Home

Gerechtshof Amsterdam, 08-10-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3300, 200.295.184/01

Gerechtshof Amsterdam, 08-10-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3300, 200.295.184/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
8 oktober 2021
Datum publicatie
5 november 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:3300
Zaaknummer
200.295.184/01

Inhoudsindicatie

OK; WOR; Afwijzing verzoek

Uitspraak

beschikking

___________________________________________________________________

GERECHTSHOF AMSTERDAM

ONDERNEMINGSKAMER

zaaknummer: 200.295.184/01 OK

beschikking van de Ondernemingskamer van 8 oktober 2021

inzake

DE ONDERNEMINGSRAAD VAN STICHTING REINAERDE,

gevestigd te Utrecht,

VERZOEKER,

advocaat: mr. M. Nolet, kantoorhoudende te Amsterdam,

t e g e n

de stichting

STICHTING REINAERDE,

gevestigd te Utrecht,

VERWEERSTER,

advocaten: mr. E. de Wind en mr. C.M. van Boekel, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.

1 Het verloop van het geding

1.1

In het vervolg zal verzoeker worden aangeduid als de ondernemingsraad en verweerster als Reinaerde.

1.2

De ondernemingsraad heeft bij verzoekschrift van 3 juni 2021 de Ondernemingskamer verzocht te verklaren dat Reinaerde in redelijkheid niet heeft kunnen komen tot het besluit van 3 mei 2021 tot wijziging van de functiemix (zie 2.27), Reinaerde te gebieden voornoemd besluit in te trekken en de gevolgen daarvan ongedaan te maken en Reinaerde te verbieden handelingen te verrichten of te doen verrichten ter verdere uitvoering van het besluit.

1.3

Reinaerde heeft bij verweerschrift van 8 juli 2021 de Ondernemingskamer verzocht de ondernemingsraad niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek althans het verzoek van de ondernemingsraad af te wijzen. Indien het verzoek van de ondernemingsraad wordt toegewezen, verzoekt Reinaerde de Ondernemingskamer haar beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

1.4

Het verzoek is behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 29 juli 2021. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen en wat mr. Nolet betreft onder overlegging van tevoren toegestuurde nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.

2 Inleiding en feiten

2.1

Deze zaak gaat over het functiehuis van zorginstelling Reinaerde. Reinaerde en de ondernemingsraad zijn het eens dat herijking van het functiehuis noodzakelijk is. Zij verschillen echter van mening over de wijze waarop het nieuwe functiehuis ingericht zou moeten worden. Reinaerde meent dat een functiemix het meest passend is. De ondernemingsraad heeft een voorkeur voor zogenaamde plusfuncties/functiedifferentiatie waarbij generieke functies een aanvullende variant kennen. De ondernemingsraad meent dat, in geval voor een functiemix wordt gekozen, meer woon- en functieprofielen aan het functiehuis toegevoegd moeten worden dan Reinaerde wenselijk acht. Op de achtergrond speelt dat met de invoering van het nieuwe functiehuis zoals Reinaerde dat voor ogen heeft de tijdelijke toeslag die in 2019 aan een aantal werknemers was toegekend, komt te vervallen. Daarnaast verschillen Reinaerde en de ondernemingsraad van mening over de reikwijdte van het aan de ondernemingsraad toekomende adviesrecht.

2.2

Reinaerde is een zorginstelling die ondersteuning biedt aan mensen met een verstandelijke en lichamelijke beperking. Reinaerde biedt ambulante zorg en zorg vanuit locaties, hoofdzakelijk in de provincie Utrecht. Bij Reinaerde zijn ruim 2.700 werknemers werkzaam. Op de arbeidsovereenkomsten met deze werknemers is de cao Gehandicaptenzorg (hierna ‘de cao’) van toepassing.

2.3

In december 2018 is binnen Reinaerde vastgesteld dat, mede gelet op de veranderende zorgzwaarte en de toegenomen complexiteit van de zorg, herijking van het functiehuis voor werknemers noodzakelijk is om in de krappe arbeidsmarkt aantrekkelijk te blijven voor werknemers.

2.4

Omdat aanpassing van het functiehuis niet binnen korte termijn gerealiseerd kon worden is gekozen voor een aanpak in twee fasen. In de eerste fase heeft Reinaerde in september 2019 in overeenstemming met artikel 4.9 lid 3 van de cao aan ruim 580 medewerkers een functietoeslag van 5% toegekend met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2019. In de correspondentie aan de medewerkers is opgenomen dat het een tijdelijke toeslag betreft, tot 1 juli 2020, en dat de werknemers daaraan na die datum geen rechten kunnen ontlenen. De verwachting was dat dan de nieuwe functiebeschrijvingen en -waarderingen gereed zouden zijn.

