Gerechtshof Amsterdam, 16-02-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1898, 23-002215-16
Gerechtshof Amsterdam, 16-02-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1898, 23-002215-16
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 16 februari 2017
- Datum publicatie
- 24 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2017:1898
- Zaaknummer
- 23-002215-16
Inhoudsindicatie
lokaalvredebreuk en verduistering
Uitspraak
parketnummer: 23-002215-16
datum uitspraak: 16 februari 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 15 juni 2016 in de strafzaak onder de parketnummers 13-702095-16 en 13-026888-15 (TUL) tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
[adres]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 oktober 2016 en 2 februari 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft verdachte vrijgesproken van het hem (impliciet cumulatief) onder 2 tenlastegelegde, voor zover dit ziet op de verduistering van de OV-chipkaart van [slachtoffer 1].
De verdachte heeft onbeperkt hoger beroep ingesteld, dit is dus mede gericht tegen deze in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak.
Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:hij op of omstreeks 12 juni 2016 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, in een woning/besloten lokaal/besloten erf, gelegen aan [plaats] en in gebruik bij [medeverdachte] en/of lunchroom 'Zulle we', althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd;
2:hij in of omstreeks de periode van 12 mei 2016 tot en met 12 juni 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk een of meerdere OV-chipkaart(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als houder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.