Gerechtshof Amsterdam, 07-05-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1566, 200.234.096/01
Gerechtshof Amsterdam, 07-05-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1566, 200.234.096/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 7 mei 2019
- Datum publicatie
- 7 mei 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2019:1566
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:2103, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- 200.234.096/01
Inhoudsindicatie
Investering voor meer dan miljard dollar in (o.m.) olievelden in republiek Kazachstan. Volgens inves-teerders heeft Kazachstan zich investeringen onrechtmatig toegeëigend. Kazachstan in Zweeds arbitraal vonnis veroordeeld tot betaling half miljard dollar. Investeerders leggen conservatoir beslag op aandelen van een Joint Stock Company (JSC) – waarvan Kazachstan oprichter en enig aandeelhouder is – in Nederlandse BV. JSC vordert opheffing beslag. Vraag of beslag onrechtmatig is omdat het niet is gelegd op goed van schuldenaar (Kazachstan) maar op goed van derde (JSC). Toepasselijk recht. Immuniteit jurisdictie. Immuniteit executie. Geen onrechtmatig beslag, omdat voorshands aannemelijk is dat JSC misbruik maakt van bevoegdheid zich op juridische zelfstandigheid te beroepen. Beslag evenmin opgeheven op grond dat beslaglegger misbruik van bevoegdheid maakt.
Uitspraak
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.234.096/01 KG
zaaknummer/rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/638381 / KG ZA 17-1217
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 7 mei 2019
inzake
1. de vennootschap naar buitenlands recht
SAMRUK-KAZYNA JSC,
gevestigd te Astana (Kazachstan),
appellante,
advocaat: mr. H.F. van Druten te Amsterdam,
en
zetelend te Astana (Kazachstan),
gevoegde partij,
advocaat: mr. A.W.P. Marsman te Amsterdam,
tegen
1 [X] ,
wonend te [woonplaats] ( [land] ),
2. [Y],
wonend te [woonplaats] ( [land] ),
3. de vennootschap naar buitenlands recht
ASCOM GROUP S.A.,
gevestigd te Chisinau (Moldavië),
4. de vennootschap naar buitenlands recht
TERRA RAF TRANS TRAIDING LTD.,
gevestigd te Gibraltar,
geïntimeerden,
advocaat: mr. G.J. Meijer te Amsterdam.
Partijen worden hierna Samruk, Kazachstan en [X] c.s. genoemd.
1 Het verloop van het geding in hoger beroep
Samruk is bij dagvaarding van 2 februari 2018 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 5 januari 2018, in deze zaak onder bovengenoemd zaaknummer/rolnummer gewezen tussen Samruk als eiseres en [X] c.s. als gedaagden.
Samruk, Kazachstan en [X] c.s. hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven zijdens Samruk, met producties;
- memorie na voeging zijdens Kazachstan;
- memorie van antwoord zijdens [X] c.s., met producties.
Samruk, Kazachstan en [X] c.s. hebben de zaak ter zitting van 13 maart 2019 doen bepleiten, Samruk door haar voornoemde advocaat alsmede door mr. J. van den Brande, advocaat te Amsterdam, Kazachstan door zijn voornoemde advocaat en [X] c.s. door hun voornoemde advocaat alsmede door mr. B.F. Assink, advocaat te Amsterdam, allen aan de hand van pleitnotities die zij daarbij in het geding hebben gebracht. Tevens is aan Samruk, Kazachstan en [X] c.s. akte verleend van het in het geding brengen van nadere producties.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Samruk heeft geconcludeerd, kort gezegd, dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en primair het ten laste van Samruk gelegde beslag op de aandelen in het kapitaal van KMG Kashagan B.V. zal opheffen, subsidiair [X] c.s. – op straffe van verbeurte van een dwangsom – zal veroordelen dit ten laste van Samruk gelegde beslag op te (doen) heffen, met beslissing over de proceskosten, inclusief nakosten en wettelijke rente.
Kazachstan heeft geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep, met beslissing over de proceskosten.
[X] c.s. hebben geconcludeerd, kort gezegd, dat het hof primair het vonnis waarvan beroep zal bekrachtigen, subsidiair – voor het geval dat het hof het beslag opheft of doet opheffen – het te wijzen arrest niet uitvoerbaar bij voorraad zal verklaren althans daaraan de voorwaarde zal verbinden dat Samruk zekerheid stelt tot het bedrag waarvoor het verlof tot het leggen van het beslag (bij beschikking van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 8 september 2017) is verleend, met beslissing over de proceskosten, inclusief nakosten en wettelijke rente.
2 De feiten
De voorzieningenrechter heeft in het vonnis waarvan beroep onder 2.1 tot en met 2.11 de feiten opgesomd die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Voor zover die feiten tussen partijen niet in geschil zijn, zal ook het hof daarvan uitgaan. Daarbij tekent het hof aan dat voor zover Samruk met grief 1 erover klaagt dat de voorzieningenrechter in rechtsoverweging 2.1 ten onrechte iets als vaststaand feit heeft opgenomen, het hof dit opgesomde feit zodanig aangevuld zal weergeven dat het, aldus geformuleerd, in elk geval juist is. Voor zover Samruk vervolgens opmerkt dat bepaalde (aanvullende) feiten niet in de opsomming zijn vermeld, doet dit aan de juistheid van de wel door de voorzieningenrechter opgesomde feiten niet af en zal het hof de door Samruk bedoelde feiten, voor zover van belang, in het hierna volgende betrekken.