2.5

In de tweede fase, vanaf oktober 2019, stond de invoering van een gewijzigd functiehuis en de actualisatie van de functieprofielen centraal. In 2020 heeft Reinaerde naast de functieprofielen een set zogenaamde woonprofielen ontwikkeld, waarmee in kaart is gebracht hoe de verschillende locaties zich tot elkaar verhouden voor wat betreft zorgzwaarte, ondersteuningsvraag en cliëntendoelgroep.

2.6

Op 1 december 2020 heeft Reinaerde de medewerkers bericht dat de tijdelijke toeslag verlengd is tot 1 juni 2021.

2.7

Op 15 december 2020 heeft Reinaerde een brief aan haar werknemers verstuurd, waarin voor zover van belang staat:

“Zoals je wellicht weet is er in de afgelopen periode gewerkt aan het actualiseren van de

functieprofielen van begeleidende functies. Dit heet 'Traject Functiedifferentiatie fase 2'

Middels deze brief willen wij je hierbij informeren over dit traject en de stappen die we volgen.

Waarom is besloten tot dit traject?

In de loop van de jaren is de zorgvraag van onze cliënten veranderd. Op meer plekken binnen Reinaerde is er een toegenomen zorgzwaarte. Ook was er behoefte de beschrijving van de functieprofielen van begeleiders meer herkenbaar te maken. Met het traject

functiedifferentiatie 2e fase realiseren we:

1. geactualiseerde functieprofielen met een meer herkenbare beschrijving;

2. een goede 'functiemix' op locaties die past bij de zorgvraag van de cliënten

Wat bedoelen we met functiemix?

Op (bijna) elke locatie werkt een team van begeleiders en is er een mix van functies:

begeleiders A, B, C en D. Omdat we kwaliteit zorg willen (blijven) bieden en op een aantal

plekken ook zien dat de zorgzwaarte toeneemt of wijzigt, gaan we daarvoor op alle plekken

nader bepalen welke mix nodig is om goede zorg te kunnen (blijven) bieden.

We zien dat we daarbij meer medewerkers nodig hebben op kwalificatieniveau 4 en 5 dan nu.

Dit biedt loopbaan-, en ontwikkel mogelijkheden voor de huidige medewerkers.

Hoe ziet het vervolg er uit?

De huidige functieprofielen Zorg Assistent en Begeleiders A, B, C, en D zijn geactualiseerd naar heldere en meer herkenbare beschrijvingen. De functienamen zijn gewijzigd. Voor

verpleegkundigen in begeleidende functies zijn nu twee functieprofielen opgesteld. Dit was

mede vanwege de BIG vereisten noodzakelijk.

Wat zijn de functienamen van de geactualiseerde profielen?

De functienamen zijn als volgt:

(…)

Deze functieprofielen zijn opnieuw gewogen en de inschaling is gelijk gebleven, in

samenwerking met FWG (functiewaarderingssystematiek). Om recht te doen aan de zorgvraag onderzoeken we welke functiemix past bij welke zorgvraag. Wanneer de zorgvraag zwaarder is, zal er een andere functiemix komen. Dit betekent bijvoorbeeld dat er passend bij de zorgzwaarte per locatie meer regiebegeleiders of gespecialiseerd begeleiders kunnen komen dan nu het geval is. De komende periode wordt dit per locatie in kaart gebracht en de impact ervan in beeld gebracht voorafgaand aan besluitvorming.

Wat betekent dit voor jou?

We nemen in Q1 van 2021 de ruimte voor het gesprek tussen jou en je manager over wat de functiemix voor jou persoonlijk kan betekenen. Indien gewenst ondersteund door een HR Adviseur. We bieden daarbij kansen voor ontwikkel- en loopbaanmogelijkheden. Het kan zijn dat je bevordert naar een andere functie of dat er grond is voor een andere vorm van (tijdelijke) toeslag of scholing.

De omzetting van de geactualiseerde functieprofielen is gepland per juni 2021, gelijk met het stoppen van de beloningsdifferentiatie. Omdat er geen wijziging is van inschaling en de inhoud van de functies in principe niet wijzigt, gaat het om een horizontale omzetting.

(…)”

2.8

De ondernemingsraad heeft de hiervoor genoemde brief van 15 december 2020 beschouwd als een besluit van Reinaerde, zonder dat Reinaerde daarvoor voorafgaand advies aan de ondernemingsraad heeft gevraagd. De ondernemingsraad kon zich daarmee niet verenigen en heeft op 15 januari 2021 een procedure bij de Ondernemingskamer aanhangig gemaakt. Deze procedure is ingetrokken nadat partijen een minnelijke regeling hebben bereikt. De regeling hield onder meer in dat voor zover Reinaerde een adviesplichtig besluit heeft genomen ten aanzien van de functiemix, zij dit besluit intrekt en daaraan geen uitvoering geeft. De regeling is vastgelegd in een convenant gedateerd op 15 februari 2021. Dit convenant luidt voor zover van belang:

3.1 Toekenning adviesrecht

Voor het geval het nog door Reinaerde te definiëren voorgenomen besluit met betrekking tot de tweede fase van het functiehuisproject niet kwalificeert als een adviesplichtig besluit in de zin van artikel 25 lid 1 WOR, kent Reinaerde de OR hierbij alsnog een dergelijk adviesrecht toe, waarbij uitdrukkelijk is afgesproken dat bij dit bovenwettelijk adviesrecht ook de opschortingstermijn en de beroepsmogelijkheden als bedoeld in artikel 25 en 26 WOR overeenkomstig van toepassing zijn.

