Home

Gerechtshof Amsterdam, 19-10-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2918, 200.288.561/01 NOT

Gerechtshof Amsterdam, 19-10-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2918, 200.288.561/01 NOT

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
19 oktober 2021
Datum publicatie
29 oktober 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:2918
Zaaknummer
200.288.561/01 NOT

Inhoudsindicatie

Klacht tegen een notaris. Notaris was lid van het stembureau tijdens een partnervergadering van zijn kantoor. Notaris heeft tijdens deze vergadering niet gehandeld in zijn hoedanigheid van notaris. Ook was er geen sprake van ernstig handelen welke een notaris niet betaamt. ECLI:NL:GHAMS:2020:1165. Klacht ongegrond.

Uitspraak

beslissing

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht

zaaknummer : 200.288.561/01 NOT

nummer eerste aanleg : 20-10

beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 19 oktober 2021

inzake

[klager] ,

wonend te [woonplaats] ,

appellant,

gemachtigde: mr. E. van der Wiel, advocaat te Amsterdam,

tegen

[notaris] ,

notaris te [plaats] ,

geïntimeerde,

gemachtigde: mr. J. Mencke, advocaat te Amsterdam.

Partijen worden hierna klager en de notaris genoemd.

1 De zaak in het kort

Op 28 januari 2020 is tijdens een Algemene Vergadering van Leden (hierna te noemen AVL) van de partners van [X] (hierna te noemen: [X] ) goedkeuring verleend aan het voorgenomen besluit van het bestuur om – kort gezegd – het partnerschap van klager onmiddellijk te beëindigen. De notaris is partner bij [X] en was bij deze AVL aanwezig. Tijdens de vergadering heeft de notaris – samen met een andere notarispartner van [X] – de tijdens de vergadering uitgebrachte stemmen geteld en de voorzitter van de vergadering over de uitslag van de stemming geïnformeerd. Klager is van mening dat de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door als notaris onderdeel uit te maken van het stembureau, terwijl hij zelf ook heeft meegestemd en een belang had bij de uitslag van de stemming.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

Mr. R. Sanders en mr. V. Balvers, advocaten te Leiden, hebben op 15 januari 2021 namens klager een beroepschrift bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag (hierna te noemen: de kamer) van 17 december 2020 (ECLI:NL:TNORDHA:2020:27). De gemachtigde van de notaris heeft op 25 februari 2021 namens de notaris een verweerschrift bij het hof ingediend.

2.2.

De gemachtigde van klager heeft op 1 juli 2021 het hof schriftelijk bericht dat hij thans in deze procedure optreedt als gemachtigde van klager. Bij dit bericht heeft hij tevens een nadere productie ingediend.

2.3.

Het hof heeft voorts de stukken van de eerste aanleg van de kamer ontvangen.

2.4.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 8 juli 2021. Klager en de notaris, vergezeld van hun gemachtigden, zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; de gemachtigde van klager aan de hand van een overgelegde pleitnota.

3 Feiten

Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.

3.1.

Klager is – via zijn praktijkvennootschap ( [Y] B.V.) – per 1 januari 2018 gestart als partner Tax bij [X] .

3.2.

Op 8 januari 2020 heeft het bestuur van [X] besloten om per die datum de voortzetting van de werkzaamheden van klager en diens praktijkvennootschap onder de aansluitingsovereenkomst tot nader order te schorsen. Dit besluit betekende onder andere dat klager de toegang tot het kantoor werd ontzegd.

3.3.

Op 13 januari 2020 heeft het bestuur van [X] alle partners van [X] opgeroepen voor een AVL op 28 januari 2020 onder gelijktijdige toezending van een notitie met bijlagen. De notitie bevatte een samenvatting van de bevindingen van het bestuur en de overwegingen die het bestuur tot het aan de AVL voor te leggen besluit heeft gebracht.

3.4.

Op de agenda van de AVL stond één vergaderpunt, te weten:

Partneraangelegenheden

a. Besluit: goedkeuring van de algemene vergadering t.a.v. het voorgenomen besluit van het Bestuur tot:

(i) het met onmiddellijke ingang beëindigen van de aansluitingsovereenkomst van [Y] en [Y] B.V. met [X] ; en

(ii) het met onmiddellijke ingang opzeggen van het lidmaatschap van [Y] B.V. van [X] .

3.5.

Op 28 januari 2020 waren alle partners ter vergadering in persoon aanwezig (sommigen via een live videoverbinding) dan wel vertegenwoordigd door volmacht. Tijdens de vergadering heeft het bestuur van [X] een mondelinge toelichting gegeven op het voorgenomen besluit. Vervolgens heeft de gemachtigde van klager de vergadering toegesproken. Klager was in persoon aanwezig en heeft zelf het laatste woord gevoerd om zijn visie kenbaar te maken.

3.6.

De secretaris heeft daarna de stembriefjes uitgedeeld. De partners hebben vervolgens hun stem uitgebracht. De voorzitter van de vergadering had twee leden van [X] – de notaris en notaris [notaris 2] (hierna te noemen: [notaris 2] ) – gevraagd om de stembriefjes op te halen, de uitgebrachte stemmen te tellen en de uitslag aan de voorzitter mede te delen. [notaris 2] en de notaris hebben de stembriefjes in een andere ruimte geteld. Het briefje met de uitslag is aan de voorzitter van de vergadering overhandigd. Klager was de enige die tegen het voorgenomen besluit heeft gestemd, de overige 45 leden stemden voor het voorgenomen besluit. Daarmee was het besluit genomen om met onmiddellijke ingang de aansluitingsovereenkomst van klager en diens praktijkvennootschap met [X] te beëindigen en om met onmiddellijke ingang het lidmaatschap van de praktijkvennootschap van [X] op te zeggen.

3.7.

Klager heeft ook een klacht ingediend bij de kamer voor het notariaat te Amsterdam tegen het handelen van [notaris 2] bij de AVL. Bij voorzittersbeslissing van 18 juni 2020 (ECLI:NL:TNORAMS:2020:10) is klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht tegen [notaris 2] . Klager heeft daartegen verzet ingesteld. Bij beslissing van de kamer voor het notariaat te Amsterdam van 1 december 2020 (ECLI:NL:TNORAMS:2020:9) is het verzet van klager ongegrond verklaard.

4 Standpunt van klager

5 Beoordeling

6 Beslissing