Gerechtshof Amsterdam, 18-10-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:2968, 200.302.683/01
Gerechtshof Amsterdam, 18-10-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:2968, 200.302.683/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 18 oktober 2022
- Datum publicatie
- 20 oktober 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2022:2968
- Zaaknummer
- 200.302.683/01
Inhoudsindicatie
Klacht tegen een notaris. Passeren testament. B.V. van erflater had pensioenregeling in eigen beheer. Fiscaal nadelige gevolgen voor testament na inwerkingtreding nieuwe wet. Zorgplicht. Klacht ongegrond.
Uitspraak
beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.302.683/01 NOT
nummer eerste aanleg : C/05/385495/KL-RK 21/45
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 18 oktober 2022
inzake
1 [appellant 1] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
2. [appellant 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
appellanten,
gemachtigde: mr. J.C.T. Papeveld, advocaat te Waalwijk,
tegen
mr. [geïntimeerde],
notaris te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. M.A. van der Pool, advocaat te Amsterdam.
Partijen worden hierna klagers (afzonderlijk: klager 1 en klager 2) en de notaris genoemd.
1 De zaak in het kort
De notaris heeft in december 2017 een testament gepasseerd van de overleden zwager van klagers (hierna: erflater). Erflater was enig aandeelhouder van een besloten vennootschap. Deze vennootschap had een pensioenregeling in eigen beheer. Een half jaar voor het passeren is de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen (hierna: de Wup) in werking getreden. De notaris heeft volgens klagers in strijd met zijn zorgplicht gehandeld doordat hij niet met de fiscaal nadelige gevolgen van deze wet rekening heeft gehouden.
2 Het geding in hoger beroep
Klagers hebben op 10 november 2021 een beroepschrift – met bijlage – en op
9 februari 2022 een aanvullend beroepschrift – met bijlagen – bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer) van 14 oktober 2021 (ECLI:NL:TNORARL:2021:56).
De notaris heeft op 22 april 2022 een verweerschrift bij het hof ingediend.
Het hof heeft van de kamer de stukken van de eerste aanleg ontvangen.
Klagers hebben op 22 juni 2022 een aanvullende productie ingediend.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 7 juli 2022. Klager 1, vergezeld van zijn gemachtigde, en de notaris, vergezeld van zijn gemachtigde, zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; de gemachtigden aan de hand van aan het hof overgelegde spreekaantekeningen.