Home

Gerechtshof Amsterdam, 11-04-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2204, 23-000952-15

Gerechtshof Amsterdam, 11-04-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2204, 23-000952-15

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
11 april 2017
Datum publicatie
16 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:2204
Zaaknummer
23-000952-15

Inhoudsindicatie

Afpersing toerst Kalverstraat en vervolgens met gestolen creditcard geld uit de automaat pinnen.

Uitspraak

afdeling strafrecht

parketnummer: 23-000952-15

datum uitspraak: 11 april 2017

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 februari 2015 in de strafzaak onder de parketnummers

13-741306-14, 13-654034-14 (TUL) en 13-670588-12 (TUL) tegen

[naam] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,

[adres 1] ,

[detentie]

Ontvankelijkheid hoger beroep

De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep te kennen gegeven dat het door de officier van justitie ingestelde hoger beroep zich niet richt tegen de beslissing ter zake het onder 1 ten laste gelegde, waarvan de verdachte in eerste aanleg is vrijgesproken.

Het hof overweegt dat het openbaar ministerie onbeperkt hoger beroep heeft ingesteld. Nu door het openbaar ministerie geen bezwaren tegen de in het vonnis onder 1 gegeven vrijspraak zijn opgegeven en ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van dit feit, zal het openbaar ministerie, gelet op het bepaalde in artikel 416, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep onder 1 gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van

13 augustus 2015 en 28 maart 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.

Tegen voormeld vonnis is door het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, ten laste gelegd dat:

2. primairhij op of omstreeks 21 september 2014 te Amsterdam, althans in Nederland, op de openbare weg, de [adres 4] , in elk geval op een openbare weg, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (inhoudende een creditcard en/of een geldbedrag van 300,- euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte voornoemde [slachtoffer] heeft aangesproken en/of (vervolgens) opzettelijk gewelddadig en/of dreigend en/of onverhoeds

- naast voornoemde [slachtoffer] is gaan zitten en/of

- een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp aan voornoemde [slachtoffer] heeft getoond en/of voorgehouden en/of gericht en/of gericht gehouden op de onderrug van voornoemde [slachtoffer] en/of

- tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd: "The situation is different right now" en/of dat hij mee moest lopen met hem, verdachte en/of niets moest zeggen en/of niet op hulp moest roepen omdat hij mensen in de buurt had die hem konden helpen, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;

2. subsidiairhij op of omstreeks 21 september 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een crediticard (mastercard) heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

3.hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 21 september 2014 te Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een betaal(geld)automaat heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en) (van (totaal) 3000,- euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een niet aan hem, verdachte toebehorende credit-card en/of pincode).

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Bewijsoverwegingen

Bewezenverklaring

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Strafbaarheid van de verdachte

Oplegging van straf

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Vordering tenuitvoerlegging (parketnummer 13-654034-14)

Vordering tenuitvoerlegging (parketnummer 13-670588-12)

BESLISSING