College van Beroep voor het bedrijfsleven, 02-06-2020, ECLI:NL:CBB:2020:376, 18/2728
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 02-06-2020, ECLI:NL:CBB:2020:376, 18/2728
Gegevens
- Instantie
- College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum uitspraak
- 2 juni 2020
- Datum publicatie
- 2 juni 2020
- ECLI
- ECLI:NL:CBB:2020:376
- Zaaknummer
- 18/2728
Inhoudsindicatie
Verordening (EG) nr. 1/2005 (Transportverordening)
Hoger beroep bestuurlijke boete gegrond. Boeterapport voldoet niet aan eis van voldoende minimale gedetailleerdheid. Rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat de minister terecht heeft vastgesteld dat appellante de betreffende overtreding heeft begaan.
Uitspraak
uitspraak
zaaknummer: 18/2728
(gemachtigde: mr. P.J.G.G. Sluijter),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 22 oktober 2018, kenmerk ROT 17/5023, in het geding tussen
appellante
(gemachtigde: mr. ing. H.D. Strookman).
Procesverloop in hoger beroep
Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (rechtbank) van 22 oktober 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:8631.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 januari 2020. Dit hoger beroep is tegelijk behandeld met andere hoger beroepen van appellante, te weten 18/2235, 18/2236, 18/2237, 18/2238, 18/2239, 18/2240, 18/2241, 18/2242, 18/2243, 18/2244 en 18/2245.
Appellante, vertegenwoordigd door [naam 2] en [naam 3] , is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Voor de minister zijn tevens verschenen drs. J.D. Greep, drs. R. Visser, drs. C. de Bruin, drs. B. van der Linden en drs. B. Braarels.
Grondslag van het geschil
Voor een uitgebreide weergave van het verloop van de procedure en de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden, voor zover niet bestreden, wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak, die als bijlage II aan deze uitspraak is gehecht. Het College volstaat met het volgende en gaat voor de beoordeling van deze zaak uit van het wettelijk kader zoals dat is opgenomen in bijlage I bij deze uitspraak. Beide bijlagen maken deel uit van de uitspraak.
Bij besluit van 25 november 2016 (het primaire besluit) heeft de minister aan appellante een boete opgelegd van € 1.500,- vanwege een overtreding van de Wet dieren. Het betreft het boetebesluit met kenmerk 201605527.
Bij besluit van 15 augustus 2017 (het bestreden besluit), waartegen het beroep bij de rechtbank was gericht, heeft de minister het bezwaar van appellante ongegrond verklaard en het primaire besluit gehandhaafd.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard.