Home

College van Beroep voor het bedrijfsleven, 14-04-2020, ECLI:NL:CBB:2020:249, 19/729

College van Beroep voor het bedrijfsleven, 14-04-2020, ECLI:NL:CBB:2020:249, 19/729

Gegevens

Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum uitspraak
14 april 2020
Datum publicatie
14 april 2020
ECLI
ECLI:NL:CBB:2020:249
Zaaknummer
19/729

Inhoudsindicatie

Verzet gegrond.

Uitspraak

zaaknummer: 19/729

College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen, verweerder,

(gemachtigde: mr. M.W. van Nijendaal)

Procesverloop

[naam] ( [naam] ) te [plaats] (appellante) heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen door verweerder van een beslissing op het bezwaar van appellante tegen zijn besluit van 5 oktober 2018.

Bij uitspraak van 3 september 2019 heeft het College met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) - voor zover nu van belang - het beroep gegrond verklaard, de inmiddels op grond van artikel 4:17 van de Awb verbeurde dwangsom vastgesteld en met oplegging van een dwangsom verweerder opgedragen binnen twee weken alsnog op het bezwaar te beslissen.

Bij besluit van 25 september 2019 heeft verweerder met toekenning van een dwangsom alsnog op het bezwaar beslist.

Bij brief van 14 oktober 2019 heeft verweerder tegen de uitspraak van

3 september 2019 verzet gedaan.

Overwegingen

1. Het College stelt vast dat verweerder in verzet gronden van principiële aard heeft aangevoerd tegen de gegrondverklaring van het beroep van appellante en voorts gronden van feitelijke aard tegen de opdracht om binnen de door verweerder (veel) te kort geachte termijn van twee weken alsnog op het bezwaar te beslissen.

2. Het College onderschrijft het betoog van verweerder dat in dit geval toepassing had moeten worden gegeven aan artikel 8:55b, tweede lid, van de Awb en dus niet aan artikel 8:55b, eerste lid, in verbinding met artikel 8:54 van de Awb. Het verzet wordt daarom gegrond verklaard.

3. Nu het verzet gegrond wordt verklaard, vervalt de uitspraak van

3 september 2019 en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond.

4. Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het verzet gegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, in aanwezigheid van

D.A. Bohlmeijer, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken

op 14 april 2020.

w.g. T.G.M. Simons w.g. D.A. Bohlmeijer