Gerechtshof Amsterdam, 22-01-2013, BZ4888, 200.099.067-01
Gerechtshof Amsterdam, 22-01-2013, BZ4888, 200.099.067-01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 22 januari 2013
- Datum publicatie
- 21 oktober 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ4888
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:740, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- 200.099.067-01
Inhoudsindicatie
Bij huurcontract van bedrijfsruimte verleend voorkeursrecht van koop aan huurder. Verhuurder verkoopt en levert aan derde en pleegt aldus wanprestatie jegens de huurder. De derde en de vierde ( aan wie de derde weer heeft vervreemd ) hebben geprofiteerd van de wanprestatie van de verhuurder en wel onder zodanige omstandigheden dat dit als onrechtmatige daden moet worden aangemerkt.
Uitspraak
zaaknummer 200.099.067/0122 januari 2013
GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
[Appellant], wonende te [woonplaats], APPELLANT IN HET PRINCIPAAL APPEL, GEÏNTIMEERDE IN HET INCIDENTEEL APPEL, advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid JOBA TRUST B.V.,gevestigd te Amsterdam,GEÏNTIMEERDE IN HET PRINCIPAAL APPEL,
advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt te Amsterdam,
2. [Geïntimeerde sub 2],
wonende te [woonplaats],GEÏNTIMEERDE IN HET PRINCIPAAL APPEL, APPELLANT IN HET INCIDENTEEL APPEL,
advocaat: mr. J.G. Mahn te Amsterdam.
1 Het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna aangeduid als [appellant], Joba en [geïntimeerde sub 2].
1.2 Bij dagvaarding van 1 augustus 2011 is [appellant] in hoger beroep gekomen van het tussenvonnis van 15 juni 2009 en van het eindvonnis van 9 mei 2011 beide van de rechtbank Amsterdam, sector kanton,locatie Amsterdam (hierna: de kantonrechter), onder rolnummer CV 08-25787 gewezen tussen [appellant] als eiser en Joba en [geïntimeerde sub 2] als gedaagden (alsmede een derde gedaagde partij die in dit geding in hoger beroep niet is betrokken), met dagvaarding van Joba en [geïntimeerde sub 2] voor dit hof.
appellant] heeft bij memorie zes grieven aangevoerd, zijn eis gewijzigd en een bewijsaanbod gedaan, met conclusie, zakelijk weergegeven, dat het hof de bestreden vonnissen zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te verklaren voor recht dat Joba en [geïntimeerde sub 2] jegens [appellant] onrechtmatig hebben gehandeld door te profiteren van de wanprestatie van Ram Properties en dat zij aansprakelijk zijn voor alle schade die [appellant] heeft geleden en zal lijden, Joba en [geïntimeerde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van deze schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met hoofdelijke veroordeling van Joba en [geïntimeerde sub 2] in de kosten van de beide instanties.
Joba heeft daarop bij memorie van antwoord de grieven bestreden alsmede een bewijsaanbod gedaan, met conclusie dat het hof de bestreden vonnissen zal bekrachtigen met veroordeling van [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep, met inbegrip van de nakosten.
Bij memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel appel heeft [geïntimeerde sub 2] de grieven bestreden, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het bestreden vonnis van 9 mei 2011 zal bekrachtigen, eventueel onder verbetering van de gronden, en in incidenteel appel zijnerzijds twee grieven aangevoerd en een bewijsaanbod gedaan met conclusie, zakelijk weergegeven, dat het hof, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden vonnissen zal bekrachtigen zij het onder verbetering van de gronden waarop deze berusten, met veroordeling van [appellant] in de kosten van de beide instanties.
Bij memorie van antwoord in incidenteel appel heeft [appellant] de grieven bestreden en geconcludeerd (naar het hof begrijpt) tot bekrachtiging in zoverre van de bestreden vonnissen, met veroordeling van [geïntimeerde sub 2] in de kosten van het incidenteel appel.
appellant] heeft op 27 februari 2012 de originele huurovereenkomst met bijgeschreven voorkeursrecht van koop ter griffie van dit hof gedeponeerd. Van dit depot is onder nummer 6/2012 een akte opgemaakt. Een afschrift van de depotakte is door [appellant] bij akte in het geding gebracht. [geïntimeerde sub 2] heeft begin januari 2012 de originele huurovereenkomst zonder bijgeschreven voorkeursrecht van koop ter griffie van dit hof gedeponeerd. Daarvan is onder nummer 3/2012 een akte opgemaakt.
Ten slotte hebben partijen het hof gevraagd arrest te wijzen op basis van de stukken van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep.
2 De grieven
Voor de inhoud van de grieven verwijst het hof naar de memorie van grieven in het principaal appel en de memorie van antwoord/tevens incidentele memorie van grieven.
[appellant] heeft geen grieven gericht tegen het tussenvonnis. In zoverre kan hij niet worden ontvangen in zijn hoger beroep.
3. Waarvan het hof uitgaat
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 15 juni 2009 in rechtsoverweging nummer 1 onder 1.1 tot en met 1.14 een aantal feiten vastgesteld. De juistheid van die feiten is met uitzondering van de vaststellingen onder 1.9 en 1.14 niet in geding, zodat ook het hof in zover van die feiten zal uitgaan. Daarnaast zal het hof hieronder een aantal feiten vaststellen die enerzijds gemotiveerd zijn gesteld en anderzijds niet dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.