Home

Gerechtshof Amsterdam, 31-03-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1066, 200.172.375/01 OK en 200.172.375/02 OK

Gerechtshof Amsterdam, 31-03-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1066, 200.172.375/01 OK en 200.172.375/02 OK

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
31 maart 2017
Datum publicatie
3 april 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:1066
Formele relaties
Zaaknummer
200.172.375/01 OK en 200.172.375/02 OK
Relevante informatie
Burgerlijk Wetboek Boek 2 [Tekst geldig vanaf 13-03-2024 tot 01-01-2025], Burgerlijk Wetboek Boek 2 [Tekst geldig vanaf 13-03-2024 tot 01-01-2025] art. 354, Burgerlijk Wetboek Boek 2 [Tekst geldig vanaf 13-03-2024 tot 01-01-2025] art. 355

Inhoudsindicatie

OK; Enquête; beëindiging van het aanvullende onderzoek wegens gebrek aan financiering; toewijzing van het verzoek van de rechtspersoon tot verhaal van de onderzoekskosten; art. 2:354 en 355 BW.

Uitspraak

beschikking

___________________________________________________________________

GERECHTSHOF AMSTERDAM

ONDERNEMINGSKAMER

zaaknummers: 200.172.375/01 OK en 200.172.375/02 OK

beschikking van de Ondernemingskamer van 31 maart 2017

inzake:

[A] ,

wonende te [....] ,

VERZOEKER,

advocaat: voorheen mrs. F.M. Peters en M.D. Hazenberg, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,

thans mr. J.A. Zee, eveneens kantoorhoudende te Amsterdam,

t e g e n

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LEADERLAND TTM B.V.,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LEADERLAND TTM I B.V.,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LEADERLAND TTM II B.V.,

4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LEADERLAND TTM III B.V.,

alle gevestigd te Hilversum,

VERWEERSTERS,

advocaten: mrs. M.W.E. Evers en R.Q Potter, kantoorhoudende te Amsterdam,

e n t e g e n

1 [B] ,

wonende te [....] ,

BELANGHEBBENDE,

advocaat: voorheen mr. C.J. Jager, kantoorhoudende te Amsterdam,

thans mr. Ü. Arslan, kantoorhoudende te Den Haag,

e n t e g e n

2 2. [C] ,

wonende te [....] ,

BELANGHEBBENDE,

advocaten: mr. J.A. Meijer, kantoorhoudende te Den Haag,

e n t e g e n

3 [D] ,

wonende te [....] ,

BELANGHEBBENDE,

advocaten: tot 20 november 2015 mrs. I.S. Oosterhoff en R.J.T. Kamstra, beiden kantoorhoudende te Amsterdam, thans mr. C.F.J.M. Nelemans, kantoorhoudende te Schiphol-Rijk.

1 Het verloop van het geding

2 De feiten

3 De gronden van de beslissing

4 De beslissing