3.2.

Planning tweede fase

(…)

Uiterlijk 12 maart 2021 Adviesaanvraag over route functiemix, bestaande uit (i) een toelichting waarom dan het voornemen is te kiezen voor een gewijzigde functiemix en niet een andere optie nader wordt uitgewerkt, vergelijkbaar met de concept adviesaanvraag van 30 oktober 2020, (ii) een beschrijving van de specifieke functiemix per locatie met een toelichting, (iii) een impactanalyse en een (iv) beschrijving van eventuele maatregelen om personele gevolgen op te vangen.

(…)

3.5.

Inhoud adviesaanvraag

De adviesaanvraag bevat duidelijk waarom Reinaerde (…) voor de alsdan voorliggende functiemix kiest en waarom Reinaerde niet kiest voor een andere optie, daaronder begrepen de optie van de zogenaamde plusfuncties. Om de adviesaanvraag goed te kunnen beoordelen, wilde OR goed kunnen beoordelen wat de impact is van de gewijzigde functiemix, de geactualiseerde functieprofielen, de alternatieven en wat de gevolgen zijn als alles blijft zoals het nu is. De bestuurder zal delen wat dit betekent per locatie en welk effect dit heeft ten aanzien van de huidige situatie."

2.9

Op 12 maart 2021 heeft Reinaerde advies gevraagd aan de ondernemingsraad over het voorgenomen besluit tot wijziging van de functiemix met ingang van 1 juni 2021. In de toelichting bij de adviesaanvraag is onder andere een tabel opgenomen met de voor- en nadelen van het voorgenomen besluit tot wijziging van de functiemix vergeleken met de voor- en nadelen van een besluit tot de introductie van plusfuncties. Reinaerde concludeert onder verwijzing naar deze tabel dat het wijzigen van de functiemix een oplossing biedt voor de geconstateerde problemen, terwijl de introductie van plusfuncties dat niet of in mindere mate doet. Als bijlage 1 bij de adviesaanvraag is een overzicht aangehecht van de effecten bij de ontwikkeling van het nieuwe functiehuis, waaruit volgt dat met de herijking jaarlijks € 1.072.683 aan extra personeelskosten gemoeid zal zijn. In de adviesaanvraag staat onder meer het volgende.

(p. 2) “Zorgzwaarte, kwalificaties en formatie zijn nu een samenhangend geheel. Daarom is Reinaerde voornemens, om op basis van de zorgzwaarte per woning de juiste mix aan functies en kwalificaties, een formatie vast te stellen, zoals is neergelegd in het Voorgenomen Besluit. (…)

Als sluitstuk van het functiehuistraject is Reinaerde voornemens om te komen tot een gewijzigde functiemix per woning. (…) Over het geheel genomen is er een versterking van teams in de meer complexe zorg en komen er aanmerkelijk meer seniore functies. Met dit sluitstuk maken we kwaliteitsverbetering en het realiseren van verbeterplannen mogelijk.

(…)

(p. 4, onder verwijzing naar de hiervoor genoemde tabel) “Kijkend naar de argumenten in deze tabel werken wijzigingen in de functiemix toekomstbestendig uit en levert het een bijdrage aan de kwaliteit van zorg. Het wijzigen van de functiemix doet recht aan een integrale benadering om mogelijke problemen die benoemd zijn op te lossen. (…) De introductie van plusfuncties sluit niet – of in elk geval minder goed – aan op deze integrale benadering. Bovendien stimuleert de introductie van plusfuncties niet de kwaliteit van de door Reinaerde geleverde zorg. Het bevordert daarnaast niet de draagkracht van individuen en teams terwijl juist de zwaarte van het werk een aangedragen en bekend knelpunt is.

(…)

Het werken met de functiemix creëert in woningen een kwalitatief samenhangende mix aan kennis en vaardigheden van gekwalificeerde medewerkers en teams.

De zorgvraag en gewenste zorg en ondersteuning die geboden wordt per woning is binnen Reinaerde samengevat in zogeheten “woonprofielen” (…) (p. 5) Aan de hand van de woonprofielen, het aantal cliënten en de van de zorgzwaarte-indicatie afgeleide zorgvraag kan de benodigde expertise worden bepaald, waarna vertaling plaatsvindt naar caseload. Dit proces vormt de kern van de vaststelling van de beoogde functiemix.

