tijde blijven voldoen aan bepaalde, in deze verordening vastgelegde eisen voor het gebruik van de benaming „EuSEF” met betrekking tot het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds. Dit geldt zowel voor bestaande in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen als voor in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die worden opgericht na overschrijding van de drempel.

  10. Wanneer beheerders van instellingen voor collectieve belegging de benaming „EuSEF” niet wensen te gebruiken, is deze verordening niet van toepassing. In die gevallen dienen de bestaande nationale regels en de algemene regels van de Unie van toepassing te blijven.

  11. Bij deze verordening moeten uniforme voorschriften worden ingesteld betreffende de aard van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen, in het bijzonder betreffende in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen mogen beleggen en de beleggingsinstrumenten die dienen te worden gebruikt. Dat is noodzakelijk opdat een duidelijke scheidingslijn kan worden getrokken tussen een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds en andere alternatieve beleggingsfondsen die andere, minder gespecialiseerde, beleggingsstrategieën hanteren, zoals overnames, hetgeen deze verordening niet tracht te bevorderen.

  12. Om te zorgen voor de noodzakelijke duidelijkheid en zekerheid, moeten in deze verordening ook uniforme criteria worden vastgesteld voor het identificeren van sociale ondernemingen als in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen. Een sociale onderneming dient te worden gedefinieerd als een ondernemer in de sociale economie wiens hoofddoelstelling vooral het hebben van een sociaal effect is, en niet zozeer het maken van winst voor zijn eigenaars of aandeelhouders. De onderneming is actief op de markt en levert goederen en diensten en wendt zijn winsten hoofdzakelijk aan voor het verwezenlijken van sociale doelstellingen. Zij wordt op een verantwoorde en transparante wijze bestuurd, in het bijzonder door werknemers, consumenten en belanghebbenden die door haar commerciële activiteiten worden getroffen, te betrekken.

  13. Aangezien de hoofddoelstelling van sociale ondernemingen meer het hebben van een positief sociaal effect is dan het maximaliseren van hun winst, moet deze verordening alleen de ondersteuning bevorderen van in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen die het bereiken van een meetbaar en positief sociaal effect als belangrijkste doelstelling hebben. Een meetbaar en positief sociaal effect kan bestaan uit de verlening van diensten aan immigranten die anders uitgesloten worden, of de reïntegratie van gemarginaliseerde groepen in de arbeidsmarkt door werkgelegenheid, opleiding of andere ondersteuning te verstrekken. Deze ondernemingen gebruiken hun winsten om deze sociale hoofddoelstelling te realiseren en worden op een verantwoorde en transparante wijze beheerd. Daar waar, op een uitzonderlijke basis, een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij winst wenst uit te keren aan haar aandeelhouders en eigenaars, dient zij over vooraf bepaalde procedures en regels te beschikken aangaande de wijze waarop winst wordt uitgekeerd. In deze regels dient te worden gespecificeerd dat een dergelijke winstuitkering de sociale hoofddoelstelling van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij niet ondermijnt.

  14. Sociale ondernemingen omvatten een uitgebreid gamma van ondernemingen met uiteenlopende juridische vormen, die sociale diensten of goederen leveren aan kwetsbare, gemarginaliseerde, benadeelde of uitgesloten personen. Dergelijke diensten hebben betrekking op toegang tot huisvesting, gezondheidszorg, hulp voor oudere of gehandicapte personen, kinderverzorging, toegang tot werkgelegenheid en opleiding alsook verslavingszorg. Sociale ondernemingen omvatten eveneens ondernemingen die een productiemethode voor goederen of diensten hanteren die hun sociale doelstelling dient, maar waarvan de activiteiten buiten het toepassingsgebied van het leveren van sociale goederen of diensten kunnen liggen. Daartoe kan sociale en professionele integratie behoren door middel van toegang tot werkgelegenheid voor personen die in het bijzonder benadeeld worden wegens onvoldoende kwalificaties of sociale of professionele problemen die leiden tot uitsluiting en marginalisering. Deze activiteiten kunnen ook milieubescherming met een maatschappelijk effect betreffen, zoals maatregelen tegen verontreiniging of ten behoeve van recycling en hernieuwbare energie.

  15. In lijn met het doel om de onder deze verordening vallende instellingen voor collectieve belegging nauwkeurig te omschrijven, en om de klemtoon te leggen op kapitaalverschaffing aan sociale ondernemingen, moeten als in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen worden beschouwd fondsen die voornemens zijn ten minste 70 % van hun totale kapitaalinbreng en niet-gestort toegezegd kapitaal in dergelijke ondernemingen te beleggen. Het dient in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen niet te worden toegestaan meer dan 30 % van hun totale kapitaalinbreng en niet-gestort toegezegd kapitaal te beleggen in andere activa dan in aanmerking komende beleggingen. Dit betekent dat de 30 %-drempel te allen tijde de bovengrens voor niet in aanmerking komende beleggingen moet zijn, terwijl 70 % moet worden voorbehouden aan in aanmerking komende beleggingen gedurende de levensduur van het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds. Deze drempels moeten worden berekend op basis van voor belegging beschikbare bedragen na aftrek van alle relevante kosten en aangehouden kasgeld en kasgeldequivalenten. Deze verordening moet de nodige gedetailleerde bepalingen bevatten voor de berekening van de bedoelde beleggingsdrempels.

  16. Het doel van deze verordening is het versterken van de groei van sociale ondernemingen in de Unie. Beleggingen in in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen die in derde landen gevestigd zijn, kunnen meer kapitaal naar in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen aantrekken en kunnen zo sociale ondernemingen in de Unie ten goede komen. Deze verordening mag evenwel in geen geval ten goede komen aan beleggingen in in derde landen gevestigde portefeuillemaatschappijen die worden gekenmerkt door het ontbreken van passende samenwerkingsovereenkomsten tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheerder van het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds en met elke andere lidstaat waar de rechten van deelneming of aandelen in het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds naar voornemen zullen worden aangeboden, of door het ontbreken van doeltreffende informatie-uitwisseling in belastingzaken.

