Home

Centrale Raad van Beroep, 25-02-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:377, 22/2795 PW

Centrale Raad van Beroep, 25-02-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:377, 22/2795 PW

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
25 februari 2025
Datum publicatie
3 april 2025
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2025:377
Zaaknummer
22/2795 PW

Inhoudsindicatie

Herziening en terugvordering van bijstand en boeteoplegging. Bijschrijvingen en contante stortingen. Verminderde verwijtbaarheid. Het college heeft de bijstand van appellant terecht herzien, omdat zij bijschrijvingen en contante stortingen op haar bankrekening heeft ontvangen en zij dit niet heeft gemeld. Appellante kon vrijelijk over deze bedragen beschikken. De rechtbank heeft ten onrechte een opdracht gegeven om een nieuw boetebesluit te nemen. De Raad stelt de boete zelf vast en gaat uit van verminderde verwijtbaarheid.

Uitspraak

22/2795 PW en 22/3868 PW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 18 juli 2022, 21/1075 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

het college van burgemeester en wethouders van Enschede (college)

en

de Staat der Nederlanden (Minister van Justitie en Veiligheid) (Staat)

Datum uitspraak: 25 februari 2025

Het gaat in deze zaken om een herziening en terugvordering van bijstand en het opleggen van een boete, omdat appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van bijschrijvingen en contante stortingen op haar rekening. Appellante stelt dat haar daarvan geen verwijt kan worden gemaakt, omdat zij zich er niet bewust van was dat zij de bijschrijvingen en stortingen moest melden. De rechtbank heeft het college ten onrechte opdracht gegeven onderzoek naar de mate van verwijtbaarheid te doen en een nieuw boetebesluit te nemen. De aangevallen uitspraak wordt wat betreft de gegeven opdracht vernietigd, net als het ter uitvoering van de aangevallen uitspraak genomen besluit. De Raad stelt de boete zelf vast en gaat daarbij uit van verminderde verwijtbaarheid.

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. T.M.J. Oosterhuis, advocaat, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De Raad heeft partijen met een brief van 6 september 2023 laten weten hoe de Raad het geschil voorshands ziet en het college een nadere vraag gesteld. Het college heeft die vraag beantwoord in zijn brief van 11 oktober 2023.

De Raad heeft de zaak behandeld tijdens een zitting van 14 januari 2025. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Oosterhuis. Het college is niet verschenen.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellante ontvangt bijstand op grond van de Participatiewet (PW) naar de norm voor een alleenstaande ouder.

1.2.

Met een brief van 19 mei 2020 heeft appellante een waarschuwing gekregen op de grond dat over de periode januari 2020 tot en met maart 2020 was gebleken van diverse bijschrijvingen en stortingen op haar bankrekening. Hierover is destijds een gesprek gevoerd met appellante en haar zus, waarbij ook is gewezen op de mogelijke gevolgen van het niet melden daarvan.

1.3.

Appellante heeft in september 2021 in het kader van een rechtmatigheidsonderzoek bankafschriften overgelegd over de periode april 2020 tot en met augustus 2020. Uit die bankafschriften bleek onder meer dat appellante van 1 april 2020 tot en met 31 augustus 2021 in totaal € 1.340,- aan bijschrijvingen van haar zus had ontvangen en € 600,- aan contante stortingen. De onderzoeksbevindingen zijn neergelegd in een rapport van 7 oktober 2020.

1.4.

In de resultaten van het onderzoek heeft het college aanleiding gezien om met een besluit van 7 oktober 2020 de bijstand van appellante te herzien over de periode van 1 april 2020 tot en met 31 augustus 2020 en gemaakte kosten van bijstand tot een bedrag van € 1.665,- van haar terug te vorderen. Met een besluit van 26 november 2020 heeft het college appellante een boete opgelegd van € 630,-. Appellante heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt. Met een besluit van 19 mei 2021 (bestreden besluit) heeft het college de bezwaren van appellante ongegrond verklaard. Het college heeft aan dit besluit ten grondslag gelegd dat appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van de contante stortingen en bijschrijvingen op haar rekening. Het college heeft met de herziening en terugvordering rekening gehouden met zijn destijds geldende beleid waarin jaarlijks een bedrag van € 500,- aan giften werd toegestaan. Bij de boete is het college uitgegaan van normale verwijtbaarheid.

Uitspraak van de rechtbank

2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard voor wat betreft de herziening en de terugvordering en gegrond verklaard voor wat betreft de boete. Het college heeft naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd waarom geen sprake is van verminderde verwijtbaarheid of het ontbreken daarvan. De rechtbank heeft het bestreden besluit vervolgens voor zover het de boete betreft, vernietigd en het college opgedragen om daarover met in achtneming van de uitspraak een nieuw besluit op bezwaar te nemen.

Nader besluit

3. Met een besluit van 2 september 2022 (nader besluit) heeft het college uitvoering gegeven aan de door de rechtbank gegeven opdracht en de boete herzien. Het college heeft de boete vastgesteld op een bedrag van € 310,-. Het college is daarbij uitgegaan van een fictieve draagkracht en van verminderde verwijtbaarheid. Volgens het college kan niet worden uitgegaan van het geheel ontbreken van verwijtbaarheid, omdat eerder al een waarschuwing aan appellante is opgelegd en ook diverse gesprekken met appellante en haar zus zijn gevoerd over het schenden van de inlichtingenverplichting en de consequenties daarvan.

Het standpunt van appellante

4. Appellante is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en het nadere besluit. Wat zij daartegen heeft aangevoerd, wordt hierna besproken.

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING