Home

Gerechtshof Amsterdam, 14-06-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2274, 200.168.284/01

Gerechtshof Amsterdam, 14-06-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2274, 200.168.284/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
14 juni 2016
Datum publicatie
4 september 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2016:2274
Formele relaties
Zaaknummer
200.168.284/01

Inhoudsindicatie

Verdeling gemeenschap van goederen. Verzwegen banktegoeden ?

Uitspraak

Afdeling civiel recht en belastingrecht

Team III (familie- en jeugdrecht)

Uitspraak: 14 juni 2016

Zaaknummer: 200.168.284/ 01 en 200.168.284/02

Zaaknummers eerste aanleg: C14/113458 / ES RK 09-954 en C/14/151683 / ES RK 14/144

in de zaak in hoger beroep met zaaknummer 200.168.284/01 van:

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats a] ,

appellante,

advocaat: mr. Th.C.J. Kaandorp te Alkmaar,

tegen

[de man] ,

wonende te [woonplaats b] ,

geïntimeerde,

advocaat: mr. I.P. Sigmond te Heerlen,

en in de zaak met zaaknummer 200.168.284/02 van:

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats a] ,

verzoekster,

advocaat: mr. Th.C.J. Kaandorp te Alkmaar,

tegen

[de man] ,

wonende te [woonplaats b]

verweerder,

advocaat: mr. I.P. Sigmond te Heerlen.

1 Het geding in hoger beroep

1.1.

Appellante en geïntimeerde worden hierna respectievelijk de vrouw en de man genoemd.

1.2.

De vrouw is op 16 april 2015 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 18 maart 2015 van de rechtbank Noord-Holland (locatie Alkmaar), met kenmerk C14/113458 / ES RK 09-954 en C/14/151683 / ES RK 14/144. Zij heeft daarbij tevens het hof verzocht de werking van een gedeelte van de bestreden beschikking te schorsen op grond van het bepaalde in artikel 361 lid 2 Rv. Voorts heeft zij een incidentele vordering op grond van het bepaalde in de artikelen 843a en 22 Rv ingediend.

1.3.

De vrouw heeft op 10 november 2015 en op 22 december 2015 nadere stukken ingediend.

1.4.

De zaak is op 14 januari 2016 ter terechtzitting behandeld.

Ter terechtzitting zijn verschenen:

- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;

- de man, bijgestaan door zijn advocaat.

In het bijzonder verdient het vermelding dat de advocaat van de vrouw haar standpunt heeft toegelicht aan de hand van pleitnotities, de advocaat van de man zijn standpunt heeft toegelicht met behulp van het verweerschrift dat eerder niet was toegelaten omdat de man het griffierecht niet op tijd had betaald, en dat de advocaat van de vrouw haar standpunt vervolgens heeft mogen toelichten onder gebruikmaking van het nagezonden schriftelijke stuk dat eerder was geweigerd op grond van de zogenaamde twee-conclusie-regel. Op deze gang van zaken komt het hof hieronder nog terug.

1.5.

Na 14 januari 2016 heeft het geding nog een vervolg gehad. Ook daarop komt het hof hierna terug.

2 De feiten

Partijen zijn [in] 2000 in gemeenschap van goederen gehuwd. Hun huwelijk is op 9 november 2010 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 15 juli 2010 in de registers van de burgerlijke stand.

3 Het geschil in hoger beroep

3.1.

Bij de bestreden beschikking is – onder afwijzing van het meerdere - het volgende beslist:

-verstaat dat partijen het erover eens zijn dat de inboedel van de woning in Spanje aan

de vrouw wordt toegedeeld en dat de inboedel van de woning in [plaats c] , althans wat er van

deze inboedel nog aanwezig is, aan de man wordt toegedeeld, zonder nadere verrekening;

-verstaat dat partijen het erover eens zijn dat de VW Touareg aan de vrouw wordt

toegedeeld en dat de BMW M3 en de Mercedes met kenteken [kentekennummer] aan de man worden

toegedeeld, zonder nadere verrekening;

-bepaalt dat de polis bij Zwitserleven, voor zover deze op de peildatum nog enige

waarde vertegenwoordigde, wordt toegedeeld aan de man, waarbij de man de helft van de

netto opgebouwde waarde per de datum van de onderhavige beschikking (dan wel, voor

zover de polis enige waarde had op de peildatum en deze inmiddels doch na de peildatum is

opgeheven, de helft van de waarde per de datum waarop de verzekering is opgeheven), aan

de vrouw dient te voldoen uiterlijk een maand na de datum van die beschikking,

waarbij de man de eventuele fiscale gevolgen voor de vrouw voor zijn rekening dient te

nemen;

-verstaat dat partijen het erover eens zijn dat de splitsing (50-50%) zoals vermeld in

de brief van CFK van 1 juli 2013 in stand zal worden gelaten, nu dit aansluit bij het CFK

reglement;

-bepaalt dat partijen bij helfte gerechtigd zijn tot de per peildatum 9 november 2010

in het trustfund EBT aanwezige waarde, waarbij de man aan de vrouw dient te voldoen de

helft van de netto waarde die tegen de datum van deze beschikking aanwezig is in het

trustfund;

-bepaalt dat de vordering uit hoofde van verschuldigde huur van de woning in Spanje

van partijen aan de vrouw wordt toegedeeld onder de verplichting van de vrouw om een

bedrag ter hoogte van de helft van hetgeen de vrouw netto - onder aftrek van de kosten van

uitwinning - uitwint aan de man te voldoen. De vrouw dient uit hoofde van reeds

geïncasseerde huurpenningen aan de man te voldoen € 1.131,06;

-bepaalt dat de vrouw gehouden is de helft van de op de peildatum 9 november 2010

aanwezige contanten in de door haar aangehouden kluis bij de Rabobank, te weten

€ 90.000,00, aan de man te voldoen;

-bepaalt dat de woning in Spanje dient te worden verkocht aan een derde, waarna de

netto opbrengst bij helfte tussen partijen wordt gedeeld;

Deze beslissing is tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard en voorts is de vrouw veroordeeld om uit hoofde van overbedeling betreffende de banksaldi een bedrag van € 369.489,16 aan de man te voldoen en is bepaald dat de saldi van de gezamenlijke bankrekeningen (de en/of rekeningen beschreven onder X) van die beschikking per peildatum 9 november 2010 bij helfte dienen te worden gedeeld.

3.2.

De vrouw verzoekt in haar appelrekest met vernietiging van de bestreden beschikking, alsmede de tussenbeschikking van 5 november 2014:

PRIMAIR

De verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen partijen welke door scheiding is ontbonden vast te stellen als volgt per peildatum 9 november 2010, subsidiair als peildatum aan te houden waar het betreft de verdeling van de zichtbare contanten (sub 10) en banksaldi (sub 11) 1 januari 2010 respectievelijk de datum van verdeling c.q. de eindbeschikking:

Te verdelen actief

1. Overwaarde woning [plaats c]

2. Inboedel [plaats d] , [plaats c] , Spanje

3. Huis Spanje

4. Kosten Spanje

5. Auto’s

6. Polis Zwitserleven

7. CFK

8. EBT

9. Woningen [plaats d] , [plaats e] en [woonplaats a] en de zich daarin bevindende inboedel

10. Contanten

11. ‘ Zichtbare’ banksaldi

12. ‘ Onzichtbare’ contanten en banksaldi

13. Eenmanszaak en de zakelijke rekeningen van de man

Ad 1.

Bij helfte toe te delen aan partijen, onder de gehoudenheid van de man om het aandeel van de vrouw aan haar uit te keren.

Ad 2.

[plaats d] en [plaats c] toe te delen aan de man, onder zijn gehoudenheid om de helft van de waarde aan de vrouw te vergoeden, deze waarde zijnde € 50.000, daardoor een bedrag ad €25.000 aan de vrouw.

Spanje toe te delen aan de vrouw (indien deze woning aan de vrouw zal worden toebedeeld), onder haar gehoudenheid om de helft van de waarde aan de man te vergoeden, deze waarde zijnde nihil. Indien de woning verkocht wordt, dan zal de inboedel wat de vrouw betreft onverdeeld kunnen blijven en ‘mee verkocht’ kunnen worden waarbij de opbrengst samen met de opbrengst van de woning tussen partijen zal worden verdeeld.

Ad 3.

Primair: Toe te bedelen aan de vrouw indien de waarde van het aan de man uit te keren

onverdeeld aandeel in de woning lager zal zijn dan hetgeen de man uit hoofde van de verdere

verdeling nog aan de vrouw verschuldigd is (zodat de vrouw zich zal kunnen beroepen op

verrekening en zij dienaangaande geen daadwerkelijke liquiditeit verschuldigd zal zijn). Zulks onder het leggen van een last op de man om op eerste schriftelijk verzoek van de vrouw zijn stipte medewerking te verlenen aan het verlijden van de notariële acte (escritura) ten overstaan van een notaris ter plaatse binnen één maand na betekening van de ten deze te geven beslissing op straffe van een dwangsom van € 15.000 voor iedere dag dan wel dagdeel welke de man na één maand na betekening met de nakoming hiervan in gebreke blijft welke dwangsom niet te maximeren.

Subsidiair: partijen te gelasten de woning te verkopen waarbij de opbrengst bij helft tussen

partijen verdeeld zal worden.

Ad 4.

De man te veroordelen tot betaling van de helft van de door de vrouw gemaakte en betaalde

kosten aan de woning in Spanje vanaf 9 november 2010 tot aan het moment van verdeling van de woning c.q. de gezamenlijke eigendomsoverdracht aan een derde.

Ad 5.

Aan de man toe te delen de BMW M3 en de Mercedes. Aan de vrouw toe te bedelen de VW

Touareg, zulks onder de gehoudenheid van de man om de vrouw aan overbedeling te betalen

een bedrag ad € 10.000.

Ad 6.

Aan de man toe te delen de polis bij Zwitserleven, onder zijn gehoudenheid om de vrouw de helft te vergoeden van de netto opgebouwde waarde per de datum verdeling (dan wel, voor zover de polis enige waarde had op de peildatum en deze inmiddels doch na de peildatum is opgeheven, de helft van de waarde per de datum waarop de verzekering is opgeheven), waarbij de man de eventuele fiscale gevolgen voor de vrouw voor zijn rekening dient te nemen.

Ad 7.

Het CFK pensioen te verdelen en te splitsen (50-50%), overeenkomstig zoals vermeld in de brief van CFK van 1 juli 2013.

Ad 8.

Aan de man toe te delen (de waarde van) het EBT fund, onder zijn gehoudenheid om de vrouw de helft te vergoeden van de netto opgebouwde waarde per de datum verdeling (dan wel, voor zover het fund enige waarde had op de peildatum en deze inmiddels doch na de peildatum is opgeheven, de helft van de waarde per de datum waarop het fund is opgeheven), waarbij de man de eventuele fiscale gevolgen voor de vrouw voor zijn rekening dient te nemen.

Ad 9.

Deze woningen en inboedel zijn inmiddels zonder verrekening partieel verdeeld.

Ad 10.

Primair: de door de vrouw gehouden contanten op de peildatum zonder nadere

verrekening door haar te doen laten behouden vanwege het feit dat de man daarmee heeft

ingestemd. Subsidiair de door partijen over en weer gehouden contanten op de peildatum bij helft te verdelen en daarbij tevens acht te slaan op het feit (en dit te verdisconteren in c.q. mee te wegen bij deze verdeling) dat de man in de periode april 2009 tot en met 1 januari 2010 een bedrag ad € 1.250.000 aan inkomen en vermogen heeft ontvangen.

Ad 11.

Primair: de door de vrouw gehouden banksaldi op de peildatum zonder nadere verrekening door haar te doen laten behouden vanwege het feit dat de man daarmee heeft ingestemd. Subsidiair de banksaldi op de door partijen over en weer gehouden zichtbare bankrekeningen op de peildatum bij helft te verdelen, en daarbij tevens acht te slaan op het feit (en dit te verdisconteren in c.q. mee te wegen bij deze verdeling) dat de man in de periode april 2009 tot en met 1 januari 2010 een bedrag ad € 1.250.000 aan inkomen en vermogen heeft ontvangen.

Ad 12.

De door de man behouden onzichtbare contanten, banksaldi op de door de man gehouden onzichtbare bankrekeningen en overig onzichtbaar vermogen (het onzichtbaar actief) op de peildatum aan de vrouw te doen verbeuren althans subsidiair bij helft te verdelen, primair op basis van schatting aan de hand van de door de vrouw ingebrachte reconstructie dan wel subsidiair aan de hand van een door uw gerechtshof zelf vast te stellen schatting.

Ad 13.

De eenmanszaak aan de man toe te scheiden onder verbeurte van de waarde van de

eenmanszaak aan de vrouw, zijnde een bedrag ad € 225.000, althans een door het gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag, althans subsidiair bij helft te verdelen.

Ultimo de man bij dit alles te veroordelen om aan de vrouw te voldoen het aan haar toekomend eindsaldo uit hoofde van de hiervoor onder 1 sub 1 tot en met 13 beschreven verdeling (overbedeling) van de ontbonden gemeenschap van goederen, dit bedrag te vermeerderen met de navolgende bedragen (ex artikel 3:194 lid 2 BW):

- € 675.000 verzwegen salaris (strafbepaling).

- € 92.000 verzwegen ontbindingsvergoeding (strafbepaling).

- te vermeerderen en aan te vullen met de nog nader vast te stellen bedragen in het kader van de bonussen, welke primair $ 1.000.000 en $ 1.000.000 hebben

bedragen, subsidiair $ 420.000, $ 397.500 en € 35.000.

- alle verzwegen banktegoeden bij Gazprombank.

- alle verzwegen banktegoeden bij Citibank.