  17. Een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds moet in de eerste plaats in de Unie gevestigd zijn om het recht te hebben de door deze verordening ingestelde benaming „EuSEF” te gebruiken. De Commissie moet binnen twee jaar na de datum van toepassing van deze verordening de beperking van het gebruik van de benaming „EuSEF” tot in de Unie gevestigde fondsen evalueren, waarbij zij rekening houdt met de ervaring die is opgedaan met de toepassing van de aanbeveling van de Commissie betreffende maatregelen gericht op het aanmoedigen van derde landen om minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken toe te passen.

  18. Beheerders van sociaalondernemerschapsfondsen dienen de mogelijkheid te hebben om gedurende de levensduur van een fonds aanvullend kapitaaltoezeggingen aan te trekken. Met dergelijke aanvullende kapitaaltoezeggingen tijdens de levensduur van het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds moet rekening worden gehouden wanneer de volgende belegging in andere activa dan in aanmerking komende activa wordt overwogen. Aanvullende kapitaaltoezeggingen moeten worden toegestaan overeenkomstig de criteria en onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in het reglement of de statuten van het aanmerking komende sociaalondernemerschapsfonds.

  19. Rekening houdend met de specifieke financieringsbehoeften van sociale ondernemingen, is het noodzakelijk om duidelijkheid te verkrijgen met betrekking tot de soorten instrumenten die een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds moet aanwenden voor deze financiering. Daarom worden in deze verordening uniforme regels vastgesteld met betrekking tot in aanmerking komende instrumenten die door een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds dienen te worden gebruikt wanneer beleggingen worden gedaan, waaronder aandelen- en quasiaandeleninstrumenten, schuldinstrumenten, zoals promessen en kasbonnen, beleggingen in andere in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen, gewaarborgde en ongewaarborgde leningen, en toelagen. Om verwatering van de beleggingen in in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen te voorkomen, mag het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds alleen worden toegestaan in andere in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen te beleggen indien die andere in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen zelf niet meer dan 10 % van hun totale kapitaalinbreng en niet-gestort toegezegd kapitaal in andere in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen hebben belegd.

  20. De kernactiviteiten van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen bestaan uit het financieren van sociale ondernemingen via primaire beleggingen. In aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen mogen niet deelnemen aan systemisch belangrijke bankactiviteiten buiten het gewone prudentiële regelgevende kader doen (zogenoemd „schaduwbankieren”), noch mogen zij typische private-equitystrategieën volgen, zoals overnames met vreemd vermogen.

  21. Om de noodzakelijke flexibiliteit in hun beleggingsportefeuille te handhaven, moeten in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen de mogelijkheid hebben om te beleggen in andere activa dan in aanmerking komende beleggingen, voor zover deze beleggingen de drempel van 30 % voor niet in aanmerking komende beleggingen niet overschrijden. Bij het berekenen van deze drempel dient met aangehouden kasgeld en kasgeldequivalenten geen rekening te worden gehouden aangezien kasgeld en kasgeldequivalenten niet als beleggingen dienen te worden beschouwd. In aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen dienen te beleggen op een wijze die consistent is met hun ethische beleggingsstrategie; zo dienen zij zich te onthouden van beleggingen die de wapenindustrie financieren, beleggingen waarbij er een risico op mensenrechtenschendingen is of beleggingen die de dumping van elektronisch afval meebrengen.

  22. Om zeker te stellen dat de benaming „EuSEF” betrouwbaar en gemakkelijk herkenbaar is voor beleggers in de hele Unie, dienen enkel beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die beantwoorden aan de in deze verordening vastgestelde, uniforme kwaliteitscriteria, in aanmerking te komen voor het voeren van deze benaming bij het op de markt aanbieden van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in de hele Unie.

  23. Om ervoor te zorgen dat in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen een duidelijk en herkenbaar profiel hebben dat aan hun doel beantwoordt, moeten uniforme voorschriften worden vastgesteld voor de portefeuillesamenstelling en de beleggingstechnieken die voor dergelijke fondsen worden toegestaan.

  24. Om zeker te stellen dat in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen niet bijdragen aan de ontwikkeling van systeemrisico's en dat dergelijke fondsen zich in hun beleggingsactiviteiten toespitsen op het ondersteunen van in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen, mag het gebruik van hefboomwerking op het niveau van het fonds niet worden toegestaan. Beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen mogen uitsluitend worden toegestaan leningen aan te gaan, schuldpapier uit te geven of garanties te verschaffen op het niveau van het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds, mits zodanige leningen, schuldpapier of garanties gedekt zijn door niet-gestort toegezegd kapitaal en aldus de risicopositie van het fonds niet doen toenemen tot een niveau dat hoger is dan zijn toegezegd kapitaal. Vooruitbetalingen in kasgeld door beleggers in het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds die volledig gedekt zijn door toegezegd kapitaal van deze beleggers, doen de risicopositie van het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds op die manier niet toenemen en moeten derhalve worden toegestaan. Om het fonds in staat te stellen buitengewone liquiditeitsbehoeften te dekken die zouden kunnen ontstaan tussen een opvraging bij beleggers van toegezegd kapitaal en de daadwerkelijke opneming van het kapitaal in zijn rekeningen, dienen ook kortetermijnleningen te worden toegestaan, mits het bedrag van een dergelijke lening het niet-gestort toegezegd kapitaal niet overschrijdt.

  25. Om zeker te stellen dat in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen uitsluitend worden aangeboden aan beleggers die over ervaring, kennis en deskundigheid beschikken om hun eigen beleggingsbeslissingen te nemen en een behoorlijke beoordeling te maken van de risico's die aan deze fondsen verbonden zijn, en om het vertrouwen van beleggers in in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in stand te houden, moeten bepaalde specifieke beschermingsmaatregelen worden getroffen. In aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen zouden bijgevolg alleen mogen worden aangeboden aan beleggers die professionele cliënten zijn of die kunnen worden behandeld als professionele cliënten in de zin van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten(6). Om evenwel een voldoende brede beleggersbasis voor beleggingen in in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen te hebben, is het eveneens wenselijk dat bepaalde andere beleggers, met inbegrip van zeer vermogende particulieren, toegang hebben tot deze fondsen. Voor deze andere beleggers moeten evenwel specifieke beschermingsmaatregelen worden getroffen om zeker te stellen dat in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen enkel worden aangeboden aan beleggers die over het passende profiel beschikken om dergelijke beleggingen te verrichten. Deze beschermingsmaatregelen sluiten aanbieding op de markt met behulp van periodieke spaarplannen uit. Bovendien moeten beleggingen gedaan door bestuursleden, directeuren of werknemers die bij het bestuur van een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds betrokken zijn, mogelijk zijn wanneer zij in het door hen beheerde, in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfonds beleggen, aangezien deze personen voldoende kennis hebben om hierin te participeren.

  26. Om zeker te stellen dat enkel die beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen de benaming „EuSEF” gebruiken, die aan uniforme kwaliteitscriteria betreffende hun gedrag op de markt voldoen, dienen er voorschriften te zijn voor de bedrijfsuitoefening en voor de relatie van deze beheerders met hun beleggers. Om dezelfde reden moeten uniforme voorwaarden worden ingesteld aangaande de behandeling van belangenconflicten door die beheerders. Deze voorschriften en voorwaarden moeten de beheerder er ook toe verplichten de noodzakelijke organisatorische en administratieve regelingen te treffen om ervoor te zorgen dat belangenconflicten op passende wijze worden behandeld.

  27. Indien een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds voornemens is taken te delegeren aan derden, mag een dergelijke delegatie van taken aan een derde de aansprakelijkheid van de beheerder jegens het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds en de beleggers daarin niet beïnvloeden. Bovendien mag de beheerder niet in die mate taken delegeren dat hij in wezen niet langer als de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds kan worden beschouwd en enkel nog een brievenbusmaatschappij is. De beheerder moet te allen tijde verantwoordelijk blijven voor de correcte uitvoering van de gedelegeerde taken en de naleving van deze verordening. De delegatie van taken mag de doeltreffendheid van het toezicht door de beheerder niet ondermijnen en mag met name niet verhinderen dat de beheerder handelt, of dat het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds wordt beheerd, in het beste belang van haar beleggers.

  28. Het creëren van positieve sociale effecten boven op het genereren van financiële winst voor beleggers is een sleutelkenmerk van beleggingsfondsen die zich richten op sociale ondernemingen, waardoor deze zich onderscheiden van andere soorten van beleggingsfondsen. Deze verordening moet derhalve vereisen dat een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds procedures invoert voor het meten van de positieve sociale effecten die door de belegging in in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen dienen te worden gerealiseerd.

  29. Fondsen die zich richten op sociale resultaten of effecten, beoordelen en verzamelen momenteel typisch informatie over de mate waarin sociale ondernemingen de resultaten of effecten bereiken waarop zij zich richten. Er bestaan veel soorten sociale resultaten of effecten waarop een sociale onderneming zich kan richten. Daarbij zijn verschillende manieren ontwikkeld om de sociale effecten vast te stellen en te meten. Zo kan een onderneming, gericht op het helpen van benadeelde personen, het aantal te werk gestelde personen rapporteren, die anders geen baan zouden hebben gehad, en kan een onderneming, gericht op de herintreding van gedetineerden, haar resultaten beoordelen aan de hand van de recidivecijfers. De fondsen helpen de sociale ondernemingen informatie over hun doelstellingen en verwezenlijkingen op te stellen, te verschaffen en voor beleggers te verzamelen. Hoewel informatie over de sociale resultaten en effecten voor beleggers erg belangrijk is, is vergelijking tussen verschillende sociale ondernemingen en verschillende fondsen moeilijk vanwege de verschillen in sociale resultaten en effecten waarop wordt gericht, en vanwege de verscheidenheid in aanpak. Om op langere termijn een zo groot mogelijke consistentie en vergelijkbaarheid van dergelijke informatie en een zo groot mogelijke efficiëntie in de procedures voor het verkrijgen van de informatie aan te moedigen, is het wenselijk dat gedelegeerde handelingen op dit gebied worden uitgewerkt. Dergelijke gedelegeerde handelingen moeten ook zorgen voor meer duidelijkheid ten behoeve van toezichthouders, in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen en sociale ondernemingen.

  30. Om de integriteit van de benaming „EuSEF” zeker te stellen, moeten kwaliteitscriteria aangaande de organisatie van een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds worden ingesteld. Derhalve dienen uniforme, evenredige eisen te worden vastgelegd betreffende de noodzaak om toereikende technische en personele middelen aan te houden.

  31. Om ervoor te zorgen dat in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen behoorlijk worden beheerd en dat hun beheerders potentiële risico's als gevolg van de activiteiten ervan kunnen afdekken, dienen voor beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen uniforme, evenredige eisen te worden vastgesteld om voldoende eigen vermogen aan te houden. De omvang van dat eigen vermogen moet voldoende zijn om de continuïteit en het behoorlijke beheer van de in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen zeker te stellen.

  32. Ter bescherming van de beleggers moet ervoor worden gezorgd dat de activa van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen naar behoren worden geëvalueerd. Daarom moeten het reglement of de statuten van de in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen voorschriften bevatten voor de waardering van activa. Dat moet de integriteit en de transparantie van de waardering verzekeren.

  33. Om zeker te stellen dat beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die gebruikmaken van de benaming „EuSEF” voldoende verantwoording afleggen voor hun activiteiten, moeten uniforme voorschriften voor jaarverslagen worden vastgesteld.