(…)

(p. 9) Ruim de helft van de medewerkers die nu de tijdelijke functietoeslag ontvangt zal het wegvallen van de tijdelijke functietoeslag in hun inkomen dus (deels) kunnen opvangen door intern door te stromen naar een hogere functie.

2.10

Bij brief van 19 maart 2021 heeft de ondernemingsraad 17 vragen aan Reinaerde gesteld en argumenten aangevoerd ‘voor de gedifferentieerde functies en deels tegen uw functiemix’.

2.11

Bij brief van 26 maart 2021 heeft Reinaerde de 17 vragen van de ondernemingsraad beantwoord.

2.12

Op 31 maart 2021 heeft een overlegvergadering met Reinaerde en de ondernemingsraad plaatsgevonden, waarbij gesproken is over de door de ondernemingsraad aangevoerde argumenten zoals opgenomen in zijn brief van 19 maart 2021.

2.13

Bij brief van 2 april 2021 heeft de ondernemingsraad onder meer aan Reinaerde bericht:

“Woensdag 31 maart jongstleden heeft de OR gesproken over vragen en antwoorden inzake de adviesaanvraag. Tijdens deze bijeenkomst heeft de OR aangegeven wat hij nodig heeft om tot een positief advies te komen over de voorliggende functiemix met bijbehorende functieprofielen. De functieprofielen die nu voorliggen zijn op zich goed. Ook het gebruik van een heldere functiemix juicht de OR toe. Echter, in de kern vindt de OR de voorliggende functiemix ontoereikend omdat er onvoldoende rekening is gehouden met zeer intensieve zorg en begeleiding.

De OR vindt het belangrijk dat er voor locaties waar sprake is van zeer intensieve zorg aanvullende functieprofielen worden beschreven. Daarnaast heeft de FWG-adviseur van de OR u een overzicht laten zien van de leemtes in uw functiemix, waaruit blijkt dat er functieprofielen op intensief ontbreken. De OR vindt dat uw functiemix aangevuld dient te worden op basis van deze duiding. Als u aan de voorwaarde van de OR invulling geeft is het voor de OR mogelijk tot een positief advies te komen. (…)”

2.14

Op 7 april 2021 heeft nogmaals een overlegvergadering plaatsgevonden. In de notulen van deze vergadering is onder meer opgenomen:

"[Reinaerde] zegt toe dat in het voorgenomen besluit aan de zeven functieprofielen er twee à drie worden toegevoegd en derhalve dus een extra differentiatie kan worden toegepast voor locaties met woonprofiel A in de functiemix. [Reinaerde] vindt het mooi dat met deze toevoeging de OR voornemens is positief advies uit te brengen, zoals door de OR ook al is aangegeven in de brief van 2 april 2021.

[A] [OR externe adviseur] beaamt dat de OR hier positief tegenover staat en meldt dat er dan wel nog een procedurele stap moet worden genomen waarbij die extra functieprofielen worden opgesteld door een FWG-deskundige conform de FWG systematiek, zodat zich herkennen in de functieprofielen".

2.15

Op 9 april 2021 heeft Reinaerde aan de ondernemingsraad geschreven:

“Wij willen jullie nogmaals danken voor de constructieve bespreking van afgelopen woensdag. Het is prettig te zien dat we met elkaar een belangrijke stap in de goede richting hebben gezet.

(…)

Zoals verzocht, treffen jullie tevens het aangepaste raster “functieschema primair proces” in de bijlage. In dit raster hebben wij de functies “Persoonlijk Begeleider (complexe/intensieve situatie)” en “Ondersteunend Zorg Begeleider (complexe/intensieve situatie)” toegevoegd in de schaal FWG 40 respectievelijk FWG 35. Daarmee menen wij de voorwaarde te vervullen die de OR stelt om te komen tot een positief advies op de adviesaanvraag van 12 maart jl. en kan in de functiemix voor locaties met Woonprofiel A een extra differentiatie worden toegepast.”

2.16

Bij e-mail van 10 april 2021 heeft de ondernemingsraad aan Reinaerde bericht dat het om tot een positief advies te komen nodig is dat nog twee functieprofielen (FWG 45 en 50) op zeer intensieve locaties worden toegevoegd.

2.17

Op 12 april 2021 heeft Reinaerde in reactie op de e-mail van 10 april 2021 aan de ondernemingsraad bericht dat zij uiterlijk op 14 april 2021 op voormelde e-mail van 10 april 2021 zal reageren, waarbij zij de termijn waarbinnen de ondernemingsraad dient te adviseren heeft verlengd tot en met 16 april 2021.

2.18

Bij e-mail van 13 april 2021 heeft de ondernemingsraad aan Reinaerde geschreven dat hij om zich een beeld te kunnen vormen van de functieprofielen graag een korte functiekarakteristiek ontvangt. In diezelfde e-mail heeft de ondernemingsraad bericht dat naar zijn mening nog een woonprofiel ontbreekt.

