Gerechtshof Amsterdam, 24-05-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2383, 23-003820-16
Gerechtshof Amsterdam, 24-05-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2383, 23-003820-16
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 24 mei 2017
- Datum publicatie
- 26 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2017:2383
- Zaaknummer
- 23-003820-16
Inhoudsindicatie
Mishandeling arrestantenwacht, cellencomplex, strafmotivering
Uitspraak
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-003820-16
Datum uitspraak: 24 mei 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen – na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 4 oktober 2016 – op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 16 januari 2015 in de strafzaak onder parketnummer 15/710117-14 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
adres: [adres]
Procesgang
De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één week.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft de verdachte bij arrest van 22 september 2015 bij verstek niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep op grond van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Namens de verdachte is tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 4 oktober 2016 het arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd, en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teruggewezen teneinde, de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en, na terugwijzing, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 10 mei 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 04 april 2012 te 's-Gravenhage, opzettelijk mishandelend een ambtenaar, te weten [benadeelde] , gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening (te weten, als medewerker van de arrestantenwacht/parketpolitie), meermalen, althans eenmaal (met kracht), - met gebalde vuist, dan wel met vlakke hand, op/tegen/in de neus, althans het gezicht, in elk geval het hoofd, van die [benadeelde] , heeft gestompt/geslagen, waardoor voornoemde ambtenaar letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.