  34. Hoewel in deze verordening in waarborgen is voorzien om te verzekeren dat fondsen correct worden gebruikt, moeten de toezichthoudende autoriteiten er nauwlettend op toezien dat aan deze waarborgen wordt voldaan.

  35. Om de integriteit van de benaming „EuSEF” in de ogen van beleggers in stand te houden, is het noodzakelijk dat deze benaming enkel wordt gebruikt door beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die volledig transparant zijn wat betreft hun beleggingsbeleid en hun beleggingsdoelstellingen. Er dienen derhalve uniforme voorschriften aangaande openbaarmakingseisen te worden vastgelegd die door beheerders jegens zijn beleggers in acht dienen te worden genomen. Deze eisen dienen die elementen te omvatten die specifiek zijn voor beleggingen in sociale ondernemingen, zodat een grotere consistentie en vergelijkbaarheid van dergelijke informatie kan worden verkregen. Daartoe behoort informatie over de criteria en de procedures die worden gebruikt om welbepaalde in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen te selecteren als beleggingsdoel. Daartoe behoort ook informatie over het positieve sociale effect dat gerealiseerd dient te worden met het beleggingsbeleid en de wijze waarop dit moet worden gemonitord en beoordeeld. Om te zorgen voor het noodzakelijke vertrouwen van beleggers in dergelijke beleggingen, behoort daartoe ook informatie over de activa van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die niet belegd worden in in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen en de wijze waarop deze worden geselecteerd.

  36. Om effectief toezicht op de in deze verordening vastgelegde uniforme eisen zeker te stellen, moet de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst toezien op de naleving door de beheerder van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen van de in deze verordening vastgelegde, uniforme eisen. Te dien einde moeten beheerders die voornemens zijn hun fondsen onder de benaming „EuSEF” op de markt aan te bieden, de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst van hun voornemen in kennis stellen. De bevoegde autoriteit dient de beheerder te registreren indien alle noodzakelijke informatie is verstrekt en indien geschikte regelingen zijn getroffen om te voldoen aan de eisen van deze verordening. Deze registratie dient geldig te zijn in de hele Unie.

  37. Om het efficiënt, grensoverschrijdend op de markt aanbieden van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen te vergemakkelijken, dient de registratie van de beheerder zo spoedig mogelijk te worden volbracht.

  38. Om effectief toezicht op de naleving van de in deze verordening vastgelegde uniforme criteria zeker te stellen, moeten voorschriften worden ingesteld aangaande de omstandigheden waaronder de informatie die aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst is verstrekt, moet worden geactualiseerd.

  39. Er dient ten behoeve van een effectief toezicht op de naleving van de in deze verordening vastgelegde eisen een procedure te worden ingesteld voor grensoverschrijdende kennisgevingen tussen de bevoegde toezichthoudende autoriteiten, die in gang gezet wordt door de registratie van een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds in zijn lidstaat van herkomst.

  40. Om te zorgen voor transparante voorwaarden voor het op de markt aanbieden van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in de hele Unie, moet aan de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority — ESMA)), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad(7), de taak worden toevertrouwd een centrale databank bij te houden waarin alle beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen en de door hen beheerde, in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen, worden opgenomen die in overeenstemming met deze verordening zijn geregistreerd.

  41. Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst duidelijke en aantoonbare redenen heeft om aan te nemen dat een beheerder van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen op haar grondgebied in strijd met deze verordening handelt, moet zij dit onmiddellijk ter kennis brengen van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, die de nodige maatregelen moet nemen.

  42. Indien een beheerder van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen duidelijk in strijd met deze verordening blijft handelen, ondanks de maatregelen van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst of omdat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst niet binnen een redelijke termijn optreedt, dient de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst de mogelijkheid te hebben, nadat zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst op de hoogte heeft gebracht, om alle passende maatregelen te treffen die nodig zijn om de beleggers te beschermen, met inbegrip van de mogelijkheid de betrokken beheerder te beletten zijn in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen nog langer op de markt aan te bieden op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst.

  43. Om effectief toezicht met betrekking tot de in deze verordening vastlegde uniforme criteria zeker te stellen, bevat deze verordening een lijst van toezichtbevoegdheden waarover de bevoegde autoriteiten moeten beschikken.

  44. Om een behoorlijke handhaving zeker te stellen, bevat deze verordening bestuursrechtelijke sancties en andere maatregelen aangaande schending van sleutelbepalingen van deze verordening, namelijk de voorschriften betreffende de portefeuillesamenstelling, beschermingsmaatregelen met betrekking tot de identiteit van in aanmerking komende beleggers en het uitsluitende gebruik van de benaming „EuSEF” door beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die in overeenstemming met deze verordening geregistreerd zijn. Een schending van deze sleutelbepalingen moet, waar nodig, leiden tot het verbod op het gebruik van de benaming en tot de schrapping van de desbetreffende beheerder uit het register.

  45. De toezichtinformatie dient te worden uitgewisseld tussen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten van herkomst en de lidstaten van ontvangst en ESMA.

  46. De effectieve regelgevende samenwerking tussen de entiteiten die als taak hebben toezicht uit te oefenen op het naleven van de in deze verordening vastgelegde, uniforme criteria, vereist dat een hoog niveau van beroepsgeheim dient te gelden voor alle relevante nationale overheden en voor ESMA.

  47. De bijdrage van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen aan de groei van een Europese markt voor sociale beleggingen zal afhangen van het gebruik van de benaming „EuSEF” door beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen, de erkenning van de benaming door beleggers en de ontwikkeling van een gunstig klimaat voor sociale ondernemingen in de hele Unie dat deze ondernemingen helpt gebruik te maken van de geboden financieringsmogelijkheden. Daartoe moeten alle belanghebbenden, inclusief de marktexploitanten, de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, de Commissie en andere relevante entiteiten in de Unie ervoor trachten te zorgen dat de mogelijkheden die deze verordening biedt, goed bekend zijn.