2.19

Op 14 april 2021 heeft Reinaerde in antwoord op voormelde e-mails van 10 en 13 april 2021 aan de ondernemingsraad bericht dat zij besloten heeft conform het verzoek van de ondernemingsraad een derde functieprofiel toe te voegen (FWG 45) en dat woonprofiel A zal worden gesplitst in woonprofielen A1 en A2. Reinaerde heeft gemotiveerd waarom zij geen vierde functieprofiel (FWG 50) zal toevoegen. Reinaerde heeft de ondernemingsraad daarbij bericht dat de FWG-deskundige de functieprofielen zal opstellen volgens de FWG-systematiek. Vooruitlopend daarop heeft Reinaerde een korte omschrijving van de functies aan de e-mail gehecht.

2.20

Op 15 april 2021 heeft de ondernemingsraad aan Reinaerde bericht dat hij om tot een gedegen advies te kunnen komen een nieuwe zogenaamde Ist / Soll lijst nodig heeft.

2.21

Op 16 april 2021 heeft Reinaerde aan de ondernemingsraad bericht dat, hoewel zij van mening is dat de ondernemingsraad zich op basis van de beschikbare informatie een inhoudelijk oordeel moet kunnen vormen over het werken met de functiemix, zij bereid is een bijgewerkte versie van de cijfers (bijlage 1 bij de adviesaanvraag) waarin de impact van de functiemix is omschreven aan de ondernemingsraad te sturen.

2.22

Later diezelfde dag heeft de ondernemingsraad negatief geadviseerd over het voorgenomen besluit, zonder de aangepaste cijfers af te wachten.

2.23

Reinaerde heeft de aan de adviesaanvraag gehechte bijlage 1 geactualiseerd en deze op 22 april 2021 aan de ondernemingsraad gestuurd en daarop een nadere toelichting gegeven. Uit de gewijzigde bijlage 1 volgt dat na de doorgevoerde wijzigingen jaarlijks € 1.231.832 met de herijking gemoeid zal zijn. In de begeleidende e-mail heeft Reinaerde toegelicht dat het beter is de locaties met woonprofiel A niet op te splitsen, zoals eerder toegezegd, maar voor al die locaties de meest seniore functiemix toe te passen, hetgeen volgens Reinaerde in lijn is met de aanpak die de ondernemingsraad voorstaat. Reinaerde heeft de termijn waarbinnen de ondernemingsraad kan adviseren nogmaals verlengd, dit keer tot en met 23 april 2021.

2.24

Op 26 april 2021 heeft de ondernemingsraad aan Reinaerde geschreven dat bij de ondernemingsraad verwarring is ontstaan over de vraag of Reinaerde zijn advies van 16 april 2021 als definitief en volledig advies heeft aangemerkt. Daarbij heeft de ondernemingsraad bericht dat de informatie die hij op 22 april 2021 heeft ontvangen niet volledig is.

2.25

Op 28 april 2021 heeft Reinaerde de ondernemingsraad bericht dat zij, gebaseerd op een telefonisch overleg daarover met de ondernemingsraad kort na 16 april 2021, het advies van die datum niet als definitief advies heeft beschouwd en dat de op 22 april 2021 toegezonden informatie volledig is.

2.26

Eveneens op 28 april 2021 heeft de ondernemingsraad zijn negatieve advies gegeven, met daarop een toelichting. De ondernemingsraad schrijft onder meer dat er een leemte blijft zitten in de woonprofielen en in de set functieprofielen op het vlak van zeer intensieve zorg. Volgens de ondernemingsraad loopt de organisatie een risico als de set functieprofielen niet volledig wordt uitgebreid of de uitbreidingen onvoldoende worden toegepast omdat medewerkers in intensieve en zeer intensieve zorglocaties dan conform de cao in beroep kunnen. De ondernemingsraad besluit met een vijftal adviezen. De ondernemingsraad adviseert in de eerste plaats een woonprofiel toe te voegen waar sprake is van een doelgroep met zeer intensieve begeleiding en gedragsproblematiek en waar één op één begeleiding nodig is en plaatsvindt en ten tweede om de set functieprofielen aan te vullen met nog één functieprofiel gericht op zeer intensieve zorg.

