Home

Gerechtshof Amsterdam, 31-10-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4433, 200.212.111/01 NOT

Gerechtshof Amsterdam, 31-10-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:4433, 200.212.111/01 NOT

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
31 oktober 2017
Datum publicatie
3 november 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2017:4469
Zaaknummer
200.212.111/01 NOT

Inhoudsindicatie

Klacht tegen een notaris. Klager verwijt de notaris onzorgvuldig handelen. De klacht bestaat uit een tiental klachtonderdelen die betrekking hebben op de inhoud van een volmacht en een akte van levering aandelen en de bij het opmaken daarvan gevolgde werkwijze. Verder ziet de klacht op de wijze van het verstrekken van informatie. De kamer heeft de klacht gegrond verklaard en de notaris de maatregel van schorsing voor de duur van een maand opgelegd.

Het hof verklaart de klacht grotendeels gegrond en legt de notaris de maatregel van schorsing voor de duur van zes maanden op. Het valt de notaris ernstig te verwijten dat in één van de bij het passeren van de akte gebruikte volmachten een wezenlijke voorwaarde is toegevoegd of gewijzigd en dat een daaruit voortvloeiende akte voor de notaris is verleden zonder dat hij zich er van heeft verzekerd dat deze toevoeging of wijziging in overeenstemming is met de wil van alle partijen onder wie klager. Uit de feiten en omstandigheden blijkt bovendien dat de notaris in het geheel geen regie heeft gevoerd over de onder zijn verantwoordelijkheid vallende activiteiten en werkzaamheden. Verder heeft de notaris verzaakt in de op hem rustende plicht om zijn cliënt te informeren.

Uitspraak

beslissing

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht

zaaknummer : 200.212.111/01 NOT

nummer eerste aanleg : C/05/308775 / KL RK 16/108

beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 31 oktober 2017

inzake

[naam] ,

wonend te [plaats] ,

appellant,

gemachtigde: mr. B.G. Baljet, advocaat te Velsen-Zuid, gemeente Velsen,

tegen

mr. [naam] ,

notaris te [plaats] ,

geïntimeerde,

gemachtigde: mr. E.A.L. van Emden, advocaat te Den Haag.

1 Het geding in hoger beroep

1.1.

Appellant (hierna: klager) heeft op 21 maart 2017 een beroepschrift - met bijlage - bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer) van 22 februari 2017 (ECLI:NL:TNORARL:2017:6). De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van klager tegen geïntimeerde (hierna: de notaris) gegrond verklaard en de notaris de maatregel opgelegd van de schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van een maand.

1.2.

Van de kant van klager is op 30 maart 2017 een aanvulling op het beroepschrift - met bijlagen - ontvangen.

1.3.

De notaris heeft op 25 april 2017 een verweerschrift - met bijlagen - bij het hof ingediend.

1.4.

Het hof heeft de brief van de gemachtigde van klager van 1 september 2017, bij het hof ingekomen op 4 september 2017, buiten behandeling gelaten omdat deze brief is aangemerkt als een repliek, waarvoor geen toestemming is gegeven. Het hof heeft wel kennisgenomen van de aanvullende productie bij genoemde brief (p. 11).

1.5.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 14 september 2017. Namens klager is zijn moeder [naam] (hierna: [X] ), tevens zijn gevolmachtigde in Nederland, verschenen, vergezeld van de gemachtigde en mevrouw [naam] als tolk. Tevens is de notaris, vergezeld van zijn gemachtigde, verschenen. Allen hebben het woord gevoerd; de gemachtigden ieder aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota.

2 Stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3 Feiten

3.1.

Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.

3.2.

Kort weergegeven gaat het in deze zaak om het volgende.

3.2.1.

Klager was houder van 60% van de aandelen in de besloten vennootschap [B.V.1] (hierna: [B.V.1] ).

3.2.2.

Op 21 december 2012 heeft klager bij de notaris een algemene notariële volmacht ondertekend waarbij klager aan zijn moeder, [X] , de bevoegdheid heeft verleend om in zijn naam en voor zijn rekening alle rechtshandelingen te verrichten en verklaringen in ontvangst te nemen. In de volmacht is verder onder meer de bevoegdheid aan de gevolmachtigde gegeven om klager te vertegenwoordigen in zijn hoedanigheid van aandeelhouder in het kapitaal van [B.V.1] , waaronder uitdrukkelijk begrepen de bevoegdheid tot verkoop en levering van de aandelen. Bij dit bezoek aan de notaris werd klager vergezeld door de heer [Y] (hierna: [Y] ) als adviseur.

3.2.3.

Op 30 september 2013 is klager op het notariskantoor verschenen. De notaris heeft op deze dag de handtekening van klager op een verkoopvolmacht gelegaliseerd.

3.2.4.

Bij e-mailbericht van 31 oktober 2013 heeft mevrouw [Z] (hierna: [Z] ), de toenmalige medewerkster van de notaris, aan [Y] het volgende meegedeeld:

“(...) Graag je akkoord op het concept van de akte en de eerste pagina van de volmacht op jullie gele papier afdrukken. Ik heb in de volmacht bij de koopsom nog toegevoegd dat de koopsom wordt omgezet in een lening. (…)”.

3.2.5.

De notaris heeft op 31 oktober 2013 een akte levering aandelen verleden, waarbij de aandelen van klager in [B.V.1] geleverd zijn aan [B.V.2] (hierna: [B.V.2] ). In de akte is vermeld dat de koopsom € 100.000,00 bedraagt en dat koper de koopsom aan verkoper/klager heeft voldaan door middel van omzetting van de koopsom in een vordering uit geldlening tot hetzelfde bedrag, zulks onder nader tussen verkoper en koper overeen te komen voorwaarden en bedingen, waarvan zij in de akte geen nadere omschrijving hebben verlangd. In de akte heeft verkoper aan koper kwijting verleend voor de betaling van de koopsom.

3.2.6.

Bij het passeren van de akte zijn partijen niet in persoon verschenen. De notaris heeft volgens de akte op basis van volmachten gehandeld. Voor wat betreft de volmacht van klager ging het daarbij om de volmacht van 30 september 2013.

3.2.7.

De onder 3.2.6. bedoelde volmachten zijn wat de vermelding van de ‘purchase price’ betreft niet identiek. In de volmacht die door de verkoper (klager) zou zijn afgegeven staat: ‘one hundred thousand euro (€ 100,000.00), which purchase price will be converted in a loan to the same amount’. In de volmacht afgeven door de koper ( [B.V.2] ) ontbreekt de toevoeging ‘which purchase price will be converted in a loan to the same amount’. Voorts is het lettertype van de eerste bladzijde van de volmacht die door klager zou zijn afgegeven anders dan het lettertype van de tweede bladzijde. De eerste pagina van de volmacht die door klager zou zijn afgegeven is niet voorzien van een handtekening of paraaf. Het lettertype van de volmacht afgegeven door de koper is op beide bladzijden identiek en op beide bladzijden is een handtekening geplaatst.

3.2.8.

[Z] is in 2014 overleden.

3.2.9.

Op 21 september 2015 heeft de notaris afschriften van de akten waarbij klager partij was aan [X] als gevolmachtigde van klager verzonden.

4 Standpunt van klager

5 Standpunt van de notaris

6 Beoordeling

7 Beslissing