Gerechtshof Amsterdam, 26-11-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4151, 200.251.119/01 NOT
Gerechtshof Amsterdam, 26-11-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4151, 200.251.119/01 NOT
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 26 november 2019
- Datum publicatie
- 29 november 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2019:4151
- Zaaknummer
- 200.251.119/01 NOT
Inhoudsindicatie
Klacht tegen (oud)notaris. Onderzoek wilsbekwaamheid testatrice. Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid. Notaris had terecht geen aanleiding om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid. Testatrice voldoende consistent in haar wensen. Geen reden om het Stappenplan te volgen. Klacht ongegrond.
Uitspraak
beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.251.119/01 NOT
nummer eerste aanleg : C/05/338738/KL RK 18-81
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 26 november 2019
inzake
[klaagster] ,
wonend te [plaats] ,
appellante,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
mr. [naam] ,
oud-notaris te [plaats] ,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. P.H. Kramer, advocaat te Amsterdam.
1 Het geding in hoger beroep
Appellante (hierna: klaagster) heeft op 11 december 2018 een beroepschrift bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer) van 13 november 2018 (ECLI:NL:TNORARL:2018:44). De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van klaagster tegen geïntimeerde (hierna: de oud-notaris) ongegrond verklaard.
Van klaagster is op 23 januari 2019 een aanvullende productie ontvangen.
De oud-notaris heeft op 24 januari 2019 een verweerschrift bij het hof ingediend.
De oud-notaris heeft op 30 augustus 2019 een aanvullende productie ingediend. Op 2 september 2019 is deze productie aangevuld.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 12 september 2019.
De gemachtigde van klaagster en de oud-notaris, vergezeld van haar gemachtigde zijn verschenen. Allen hebben het woord gevoerd, de gemachtigden aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnota’s.
2 Stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.
3 Feiten
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.
Kort gezegd gaat het in deze zaak om het volgende.
De zus van klaagster, mevrouw [X] (hierna te noemen: erflaatster) is geboren met een geestelijke beperking.
Klaagster is vanaf oktober 1989 tot 30 juni 2005 bewindvoerder geweest over het vermogen van erflaatster. Op 30 juni 2005 heeft de kantonrechter te Utrecht, op verzoek van erflaatster, klaagster als bewindvoerder ontslagen en tot opvolgende bewindvoerders benoemd de oom van erflaatster, de heer [Y] en zijn echtgenote mevrouw [Z] (hierna: de bewindvoerders). De bewindvoerders hebben het bewind voortgezet tot het overlijden van erflaatster.
In 2008 woonde erflaatster in een aanleunflat van [naam zorginstelling] voor mensen met een licht tot matig verstandelijke beperking. Een medewerker van [naam zorginstelling] heeft contact opgenomen met de oud-notaris om een afspraak te maken voor een bespreking bij erflaatster thuis over een door haar te maken testament.
Een bij het kantoor van de oud-notaris werkzame kandidaat-notaris (hierna te noemen: de kandidaat-notaris) is op 9 september 2008 bij erflaatster thuis geweest om haar wensen voor een testament te bespreken. Op 8 oktober 2008 heeft de oud-notaris bij erflaatster thuis het testament besproken en vervolgens verleden. In het testament heeft erflaatster twee goede doelen en de bewindvoerders tot erfgenaam benoemd. Haar inboedel heeft ze gelegateerd aan een goed doel.
Erflaatster is op [overlijdensdatum] overleden.