2.27

Op 3 mei 2021 heeft Reinaerde het besluit tot wijziging van de functiemix genomen conform de adviesaanvraag van 12 maart 2021 waaraan de drie functieprofielen in de schalen FWG 35, FWG 40 en FWG 45 zijn toegevoegd. Reinaerde heeft zich op het standpunt gesteld dat de ondernemingsraad de reikwijdte van de adviesaanvraag overschreed en voorts toegelicht waarom zij met haar besluit van het advies van de ondernemingsraad afwijkt en kenbaar gemaakt dat zij een maand wachttijd in acht zal nemen. Reinaerde constateerde dat met name de functiemix voor locaties met intensieve zorg haar en de ondernemingsraad verdeeld houdt. Hoewel de set woonprofielen in haar visie niet ter advisering voorlag, heeft zij opgemerkt dat woonprofiel A past bij locaties met een intensieve zorgvraag, dat opsplitsing te onduidelijk zou zijn en dat door de aanpassing van de functiemix wordt geborgd dat voldoende ervaren en gekwalificeerd personeel aanwezig is. Het voorgenomen besluit gaat niet over het aantal functies in het functieraster, maar Reinaerde heeft in overleg met de ondernemingsraad toch besloten een drietal functies toe te voegen. Hiervoor, en voor de beschrijving van deze functies door de FWG-deskundige, behoeft zij geen voorafgaand advies van de ondernemingsraad te vragen, aldus Reinaerde. Toevoeging van een vierde functie (in schaal FWG 50) acht zij niet noodzakelijk en niet wenselijk en zij verwijst daarvoor naar haar e-mail van 14 april 2021. Reinaerde acht de beoogde functiemix een goede interventie voor kwaliteit, verlaging van de werkdruk en verhoging van werkplezier. De adviezen onder 1 en 2 acht Reinaerde gelegen buiten de reikwijdte van de adviesaanvraag en neemt zij overigens ook niet over.

2.28

Op 19 mei 2021 heeft een overlegvergadering plaatsgevonden waarbij partijen niet nader tot elkaar zijn gekomen.

2.29

Bij brief van 2 juni 2021 heeft de ondernemingsraad aan Reinaerde, met kopie aan de raad van toezicht, onder meer bericht dat de cao en FWG onvoldoende worden toegepast door Reinaerde. Ook heeft de ondernemingsraad bericht dat misschien wel 500 medewerkers die een toeslag hebben ontvangen niet worden ingeschaald in een hogere functie, terwijl andere verwachtingen zijn gewekt. Deze medewerkers worden niet correct beloond. De ondernemingsraad verzoekt Reinaerde om de medewerkers die een toeslag ontvangen allen een functieschaal hoger te waarderen, en medewerkers op zeer intensieve zorg twee schalen. De ondernemingsraad merkt op dat indien Reinaerde niet aan haar verzoeken tegemoet komt, zij haar achterban zal adviseren hun nieuwe functieprofiel te laten toetsen aan de FWG.

2.30

In reactie op de brief van 2 juni 2021 heeft Reinaerde op 4 juni 2021 aan de ondernemingsraad onder andere bericht het niet zinvol te achten weer schriftelijk te reageren op de brief van 2 juni 2021, maar dat zij als positief signaal de functietoeslag voor de laatste maal zal verlengen tot 1 oktober 2021 of zoveel eerder als een medewerker duidelijkheid heeft over het al dan niet doorstromen naar een andere functie.

3 De gronden van de beslissing

3.1

De ondernemingsraad heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat Reinaerde bij afweging van alle betrokken belangen niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot het besluit van 3 mei 2021. Bij aanvang van het project van de beloningsdifferentiatie is geconstateerd dat de werknemers niet correct worden beloond. Het besluit biedt voor dit probleem geen oplossing. De werknemers krijgen geen hogere beloning voor hun werkzaamheden, maar zij krijgen de mogelijkheid bij gebleken geschiktheid door te groeien naar een hogere functie. Er is daarom onvoldoende rekening is gehouden met de belangen van de werknemers. Er zitten leemtes in het nieuwe functiehuis, waardoor de functiemix niet afdoende kan differentiëren. Er is nog altijd niet de component van de intensieve en/of zeer intensieve zorgverlening in de functiebeschrijving opgenomen. Reinaerde heeft niet toereikend gemotiveerd waarom zij niet voor het alternatief van de plusfuncties dan wel aanvulling met gedifferentieerde functieprofielen heeft gekozen. Reinaerde heeft er – ongemotiveerd – voor gekozen geen extra woonprofiel toe te voegen. De toegevoegde functieprofielen zijn niet toereikend; er is onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de medewerkers op intensieve en zeer intensieve locaties. Daarbij ontbreekt een impactanalyse, terwijl dit volgens het convenant onderdeel zou zijn van de adviesaanvraag. De cao wordt, ook met de toegevoegde functieprofielen, nog niet nageleefd.

