Home

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/2055 van de Raad van 26 juli 2024 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2024/329

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/2055 van de Raad van 26 juli 2024 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2024/329

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme(1), en met name artikel 2, lid 3,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op 16 januari 2024 heeft de Raad Uitvoeringsverordening (EU) 2024/329(2) vastgesteld, waarbij de lijst van personen, groepen en entiteiten die vallen onder Verordening (EG) nr. 2580/2001 (de “lijst”), werd geactualiseerd.

  2. De Raad heeft, voor zover dat praktisch mogelijk was, voor alle personen, groepen en entiteiten in een motivering toegelicht waarom zij op de lijst zijn geplaatst.

  3. Via een in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte kennisgeving heeft de Raad aan de op de lijst geplaatste personen, groepen en entiteiten meegedeeld dat hij besloten heeft hen daarop te handhaven. Tevens heeft de Raad die personen, groepen en entiteiten laten weten dat zij de Raad kunnen verzoeken de motivering voor hun plaatsing op de lijst mee te delen, voor zover dat nog niet is gebeurd.

  4. De Raad heeft de lijst geëvalueerd, zoals vereist is volgens artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001. Bij die evaluatie heeft de Raad rekening gehouden met de opmerkingen die door de betrokkenen zijn ingediend en met de geactualiseerde informatie die is ontvangen van de bevoegde nationale instanties over de status op nationaal niveau van de op de lijst geplaatste personen en entiteiten.

  5. De Raad heeft geconcludeerd dat de vermelding voor één persoon van de lijst moet worden geschrapt. Tegelijkertijd heeft de Raad zich ervan vergewist dat de bevoegde instanties als bedoeld in artikel 1, lid 4, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB(3) ten aanzien van alle andere personen, groepen en entiteiten op de lijst besluiten hebben genomen waaruit blijkt dat zij betrokken zijn geweest bij terroristische daden in de zin van artikel 1, lid 3, van dat Gemeenschappelijk Standpunt. De Raad is tot de conclusie gekomen dat de specifieke beperkende maatregelen van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van toepassing moeten blijven op de personen, groepen en entiteiten die onder Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB vallen.

  6. De Raad heeft ook vastgesteld dat de bevoegde instanties in de zin van artikel 1, lid 4, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB een beslissing heeft genomen ten aanzien van één extra groep die betrokken is geweest bij terroristische daden in de zin van artikel 1, lid 3, van dat Gemeenschappelijk Standpunt. De Raad is tot de conclusie gekomen dat de maatregelen in de artikelen 2 en 3 van dat Gemeenschappelijk Standpunt op die groep van toepassing moeten zijn.

  7. De lijst van personen, groepen en entiteiten waarop Verordening (EG) nr. 2580/2001 van toepassing is, moet dienovereenkomstig worden bijgewerkt, en Uitvoeringsverordening (EU) 2024/329 moet worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 bedoelde lijst is opgenomen in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/329 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 juli 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

Bóka J.

BIJLAGELijst van personen, groepen en entiteiten bedoeld in artikel 1