Home

Gerechtshof Amsterdam, 22-02-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:609, 200.285.321/01

Gerechtshof Amsterdam, 22-02-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:609, 200.285.321/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
22 februari 2022
Datum publicatie
8 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:609
Zaaknummer
200.285.321/01

Inhoudsindicatie

Wwz. Ontslag op staande voet. De rectificatie van de onjuiste partijvermelding in het inleidende verzoekschrift is in dit geval geen rechtens toelaatbaar middel om de gemaakte fout te herstellen.

Uitspraak

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer: 200.285.321/01

zaaknummer rechtbank Noord-Holland: 8556274 \ AO VERZ 20-24

beschikking van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 februari 2022

inzake

1 NIVO GROEP DEN HAAG B.V.,

gevestigd te Den Haag, en
2. NIVO GROEP ZAANDAM B.V.,

gevestigd te Zaandam, gemeente Zaanstad,

verzoeksters in hoger beroep,

advocaat: mrs. M.A. de Jager en A.J. Jansen te Amsterdam,

tegen:

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,

verweerder in hoger beroep,

advocaat: mr. J.F. Overes te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Verzoeksters in hoger beroep worden hierna afzonderlijk Nivo Groep Den Haag en Nivo Groep Zaandam en gezamenlijk Nivo Groep c.s. genoemd. Verweerder in hoger beroep wordt hierna [verweerder] genoemd.

Nivo Groep c.s. is bij beroepschrift met producties, ontvangen ter griffie van het hof op 2 november 2020, onder aanvoering van grieven in hoger beroep gekomen van de beschikking die de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Zaanstad (hierna: de kantonrechter), onder bovengenoemd zaaknummer op 3 augustus 2020 heeft gegeven. Het beroepschrift strekt, zakelijk weergegeven, ertoe dat het hof de genoemde beschikking zal vernietigen en alsnog [verweerder] zal veroordelen tot terugbetaling aan Nivo Groep Zaandam van het loon dat aan hem is betaald over de periode van 6 april 2020 tot 1 augustus 2020 ten bedrage van € 9.439,00 bruto, van de (onverschuldigd betaalde) transitievergoeding van € 9.171,89 bruto en van de (onverschuldigd betaalde) billijke vergoeding van € 10.000,- bruto, dit alles te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van [verweerder] in de proces- en nakosten in beide instanties.

Op 17 december 2020 is ter griffie van het hof een verweerschrift in hoger beroep van [verweerder] ingekomen, inhoudende het verzoek de beschikking waarvan beroep te bekrachtigen met veroordeling van Nivo Groep c.s. in de proces-en nakosten in hoger beroep.

De mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft plaatsgevonden op 19 november 2021. Bij die gelegenheid hebben de in de aanhef van deze beschikking genoemde advocaten namens Nivo Groep c.s. en [verweerder] het woord gevoerd, allen aan de hand van aan het hof overgelegde aantekeningen. Nivo Groep c.s. heeft nog producties in het geding gebracht. Partijen hebben vragen van het hof beantwoord.

Beide partijen hebben bewijs van hun stellingen aangeboden.

Vervolgens is uitspraak bepaald.

2 Feiten

2.1.

De kantonrechter heeft in de bestreden beschikking onder 2.1. en 2.2. een aantal feiten als in deze zaak vaststaand aangemerkt. Daarover bestaat geen geschil, zodat ook het hof daarvan zal uitgaan. In deze zaak gaat het om het volgende.

2.2.

Op 1 juli 2009 is [verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1970, op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (twaalf maanden) in dienst getreden van Nivo Groep Zaandam, handelend onder de naam BHV-Mobile.nl. De functie van [verweerder] is planning-, administratief- en commercieel medewerker met een salaris van € 2.300,- bruto per maand (exclusief vakantiegeld en overige emolumenten).

2.3.

