Gerechtshof Amsterdam, 12-05-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1355, 200.246.707/01
Gerechtshof Amsterdam, 12-05-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1355, 200.246.707/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 12 mei 2020
- Datum publicatie
- 22 juni 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2020:1355
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:686, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 200.246.707/01
Inhoudsindicatie
Art. 7 lid 1 Kostenwet invordering rijksbelastingen. Rol burgerlijke rechter bij ambtshalve beoordeling door de Ontvanger van een verzoek tot vermindering kosten op grond van art. 75 lid 7 Leidraad Invordering 2008. HR 8 juli 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1042.
Uitspraak
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.246.707/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/634587/HA ZA 17/848
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 12 mei 2020
inzake
1 [X] B.V.,
2. CONTAINER COMPANY AMSTERDAM B.V.,
3. [X] LOGISTICS B.V.,
4. [X] MANAGEMENT B.V.,
5. [X] STUWADOORS B.V.,
6. TRANSIT TERMINAL AMSTERDAM B.V.,
7. BCA INTERMODAL B.V. en
8. UNITED STEVEDORES AMSTERDAM V.O.F.,
alle gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. A.J. Tekstra te Amsterdam,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST (GROTE ONDERNEMINGEN),
mede kantoorhoudend te Amsterdam,
geïntimeerde,
advocaat: mr. E.E. Schipper te Amsterdam.
1 Het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna [X] Beheer c.s. en de Ontvanger genoemd.
[X] Beheer c.s. zijn bij dagvaarding van 18 september 2018 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 juni 2018, onder bovenvermeld zaak- en rolnummer gewezen tussen [X] Beheer c.s. als eiseressen en de Ontvanger als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord;
- akte;
- antwoordakte.
Vervolgens is arrest gevraagd.
[X] Beheer c.s. hebben geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog hun vorderingen zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten.
De Ontvanger heeft geconcludeerd in geval van vernietiging van het bestreden vonnis de vorderingen van [X] Beheer c.s. alsnog af te wijzen, met - uitvoerbaar bij voorraad - beslissing over de proceskosten.
De Ontvanger heeft in hoger beroep bewijs van zijn stellingen aangeboden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.5 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt.
Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
[X] Beheer c.s. vormen een fiscale eenheid voor de omzetbelasting; tezamen vormen zij de [X] Group. De fiscale eenheid heeft omzetbelasting die zij over de tijdvakken augustus en september 2012 op aangifte had moeten voldoen niet betaald. De verschuldigde belasting is van haar nageheven door middel van twee naheffingsaanslagen.
In 2012 is bij de fiscale eenheid een betalingsachterstand ontstaan met betrekking tot de naheffingsaanslagen ten bedrage van € 1.010.215 (hierna: de belastingschuld). Bij afzonderlijke beschikkingen van 14 december 2012 heeft de Ontvanger de afzonderlijke vennootschappen (hierna: de vennootschappen) die deel uitmaken van de fiscale eenheid ieder hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de belastingschuld. Dit bedrag diende vóór 26 januari 2013 te worden betaald.
[X] Beheer c.s. hebben de belastingschuld niet voldaan binnen de gestelde termijn. Daarop heeft de Ontvanger op 7 mei 2013 aan elk van de vennootschappen afzonderlijk een dwangbevel met bevel tot betaling uitgevaardigd. Deze dwangbevelen zijn op 28 mei 2013 binnen zeven minuten door de belastingdeurwaarder aan de vennootschappen betekend op hetzelfde adres. Voor deze betekeningen is per vennootschap een bedrag van € 11.393 aan betekeningskosten vastgesteld. De totale bij [X] Beheer c.s. in rekening gebrachte betekenings-kosten bedragen daarmee € 91.144.
[X] Beheer c.s. hebben ter zake de belastingschuld en de betekeningskosten een betalingsregeling getroffen met de Ontvanger. Deze is inmiddels volledig nagekomen door [X] Beheer c.s.
[X] Beheer c.s. hebben op 9 maart 2017 een verzoek (hierna: het verzoek) tot vermindering van de betekeningskosten ingediend bij de Ontvanger. Bij brief van 10 april 2017 heeft de Ontvanger besloten tot afwijzing van het verzoek (hierna: de afwijzingsbeslissing), die, voor zover van belang, inhoudt:
(...)
termijn indiening
De kosten voor de betekening zijn vastgesteld bij voor beroep vatbare beschikkingen van 28 mei 2013. Uw administratief beroep met dag-tekening 9 maart 2017 heb ik ontvangen op 9 maart 2017.
Het administratief beroep moet binnen zes weken na de datum van de betekening van het dwangbevel zijn ingediend. Is het administratief beroep binnen zes weken ter post bezorgd, dan is het nog op tijd als ik het uiterlijk in de zevende week ontvang.
Ik heb uw administratief beroep niet binnen deze termijn ontvangen. Uw administratief beroep is daarom (...) om die reden niet ontvankelijk.