3.2

Reinaerde heeft verweer gevoerd. Dat verweer houdt onder meer in dat de ondernemingsraad zijn adviesrecht te ruim heeft opgevat. De ondernemingsraad heeft op basis van het convenant uitsluitend een adviesrecht over de functiemix en niet over de vaststelling van de functie- en woonprofielen. De set functie- en woonprofielen is al in december 2020 vastgesteld. Reinaerde was daarbij verplicht de cao en de FWG-systematiek te volgen en zij heeft dat gedaan. Aan die vaststelling lag geen adviesplichtig besluit ten grondslag. Van een kennelijk onredelijk besluit is geen sprake en Reinaerde heeft aan alle procedurele voorschriften voldaan. In de adviesaanvraag en het besluit heeft Reinaerde uitvoerig toegelicht waarom het besluit tegemoet komt aan de gezamenlijk met de ondernemingsraad geformuleerde uitgangspunten. Het besluit is in overeenstemming met de cao en FWG-systematiek. De medewerkers worden correct beloond. Reinaerde heeft meermaals bevestigd en uitgelegd waarom met het besluit wordt tegemoetgekomen aan de veranderende zorgzwaarte, de complexere ondersteuningsvraag en het wegen en waarderen van verantwoordelijkheden daarin. Het is een misvatting van de ondernemingsraad dat de medewerkers momenteel werkzaamheden zouden verrichten die passen bij een hogere functie. Uiterlijk op 1 oktober 2021 wordt voor hen duidelijk of zij doorstromen binnen de functiemix. Het is aan Reinaerde om niet te kiezen voor plusfuncties. Reinaerde heeft gemotiveerd toegelicht waarom zij daarvoor niet heeft gekozen.

3.3

De Ondernemingskamer oordeelt als volgt.

3.4

Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de ondernemingsraad geldt dat partijen van mening verschillen over de omvang van het op de voet van artikel 32 lid 2 WOR in het convenant aan de ondernemingsraad toegekende adviesrecht. In het convenant is de ondernemingsraad adviesrecht toegekend over de alsdan voorliggende functiemix. In het midden kan echter blijven of dit adviesrecht zo ver strekt dat de ondernemingsraad in dat kader ook bevoegd is te adviseren over wijziging/aanvulling van de functie- en woonprofielen als dat in zijn visie dienstig is om tot een optimale functiemix te komen. Zoals uit het hiernavolgende zal blijken, acht de Ondernemingskamer de bezwaren van de ondernemingsraad ongegrond.

3.5

De ondernemingsraad beaamt dat vernieuwing van het functiehuis van Reinaerde noodzakelijk is om in de krappe arbeidsmarkt medewerkers aan te trekken en goede zorg te kunnen leveren, maar meent dat Reinaerde onvoldoende heeft gemotiveerd waarom zij niet heeft gekozen voor (extra) functiedifferentiatie. Deze klacht van de ondernemingsraad slaagt niet.

3.6

Als uitgangspunt geldt dat de keuze om in het kader van de vernieuwing van het functiehuis te kiezen voor een functiemix met (alleen) generieke functies aan Reinaerde is. Reinaerde heeft de ondernemingsraad steeds (ook vóór december 2020) bij het proces van herijking van het functiehuis betrokken en heeft de ondernemingsraad bij convenant van 15 februari 2021 een (zo nodig: bovenwettelijk) adviesrecht toegekend. In de adviesaanvraag van 12 maart 2021 heeft Reinaerde, zoals overeengekomen, toegelicht waarom zij voor een functiemix en niet voor (ook) plusfuncties kiest. De ondernemingsraad heeft nog aangevoerd dat hij in de periode na de adviesaanvraag de daarin opgenomen lijst met voor- en nadelen gemotiveerd heeft weerlegd, maar in zijn advies is de ondernemingsraad hier niet meer met zoveel woorden op teruggekomen. In zijn advies heeft de ondernemingsraad zich met name geconcentreerd op de gestelde onvolledigheid van de set functie- en woonprofielen. Voor Reinaerde bestond er dan ook geen aanleiding om in haar besluit in te gaan op eventuele eerder aangevoerde bezwaren tegen de lijst voor- en nadelen of om de lijst nog eens nader toe te lichten.

3.7

Reinaerde is in die zin tegemoet gekomen aan bezwaren van de ondernemingsraad dat zij in de periode na de adviesaanvraag drie aanvullende functieprofielen heeft toegevoegd. Over de wens van de ondernemingsraad nog een vierde functieprofiel (Specialistisch Begeleider, FWG 50) toe te voegen, heeft Reinaerde in haar e-mail van 14 april 2021 de ondernemingsraad laten weten hieraan niet tegemoet te komen. Zij schreef dat het functieraster (nu met tien in plaats van zeven functieprofielen) Reinaerde ruime mogelijkheden biedt tot een passende en uitgebalanceerde samenstelling van teams te komen, ook voor woningen met cliënten met een zeer complexe/intensieve zorgvraag. Verder heeft zij toegelicht dat Reinaerde met een generiek functiegebouw werkt, waarin geen onderscheid bestaat tussen intensieve en niet-intensieve functies en dat de FWG-systematiek voor functies die zijn ingeschaald op FWG 50-niveau een behandelcomponent vereist, wat bij Reinaerde niet aan de orde is. In haar besluit verwijst Reinaerde naar haar mail van 14 april 2021, waarbij zij constateert dat de ondernemingsraad en zij het op dit punt kennelijk niet eens zijn.