Per 1 juli 2010 is de arbeidsovereenkomst tussen [verweerder] en Nivo Groep Zaandam verlengd met een jaar. De functie van [verweerder] wordt per die datum sales manager. Per 1 juli 2011 is de arbeidsovereenkomst met Nivo Groep Zaandam opnieuw met een jaar verlengd. Op 30 juni 2012 eindigt deze arbeidsovereenkomst van rechtswege.

2.4.

Per 1 september 2012 is [verweerder] op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (tien maanden) in dienst getreden van Nivo Groep Zuid Holland B.V., handelend onder de naam BHV-Mobile Den Haag, in de functie van commercieel medewerker en sales.

2.5.

Per 1 juli 2013 is de arbeidsovereenkomst tussen [verweerder] en Nivo Groep Zuid Holland B.V. verlengd met een jaar. De functie van [verweerder] wordt per die datum meewerkend chef van de administratie.

2.6.

Bij brief van 11 december 2013 heeft [X] , directeur van Nivo Groep c.s., (hierna: [X] ), aan [verweerder] bericht dat zijn huidige arbeidsovereenkomst per 1 januari 2014 onder dezelfde voorwaarden wordt omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met Nivo Groep Zaandam (h.o.d.n. BHV Mobile).

2.7.

Op 6 april 2020 is [verweerder] op staande voet ontslagen. Bij brief van 6 april 2020 heeft [X] – waarbij deze niet vermeldt wie daarbij als werkgever wordt aangemerkt - voor zover van belang het volgende vermeld:

“(…) De vrijdag voor je ziekmelding hebben wij een indringend gesprek gehad, jij, [A] en ik, waarbij wij de eerdere waarschuwingen hebben geconcretiseerd. Van dit gesprek is ook een gespreksverslag gemaakt.

Desondanks heb jij tijdens jou ziekte contact opgenomen met klanten en heb jij tickets ingediend bij een van onze IT verzorgers.

Beide zaken zijn jou meerdere keren, en in het gesprek van de bewuste vrijdag, nogmaals uitdrukkelijk verboden.

Het ging slecht met BHV, ik spreek over de tijd voor Corona en wij hebben daarvoor moeten ingrijpen. We hebben je een nieuwe beperktere taak binnen de salesorganisatie gegeven en sindsdien in plaats van medewerking, alleen maar tegenwerking van je gehad.

Wij hebben daar meerdere keren over gesproken en dat ook duidelijk aangegeven. Jij gaf aan dat anders te zien, maar [A] en ik hebben je aangegeven waarop onze mening is gebaseerd.

Wij hebben je heel duidelijk aangegeven dat dit je laatste kans was.

Desondanks blijf je je opdrachten negeren doe je dingen die je niet mag doen en waarmee je het bedrijf schade toebrengt.

Tijdens jou ziekte hebben wij, noodgedwongen, allerlei zaken uit moeten zoeken en o.a. gezien dat ook voor jou ziekte je stelselmatig niet de opdrachten uitvoerde die je overduidelijk had gekregen maar daarentegen maatwerkklanten bleef benaderen c.q. beantwoorden en behandelen. Je uitdrukkelijke opdracht was alle inkomende mails en telefoontjes van “maatwerkklanten” door te geven aan [B] en/of [A] en geen enkele zelf meer te benaderen en/of behandelen.

Bellen voor de verzamelklassen heb je slechts zeer sporadisch gedaan. Meerdere keren is specifiek door [A] aangegeven dat he hierop afgerekend zou worden.

Als laatste hebben wij ontdekt dat jij cursussen offreert onder de kostprijs. Iets waar jij beslist geen bevoegdheid voor hebt.

Dit alles heeft ons doen besluiten je ontslag op staande voet aan te zeggen. (…)”

2.8.

Bij brief van 6 april 2020 heeft [verweerder] tegenover ‘NIVO Groep Zaandam’ ter attentie van [X] bezwaar gemaakt tegen dit ontslag op staande voet.

3 Beoordeling

4 Beslissing