  48. Teneinde de in deze verordening vastgestelde eisen te specificeren, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van het specificeren van de soorten goederen en diensten of de desbetreffende productiemethoden die een sociaal doel dienen, en de situaties waarin winsten aan de eigenaars en beleggers kunnen worden uitgekeerd, de soorten belangenconflicten die beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen dienen te vermijden en de maatregelen die in het licht hiervan dienen te worden getroffen, de nadere procedures om de sociale effecten te meten die door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen dienen te worden bereikt, en de inhoud van de beleggersinformatie en de wijze waarop deze wordt verstrekt. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, rekening houdend met zelfreguleringsinitiatieven en gedragscodes. Bij de raadplegingen die de Commissie heeft gehouden tijdens haar voorbereidende werkzaamheden in verband met gedelegeerde handelingen inzake de nadere procedures om de sociale effecten te meten die door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen dienen te worden bereikt, moeten relevante belanghebbenden en ESMA worden betrokken. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

  49. Technische normen voor financiële diensten dienen te zorgen voor een consistente harmonisering en een hoog niveau van toezicht in de gehele Unie. Het zou efficiënt en passend zijn ESMA, als autoriteit met een sterk gespecialiseerde expertise, met de opstelling van een aan de Commissie voor te leggen ontwerp van technische uitvoeringsnormen te belasten, in zoverre daarin geen beleidskeuzes gedaan worden.

  50. Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden toegekend om technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van uitvoeringshandelingen krachtens artikel 291 VWEU en in overeenstemming met artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. Aan ESMA dient het ontwerpen van technische uitvoeringsnormen inzake de vorm van de in deze verordening bedoelde kennisgeving te worden toevertrouwd.

  51. De Commissie dient binnen vier jaar na de toepassingsdatum van deze verordening een evaluatie van deze verordening uit te voeren om de ontwikkeling op de markt van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in de hele Unie te beoordelen. De evaluatie dient een algemeen onderzoek te omvatten van de werking van de voorschriften in deze verordening en de ervaring die is opgedaan bij het toepassen ervan. Op basis van de evaluatie moet de Commissie een verslag, in voorkomend geval vergezeld van wetgevingsvoorstellen, voorleggen aan het Europees Parlement en aan de Raad.

  52. Voorts dient de Commissie binnen vier jaar na de toepassingsdatum van deze verordening een begin te maken met een evaluatie van de wisselwerking tussen deze verordening en andere regels inzake instellingen voor collectieve belegging en de beheerders ervan, in het bijzonder die van Richtlijn 2011/61/EU. Bij deze evaluatie moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan het toepassingsgebied van deze verordening en worden beoordeeld of het nodig is dat uit te breiden om beheerders van grotere alternatieve beleggingsfondsen de benaming „EuSEF” te laten gebruiken. Op basis van deze evaluatie moet de Commissie een verslag voorleggen aan het Europees Parlement en aan de Raad, in voorkomend geval vergezeld van wetgevingsvoorstellen.

  53. In het kader van die evaluatie moet de Commissie elke hinderpaal beoordelen die eventueel het gebruik van de fondsen door beleggers heeft belemmerd, met inbegrip van de impact op institutionele beleggers van andere prudentiële regelgeving die op hen van toepassing kan zijn. De Commissie moet daarnaast gegevens verzamelen om te beoordelen welke bijdrage de benaming „EuSEF” levert aan andere programma's van de Unie, zoals Horizon 2020, die ook gericht zijn op het ondersteunen van innovatie in de Unie.

  54. In verband met de door de Commissie te voeren beoordeling van fiscale hinderpalen voor grensoverschrijdende durfkapitaalbeleggingen, zoals voorzien in de mededeling van de Commissie van 7 december 2011 met de titel „Een actieplan ter verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's” en in de context van de evaluatie van deze verordening, dient de Commissie te overwegen een soortgelijk onderzoek naar mogelijke fiscale hinderpalen voor sociaalondernemerschapsfondsen uit te voeren, en mogelijke fiscale prikkels ter aanmoediging van sociaal ondernemerschap in de Unie te beoordelen.

  55. ESMA moet een raming opstellen van haar personele en andere behoeften die voortvloeien uit de vervulling van haar taken en bevoegdheden overeenkomstig deze verordening, en daarover verslag uitbrengen aan het Europees Parlement, aan de Raad en aan de Commissie.

  56. Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name erkend zijn in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met inbegrip van het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven (artikel 7) en de vrijheid van ondernemerschap (artikel 16).

  57. Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(8) regelt de verwerking van persoonsgegevens die wordt uitgevoerd in de lidstaten in het kader van deze verordening en onder toezicht van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, in het bijzonder de publieke onafhankelijke autoriteiten die door de lidstaten worden aangewezen. Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(9) regelt de verwerking van persoonsgegevens die wordt uitgevoerd door ESMA binnen het kader van deze verordening en onder toezicht van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

  58. Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk om een interne markt voor in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen te ontwikkelen door het bepalen van een kader voor de registratie van beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen waardoor het op de markt aanbieden van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in de hele EU wordt vereenvoudigd, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen ervan beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, mag de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, zoals bepaald in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Overeenkomstig het in dat artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om dat doel te bereiken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

In deze verordening worden uniforme eisen en voorwaarden vastgelegd voor beheerders van instellingen voor collectieve belegging die gebruik wensen te maken van de benaming „EuSEF” in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in de Unie, waardoor wordt bijgedragen tot de goede werking van de interne markt.

Tevens worden in deze verordening uniforme regels vastgelegd betreffende het op de markt aanbieden van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen aan in aanmerking komende beleggers in de hele Unie, betreffende de portefeuillesamenstelling van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen, betreffende de in aanmerking komende beleggingsinstrumenten en -technieken die door in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen moeten worden gebruikt, alsmede regels voor de organisatie, het gedrag en de transparantie van beheerders die in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen op de markt aanbieden in de hele Unie.

1.

Deze verordening is van toepassing op beheerders van instellingen voor collectieve belegging, zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, onder a), die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. het totaal van de door hen beheerde activa overschrijdt niet de in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde drempel;

  2. zij zijn gevestigd in de Unie;

  3. zij moeten zich laten registreren bij de bevoegde autoriteiten in hun lidstaat van herkomst, overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU, en

  4. zij beheren portefeuilles van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen.

2.

Indien het totaal aan activa die door overeenkomstig artikel 15 geregistreerde beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen worden beheerd, de in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde drempel vervolgens overschrijdt, en indien deze beheerders daardoor in overeenstemming met artikel 6 van die richtlijn aan een vergunningsplicht zijn onderworpen, mogen zij de benaming „EuSEF” blijven gebruiken in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in de Unie, op voorwaarde dat zij te allen tijde in verband met de door hen beheerde, in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen:

  1. voldoen aan de eisen als neergelegd in Richtlijn 2011/61/EU, en

  2. blijven voldoen aan de artikelen 3, 5 en 10, artikel 13, lid 2, en artikel 14, lid 1, onder d), e) en f), van deze verordening.

3.

Indien beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen externe beheerders zijn en in overeenstemming met artikel 15 zijn geregistreerd, mogen zij daarnaast ook instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) beheren, als zij daartoe gemachtigd zijn overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG.

1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)„instelling voor collectieve belegging”:
een abi als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU;
b)„in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds”:

een instelling voor collectieve belegging die:

  1. voornemens is binnen een in haar reglement of haar statuten vastgesteld tijdsbestek ten minste 70 % van het totaalbedrag van de kapitaalinbreng en het niet-gestort toegezegd kapitaal te beleggen in activa die in aanmerking komende beleggingen zijn, berekend op basis van de voor belegging beschikbare bedragen na aftrek van alle relevante kosten en aangehouden kasgeld en kasgeldequivalenten;

  2. niet meer dan 30 % van haar totale kapitaalinbreng en het niet-gestort toegezegd kapitaal gebruikt voor het verwerven van andere activa dan in aanmerking komende beleggingen, berekend op basis van de voor belegging beschikbare bedragen na aftrek van alle relevante kosten en aangehouden kasgeld en kasgeldequivalenten;

  3. gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat;

c)„beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds”:
een rechtspersoon waarvan de normale werkzaamheden bestaan in het beheer van ten minste één in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds;
d)„in aanmerking komende portefeuillemaatschappij”:

een onderneming die:

  1. op het ogenblik dat het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds daarin belegt, niet tot de handel toegelaten is op een gereglementeerde markt of op een multilaterale handelsfaciliteit (multilateral trading facility — MTF), als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punten 14) en 15), van Richtlijn 2004/39/EG;

  2. als hoofddoel heeft het realiseren van meetbare positieve sociale effecten overeenkomstig haar statuten of elk statutair document of reglement waarbij de onderneming wordt opgericht, voor zover de onderneming:

    • diensten of goederen levert ten behoeve van kwetsbare, gemarginaliseerde, benadeelde of uitgesloten personen;

    • een productiemethode voor haar goederen of diensten gebruikt die haar sociale doelstelling belichaamt, of

    • uitsluitend financiële steun verleent aan sociale ondernemingen zoals gedefinieerd onder de eerste twee streepjes;

  3. haar winst hoofdzakelijk gebruikt om haar sociale hoofddoel te realiseren in overeenstemming met haar statuten of elk ander statutair document of reglement waarbij de onderneming wordt opgericht en met de daarin vooraf bepaalde procedures en regels die de omstandigheden bepalen waarin winst wordt uitgekeerd aan aandeelhouders en eigenaars om ervoor te zorgen dat door zodanige uitkering van winst de primaire doelstelling niet wordt ondergraven;

  4. op verantwoorde en transparante wijze wordt beheerd, in het bijzonder door participatie van de werknemers, klanten en belanghebbenden die invloed ondervinden van haar bedrijfsactiviteiten;

  5. gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat, of in een derde land, op voorwaarde dat dat derde land:

    • niet is opgenomen in de lijst van niet-coöperatieve landen en gebieden van de Financiële Actiegroep ter voorkoming van witwassen van geld en financiering van terrorisme (Financial Action Task Force on Anti-Money Laundering and Terrorist Financing);

    • een overeenkomst heeft gesloten met de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds en met elke andere lidstaat waar de rechten van deelneming of aandelen in het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds naar voornemen zullen worden aangeboden, zodat gewaarborgd is dat het derde land volledig aan de normen van artikel 26 van het OESO-modelverdrag inzake belasting op inkomen en vermogen voldoet en een doeltreffende informatie-uitwisseling in fiscale aangelegenheden waarborgt, inclusief eventuele multilaterale belastingovereenkomsten;

e)„in aanmerking komende beleggingen”:

elk van de onderstaande instrumenten:

  1. aandelen- of quasiaandeleninstrumenten die uitgegeven worden door:

    • een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en die rechtstreeks door het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds bij de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij worden verworven,

    • een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij in ruil voor gewone aandelen die door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij worden uitgegeven, of

    • een onderneming waarvan de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij een dochteronderneming is waarin de betrokken onderneming een meerderheidsbelang heeft, en die door het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds is verworven in ruil voor een aandeleninstrument dat door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij is uitgegeven;

  2. gesecuritiseerde en niet-gesecuritiseerde schuldinstrumenten, uitgegeven door een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij;

  3. rechten van deelneming of aandelen van één of meerdere andere in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen, op voorwaarde dat die in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen zelf niet meer dan 10 % van hun totale kapitaalinbreng en niet-gestort toegezegd kapitaal in in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen hebben belegd;

  4. gewaarborgde en ongewaarborgde leningen die door het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds verstrekt zijn aan een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij;

  5. elk ander type van participatie in een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij;

f)„relevante kosten”:
alle vergoedingen, kosten en uitgaven die direct of indirect door de beleggers gedragen worden en die overeengekomen zijn tussen de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds en de beleggers in het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds;
g)„aandeel”:
eigendomsbelang in een onderneming dat wordt vertegenwoordigd door een aandeel of andere vormen van deelneming in het kapitaal van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij dat aan de beleggers erin wordt uitgegeven;
h)„quasiaandeel”:
elk soort financieringsinstrument dat een combinatie van aandelen en schulden is, waarvan het rendement gekoppeld is aan de winsten of verliezen van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en waarbij de terugbetaling van het instrument in geval van niet-nakoming niet volledig gewaarborgd is;
i)„aanbieden (op de markt)”:
een directe of indirecte aanbieding of plaatsing op initiatief van de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds of in zijn naam van rechten van deelneming of aandelen van een door hem beheerd in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds aan respectievelijk bij beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben;
j)„toegezegd kapitaal”:
elke verbintenis waardoor een belegger verplicht is, binnen het tijdsbestek dat in het reglement of de statuten van het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds is vastgesteld, een belang in dat fonds te verwerven of kapitaal daarin in te brengen;
k)„lidstaat van herkomst”:
lidstaat waar de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds is gevestigd en zich overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU bij de bevoegde autoriteiten moet laten registreren;
l)„lidstaat van ontvangst”:
lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in overeenstemming met deze verordening op de markt aanbiedt;
m)„bevoegde autoriteit”:
de nationale autoriteit die krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen door de lidstaat van herkomst wordt aangewezen om de registratie te verzorgen van de beheerders van instellingen voor collectieve belegging die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen.

Wat betreft punt c) van de eerste alinea, wordt, indien de rechtsvorm van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds intern beheer toestaat en indien het bestuursorgaan van het fonds ervoor kiest geen externe beheerder aan te stellen, het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds zelf in overeenstemming met artikel 15 als de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds geregistreerd. Een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds dat als interne beheerder van een sociaalondernemerschapsfonds is geregistreerd, wordt niet als externe beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds van andere instellingen voor collectieve belegging geregistreerd.

2.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 26 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot specificatie van de soorten diensten of goederen alsook de productiemethoden van diensten of goederen die een sociale doelstelling belichamen als bedoeld in lid 1, onder d), ii), van dit artikel, rekening houdend met de verschillende soorten in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen en de omstandigheden waarin winstuitkeringen aan eigenaars en beleggers kunnen plaatsvinden.

Artikel 1

In deze verordening worden uniforme eisen en voorwaarden vastgelegd voor beheerders van instellingen voor collectieve belegging die gebruik wensen te maken van de benaming „EuSEF” in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in de Unie, waardoor wordt bijgedragen tot de goede werking van de interne markt.

Tevens worden in deze verordening uniforme regels vastgelegd betreffende het op de markt aanbieden van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen aan in aanmerking komende beleggers in de hele Unie, betreffende de portefeuillesamenstelling van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen, betreffende de in aanmerking komende beleggingsinstrumenten en -technieken die door in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen moeten worden gebruikt, alsmede regels voor de organisatie, het gedrag en de transparantie van beheerders die in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen op de markt aanbieden in de hele Unie.

Artikel 2

1.

Deze verordening is van toepassing op beheerders van instellingen voor collectieve belegging, zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, onder a), die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. het totaal van de door hen beheerde activa overschrijdt niet de in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde drempel;

  2. zij zijn gevestigd in de Unie;

  3. zij moeten zich laten registreren bij de bevoegde autoriteiten in hun lidstaat van herkomst, overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU, en

  4. zij beheren portefeuilles van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen.

2.

Indien het totaal aan activa die door overeenkomstig artikel 15 geregistreerde beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen worden beheerd, de in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde drempel vervolgens overschrijdt, en indien deze beheerders daardoor in overeenstemming met artikel 6 van die richtlijn aan een vergunningsplicht zijn onderworpen, mogen zij de benaming „EuSEF” blijven gebruiken in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in de Unie, op voorwaarde dat zij te allen tijde in verband met de door hen beheerde, in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen:

  1. voldoen aan de eisen als neergelegd in Richtlijn 2011/61/EU, en

  2. blijven voldoen aan de artikelen 3, 5 en 10, artikel 13, lid 2, en artikel 14, lid 1, onder d), e) en f), van deze verordening.

3.

Indien beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen externe beheerders zijn en in overeenstemming met artikel 15 zijn geregistreerd, mogen zij daarnaast ook instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) beheren, als zij daartoe gemachtigd zijn overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG.

Artikel 3

1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)„instelling voor collectieve belegging”:
een abi als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU;
b)„in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds”:

een instelling voor collectieve belegging die:

  1. voornemens is binnen een in haar reglement of haar statuten vastgesteld tijdsbestek ten minste 70 % van het totaalbedrag van de kapitaalinbreng en het niet-gestort toegezegd kapitaal te beleggen in activa die in aanmerking komende beleggingen zijn, berekend op basis van de voor belegging beschikbare bedragen na aftrek van alle relevante kosten en aangehouden kasgeld en kasgeldequivalenten;

  2. niet meer dan 30 % van haar totale kapitaalinbreng en het niet-gestort toegezegd kapitaal gebruikt voor het verwerven van andere activa dan in aanmerking komende beleggingen, berekend op basis van de voor belegging beschikbare bedragen na aftrek van alle relevante kosten en aangehouden kasgeld en kasgeldequivalenten;

  3. gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat;

c)„beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds”:
een rechtspersoon waarvan de normale werkzaamheden bestaan in het beheer van ten minste één in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds;
d)„in aanmerking komende portefeuillemaatschappij”:

een onderneming die:

  1. op het ogenblik dat het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds daarin belegt, niet tot de handel toegelaten is op een gereglementeerde markt of op een multilaterale handelsfaciliteit (multilateral trading facility — MTF), als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punten 14) en 15), van Richtlijn 2004/39/EG;