3.8

Wat de woonprofielen betreft heeft Reinaerde toegelicht waarom woonprofiel A volgens haar volstaat, ook voor locaties met een intensieve zorgvraag. Door de aanpassing van de functiemix wordt geborgd dat er voldoende ervaren en gekwalificeerd personeel aanwezig is op alle locaties met een woonprofiel A, aldus Reinaerde. Reinaerde heeft er voor gekozen om in geval van een hoge intensiteit van zorgverlening niet alle functies op de desbetreffende locatie hoger in te delen, maar om de specifieke expertise die daarbij nodig is te borgen door de inzet van andersoortige (hogere) functies. Volgens Reinaerde leidt juist dat tot een toekomstbestendig functiehuis, omdat de functiemix (teamsamenstelling) zijn grondslag vindt in een kader met actuele functie- en woonprofielen.

3.9

Reinaerde heeft met het vorenstaande uitgelegd hoe zij tot haar besluit is gekomen en zij heeft haar besluit deugdelijk gemotiveerd. De stelling dat Reinaerde niet zou voldoen aan de cao en FWG-systematiek staat in deze procedure verder niet ter beoordeling. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer heeft Reinaerde aldus in redelijkheid kunnen kiezen voor de invoering van de door haar voorgestane functiemix.

3.10

De ondernemingsraad heeft verder aangevoerd dat Reinaerde geen behoorlijke weging van de betrokken belangen heeft gemaakt en geen rekening heeft gehouden met de positie van de medewerkers die de functietoeslag kwijtraken, terwijl zij niet in een hogere functie worden ingeschaald. Met de ondernemingsraad is de Ondernemingskamer van oordeel dat het ongelukkig is dat medewerkers een eerder toegekende tijdelijke toeslag zien verdwijnen, maar Reinaerde heeft de medewerkers over het tijdelijk karakter van de toeslag voldoende geïnformeerd (zie 2.4). Steeds is vermeld dat de toeslag geldt in afwachting van de totstandkoming van het nieuwe functiehuis. Verwachtingen dat medewerkers aan wie de toeslag was toegekend in dat verband permanent een hoger salaris zouden gaan ontvangen, heeft Reinaerde daardoor niet gewekt. Anders dan de ondernemingsraad stelt, hoeft de omstandigheid dat de medewerkers horizontaal worden overgezet in het geactualiseerde functieprofiel op zichzelf niet te betekenen dat de medewerkers voor wie de toeslag gold dan niet correct worden beloond. Reinaerde heeft toegelicht dat het niet zo is dat de medewerkers nu al werkzaamheden verrichten die passen bij de hogere functie. Aan de toegenomen zwaarte en complexiteit van de zorg beoogt Reinaerde in de nieuwe situatie tegemoet te komen door toepassing van een functiemix waarvan meer seniore functies deel uitmaken. Volgens Reinaerde zal ruim de helft van de medewerkers die de toeslag ontvangen intern kunnen doorstromen naar een hogere functie. Reinaerde biedt alle medewerkers voorts ontwikkelingsmogelijkheden en doorstroomperspectief en in sommige gevallen kan plaats zijn voor een individuele toeslag, zoals zij ook ter zitting heeft bevestigd. Voor zover medewerkers die werken op locaties met een intensieve zorgvraag menen dat hun functie-indeling niet klopt, hebben zij de mogelijkheid te laten toetsen of zij binnen de FWG-systematiek juist zijn ingeschaald. Hoewel de Ondernemingskamer zich kan voorstellen dat dit tot teleurstellingen kan leiden bij medewerkers van wie de tijdelijke toeslag vervalt, acht de Ondernemingskamer de door Reinaerde gemaakte keuzes bezien in het licht van het belang van de onderneming als geheel niet onbegrijpelijk of kennelijk onredelijk. Daarbij heeft de Ondernemingskamer ook in aanmerking genomen dat geen sprake is van een kostenbesparing, maar dat structureel meer geld beschikbaar komt voor de beloning van de medewerkers.

3.11

De ondernemingsraad heeft nog aangevoerd dat een impactanalyse ontbreekt. De ondernemingsraad heeft dit punt echter niet opgeworpen in het adviestraject, zodat die klacht tegen het besluit al daarom faalt. Overigens wordt in de adviesaanvraag in hoofdstuk 3 en 4 ingegaan op de gevolgen van het voorgenomen besluit en vermeldt het advies een aantal bijlagen die ook betrekking hebben op de gevolgen en waarvan niet is aangevoerd dat deze ontbraken. Bijlage 1, is later nog geactualiseerd en is, voorzien van een toelichting, op 22 april 2021 aan de ondernemingsraad toegezonden.

3.12

De slotsom is dat de door de ondernemingsraad aangevoerde argumenten – zowel afzonderlijk als ook in onderlinge samenhang bezien – niet kunnen leiden tot het oordeel dat Reinaerde bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen. Het verzoek van de ondernemingsraad zal worden afgewezen.

4 De beslissing