één en ander zoals omschreven in het lichaam van dit beroepschrift en hierboven in dit petitum, en daarbij te bepalen dat de man zijn aanspraken op die

vermogensbestanddelen heeft verbeurd en dat die vermogensbestanddelen dus

volledig dienen te worden toebedeeld aan de vrouw zonder nadere verrekening.

SUBSIDIAIR

De verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen partijen welke door scheiding is

ontbonden naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de opmerkingen die de vrouw in dit beroepschrift naar voren heeft gebracht, en al dan niet op basis van schatting aan de hand van de door de vrouw ingebrachte reconstructie dan wel subsidiair aan de hand van een door uw gerechtshof zelf vast te stellen schatting.

PRIMAIR EN SUBSIDIAIR

Incidentele vorderingen

A. Voorts bij beschikking in incident op grond van het bepaalde in artikel 843a Rv en artikel 22 Rv de man te bevelen om de onderstaande vragen te beantwoorden, al dan niet aangevuld met nader door het gerechtshof ambtshalve op te werpen vragen, met onderbouwing van de stukken en bescheiden die aan deze beantwoording dienstbaar zijn (niet limitatief):

I: Wat is er met het overgespaard actief aan het eind van de periode Schotland

gebeurd?

II. Kunt u inzicht geven in de totale geldstromen die door het EBT trustfund zijn gegaan

en gekomen (ontvangen bedragen en bedragen uitgegaan) vanaf het moment van

oprichting van het fund, waaronder het extra netto inkomen ad £ 684.225.

III. De vrouw heeft bij reconstructie een groot aantal geldstromen/betalingen inzichtelijk

gemaakt gedurende de periode ‘Schotland’ (in totaal circa € 3.300.000), waarbij grote

geldbedragen telkens naar onbekende coderekeningen zijn gestort. Welke

rekeningen betreft dat? Stonden deze (mede) op uw naam? Wat is er vervolgens met

deze bedragen gebeurd en wat is het verdere verloop geweest?

IV. Kunt u een nadere toelichting geven op de stelling van de vrouw omtrent de euro- en

dollarrekening bij Gazprom?

V. Kunt u een nadere toelichting geven op de stelling van de vrouw met betrekking tot de

‘4260’ rekening?

VI. Kunt u een nadere onderbouwing geven op uw stelling dat al het geld van partijen is

opgemaakt?

VII. Kunt u een sluitend overzicht van bankafschriften van de Gazprombank verstrekken

over de periode 2006 - 2010, opgesteld in de Engelse taal en met tegenrekeningen

zichtbaar?

VIII. Kunt de fiscale aangiftes overleggen over de periode 2006-2010?

IX. Kunt u aangeven wat er met de afkoopsom ad € 92.000 is gebeurd, die u in

augustus 2009 heeft ontvangen, Op welke rekening is deze door u ontvangen en wat

is het verdere verloop geweest?

X. Kunt u onderbouwd aangegeven of u in de periode Schotland en/of Rusland

aanvullende inkomsten heeft ontvangen (en zo ja, waar is dat ontvangen en wat is het

verdere verloop geweest) uit hoofde van:

• Tekenbonussen.

• Reclamedeals.

• Loyaliteitsbonussen.

• Doorverkoopvergoedingen.

Opmerking: Het Gerechtshof wordt daarbij verzocht om uit de antwoorden op deze vragen bij eindbeschikking in beroep de gevolgtrekkingen met betrekking tot de te gelasten verdeling te maken die het hof geraden acht.

B. Voorts bij beschikking in incident op grond van het bepaalde in artikel 361 lid 2 Rv te bevelen, uitvoerbaar bij voorraad, tot de schorsing van de tenuitvoerlegging van de beschikking d.d. 18 maart 2015 met zaak-/rekestnummer 0/14/113458/ES RK 09-954 en 0/14/151683/ES RK 14/144, door de rechtbank Noord-Holland (locatie Alkmaar), tussen de vrouw (appellante) en de man (geïntimeerde), gewezen, althans bij beschikking in het incident, uitvoerbaar bij voorraad, de tenuitvoerlegging van de beschikking d.d. 18 maart 2015 met zaak-/rekestnummer C/14/113458/ES RK 09-954 en C/14/151683/ES RK 14/1 44, door de rechtbank Noord-Holland (locatie Alkmaar), tussen de vrouw (appellante) en de man (geïntimeerde) gewezen, te schorsen.

A en B. Met veroordeling van de man in de kosten van het incident, daaronder begrepen alle kosten welke op de tenuitvoerlegging vallen.

3.3.

De man verzoekt de bestreden beschikking te bekrachtigen.

4 Beoordeling van het hoger beroep

5 Slotsom

6 Beslissing