  2. als hoofddoel heeft het realiseren van meetbare positieve sociale effecten overeenkomstig haar statuten of elk statutair document of reglement waarbij de onderneming wordt opgericht, voor zover de onderneming:

    • diensten of goederen levert ten behoeve van kwetsbare, gemarginaliseerde, benadeelde of uitgesloten personen;

    • een productiemethode voor haar goederen of diensten gebruikt die haar sociale doelstelling belichaamt, of

    • uitsluitend financiële steun verleent aan sociale ondernemingen zoals gedefinieerd onder de eerste twee streepjes;

  3. haar winst hoofdzakelijk gebruikt om haar sociale hoofddoel te realiseren in overeenstemming met haar statuten of elk ander statutair document of reglement waarbij de onderneming wordt opgericht en met de daarin vooraf bepaalde procedures en regels die de omstandigheden bepalen waarin winst wordt uitgekeerd aan aandeelhouders en eigenaars om ervoor te zorgen dat door zodanige uitkering van winst de primaire doelstelling niet wordt ondergraven;

  4. op verantwoorde en transparante wijze wordt beheerd, in het bijzonder door participatie van de werknemers, klanten en belanghebbenden die invloed ondervinden van haar bedrijfsactiviteiten;

  5. gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat, of in een derde land, op voorwaarde dat dat derde land:

    • niet is opgenomen in de lijst van niet-coöperatieve landen en gebieden van de Financiële Actiegroep ter voorkoming van witwassen van geld en financiering van terrorisme (Financial Action Task Force on Anti-Money Laundering and Terrorist Financing);

    • een overeenkomst heeft gesloten met de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds en met elke andere lidstaat waar de rechten van deelneming of aandelen in het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds naar voornemen zullen worden aangeboden, zodat gewaarborgd is dat het derde land volledig aan de normen van artikel 26 van het OESO-modelverdrag inzake belasting op inkomen en vermogen voldoet en een doeltreffende informatie-uitwisseling in fiscale aangelegenheden waarborgt, inclusief eventuele multilaterale belastingovereenkomsten;

e)„in aanmerking komende beleggingen”:

elk van de onderstaande instrumenten:

  1. aandelen- of quasiaandeleninstrumenten die uitgegeven worden door:

    • een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en die rechtstreeks door het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds bij de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij worden verworven,

    • een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij in ruil voor gewone aandelen die door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij worden uitgegeven, of

    • een onderneming waarvan de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij een dochteronderneming is waarin de betrokken onderneming een meerderheidsbelang heeft, en die door het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds is verworven in ruil voor een aandeleninstrument dat door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij is uitgegeven;

  2. gesecuritiseerde en niet-gesecuritiseerde schuldinstrumenten, uitgegeven door een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij;

  3. rechten van deelneming of aandelen van één of meerdere andere in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen, op voorwaarde dat die in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen zelf niet meer dan 10 % van hun totale kapitaalinbreng en niet-gestort toegezegd kapitaal in in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen hebben belegd;

  4. gewaarborgde en ongewaarborgde leningen die door het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds verstrekt zijn aan een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij;

  5. elk ander type van participatie in een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij;

f)„relevante kosten”:
alle vergoedingen, kosten en uitgaven die direct of indirect door de beleggers gedragen worden en die overeengekomen zijn tussen de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds en de beleggers in het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds;
g)„aandeel”:
eigendomsbelang in een onderneming dat wordt vertegenwoordigd door een aandeel of andere vormen van deelneming in het kapitaal van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij dat aan de beleggers erin wordt uitgegeven;
h)„quasiaandeel”:
elk soort financieringsinstrument dat een combinatie van aandelen en schulden is, waarvan het rendement gekoppeld is aan de winsten of verliezen van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en waarbij de terugbetaling van het instrument in geval van niet-nakoming niet volledig gewaarborgd is;
i)„aanbieden (op de markt)”:
een directe of indirecte aanbieding of plaatsing op initiatief van de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds of in zijn naam van rechten van deelneming of aandelen van een door hem beheerd in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds aan respectievelijk bij beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben;
j)„toegezegd kapitaal”:
elke verbintenis waardoor een belegger verplicht is, binnen het tijdsbestek dat in het reglement of de statuten van het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds is vastgesteld, een belang in dat fonds te verwerven of kapitaal daarin in te brengen;
k)„lidstaat van herkomst”:
lidstaat waar de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds is gevestigd en zich overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU bij de bevoegde autoriteiten moet laten registreren;
l)„lidstaat van ontvangst”:
lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen in overeenstemming met deze verordening op de markt aanbiedt;
m)„bevoegde autoriteit”:
de nationale autoriteit die krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen door de lidstaat van herkomst wordt aangewezen om de registratie te verzorgen van de beheerders van instellingen voor collectieve belegging die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen.

Wat betreft punt c) van de eerste alinea, wordt, indien de rechtsvorm van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds intern beheer toestaat en indien het bestuursorgaan van het fonds ervoor kiest geen externe beheerder aan te stellen, het in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds zelf in overeenstemming met artikel 15 als de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds geregistreerd. Een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds dat als interne beheerder van een sociaalondernemerschapsfonds is geregistreerd, wordt niet als externe beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds van andere instellingen voor collectieve belegging geregistreerd.

2.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 26 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot specificatie van de soorten diensten of goederen alsook de productiemethoden van diensten of goederen die een sociale doelstelling belichamen als bedoeld in lid 1, onder d), ii), van dit artikel, rekening houdend met de verschillende soorten in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen en de omstandigheden waarin winstuitkeringen aan eigenaars en beleggers kunnen plaatsvinden.

HOOFDSTUK II VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE BENAMING EuSEF

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

HOOFDSTUK III TOEZICHT EN ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

HOOFDSTUK IV OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29