„Wanneer ten genoegen van de rechter is aangetoond dat:
-
er sprake is van overcapaciteit in de rundvleesverwerkende industrie, die berekend op de piek van de verwerkte hoeveelheid, ongeveer 32 % bedraagt;
-
het effect van deze overcapaciteit op middellange termijn zeer ernstige gevolgen zal hebben voor de winstgevendheid van de bedrijfstak als geheel;
-
terwijl […] de gevolgen van een overschotsituatie tot op heden nog niet in enige belangrijke mate zijn gevoeld, onafhankelijke adviseurs het onwaarschijnlijk achten dat de overcapaciteit op korte termijn wordt opgeheven door normale marktmaatregelen, en stellen dat zij op termijn evenwel zal leiden tot zeer belangrijke verliezen en uiteindelijk ertoe zal leiden dat verwerkers en installaties de bedrijfstak zullen verlaten;
-
rundvleesverwerkers die ongeveer 93 % van de markt voor het aanbod van rundvlees van die bedrijfstak vertegenwoordigen, zijn overeengekomen om stappen te nemen om de overcapaciteit op te heffen en bereid zijn een heffing te betalen teneinde betalingen aan verwerkers te financieren die bereid zijn hun productie te staken, en
dat bedoelde verwerkers, die 10 ondernemingen omvatten, een rechtspersoon (‚de society’) oprichten teneinde een afspraak met de volgende kenmerken uit te voeren:
-
[de vertrekkers] die per jaar 420 000 stuks vee slachten en verwerken en ongeveer 25 % van de actieve capaciteit vertegenwoordigen, sluiten met de [blijvers] een overeenkomst om de bedrijfstak te verlaten en zich aan de volgende voorwaarden te houden;
-
vertrekkers tekenen een non-concurrentiebeding voor de duur van twee jaar met betrekking tot het verwerken van rundvlees op het eiland Ierland;
-
de installaties van vertrekkers worden uit bedrijf genomen;
-
de bedrijfsterreinen van de uit bedrijf genomen installaties worden niet gebruikt voor het verwerken van rundvlees gedurende een periode van vijf jaar;
-
aan vertrekkers wordt in termijnen een schadeloosstelling betaald door middel van door de blijvers aan de society verstrekte leningen;
-
door alle blijvers wordt aan de society een vrijwillige heffing betaald van 2 EUR per dier in het kader van het traditionele slachtpercentage en van 11 EUR per geslacht dier waarmee dat percentage wordt overschreden;
-
de heffing wordt gebruikt om de leningen van de blijvers terug te betalen; de heffingen worden beëindigd wanneer de leningen zijn terugbetaald.
-
de uitrusting van vertrekkers die wordt gebruikt voor het elementaire verwerken van rundvlees, wordt enkel verkocht aan blijvers voor gebruik als reserve-uitrusting of reserveonderdelen of wordt buiten het eiland Ierland verkocht;
-
de vrijheid van de blijvers wat betreft productie, prijsstelling, verkoopvoorwaarden, in- en uitvoer, uitbreiding van de capaciteit, etc. wordt niet aangetast,
-
en vaststaat dat een dergelijke overeenkomst vanuit het oogpunt van artikel 81, lid 1, EG aanzienlijke gevolgen kan hebben voor het handelsverkeer tussen de lidstaten, moet een dergelijke afspraak dan worden beschouwd als ertoe strekkend, dus afgezien van de gevolgen ervan, de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt te verhinderen, te beperken of te vervalsen en derhalve als onverenigbaar met artikel 81, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap?”