Home

Gerechtshof Amsterdam, 25-07-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1827, 200.321.058/01 OK

Gerechtshof Amsterdam, 25-07-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1827, 200.321.058/01 OK

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
25 juli 2023
Datum publicatie
31 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2023:1827
Zaaknummer
200.321.058/01 OK

Inhoudsindicatie

WMS - afwijzing van het beroep tegen de uitspraak van de Landelijke Commissie van Geschillen WMS

Uitspraak

beschikking

___________________________________________________________________

GERECHTSHOF AMSTERDAM

ONDERNEMINGSKAMER

zaaknummer: 200.321.058/01 OK

beschikking van de Ondernemingskamer van 25 juli 2023

inzake

DE PERSONEELSGELEDING VAN DE DEELRAAD VAN VIERTAAL DEN HAAG,

gevestigd te Den Haag,

VERZOEKSTER,

advocaten: mr. S. Aartsen en mr. J. Croonen, beiden kantoorhoudende te Utrecht,

t e g e n

STICHTING VIERTAAL,

gevestigd te Amsterdam,

VERWEERSTER,

advocaat: mr. M.W.A. Scholtes, kantoorhoudende te Den Haag.

1 Het verloop van het geding

1.1

Verzoekster en verweerster worden hierna respectievelijk aangeduid met de PDR en het bevoegd gezag.

1.2

De PDR is bij op 6 januari 2023 ingekomen verzoekschrift met producties in beroep gekomen tegen de uitspraak van de Landelijke Commissie voor Geschillen Wms (hierna: de Commissie) van 9 december 2022, gewezen tussen de PDR als verzoekster en het bevoegd gezag als verweerster. In deze uitspraak heeft de Commissie geoordeeld dat zij niet bevoegd is kennis te nemen van een deel van het verzoek en dat de PDR voor het overige niet-ontvankelijk is omdat de verzoeken een onderwerp betreffen waarover de PDR geen medezeggenschap toekomt. De PDR heeft de Ondernemingskamer verzocht om de uitspraak van de Commissie te vernietigen en alsnog:

a. te bepalen dat aan de PDR het recht van instemming toekomt;

b. te bepalen dat het bevoegd gezag in strijd heeft gehandeld met de Wet medezeggenschap op scholen (Wms) door het besluit tot gelijke verdeling van de arbeidsmarkttoelage onder haar scholen niet ter instemming voor te leggen aan de PDR;

c. aan het bevoegd gezag de plicht op te leggen zich per direct te onthouden van handelingen die strekken tot uitvoering van het (nietig) besluit tot gelijke verdeling van de arbeidsmarkttoelage onder al haar scholen;

d. te bepalen dat een nieuw voorgenomen besluit moet worden genomen, dat ter instemming aan de PDR wordt gezonden en waarvan de inhoud overeenkomstig de (bijlagen van de) regeling arbeidsmarkttoelage is;

e. het bevoegd gezag te veroordelen in de kosten van beide instanties, het salaris advocaat en de nakosten daarbij begrepen.

1.3

Het bevoegd gezag heeft bij op 23 februari 2023 ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht het verzoek af te wijzen.

1.4

Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 15 juni 2023. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van - aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde - aantekeningen. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.

2 De feiten

2.1

Stichting VierTaal verzorgt onderwijs voor leerlingen die slechthorend zijn en/of een taalontwikkelingsstoornis hebben. Zij is het bevoegd gezag voor zeven (speciaal primair en voortgezet onderwijs) scholen en vier ambulante diensten. Landelijk zijn de scholen en diensten verdeeld over vier regio's: Noord-Holland Noord, Amsterdam Speciaal Onderwijs, Amsterdam Voortgezet Onderwijs en Den Haag.

2.2

Aan elke regio is een (lokale) deelraad verbonden; de PDR is de deelraad verbonden aan regio Den Haag. Aan het bevoegd gezag is één (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad (MR) verbonden, die bestaat uit zeventien leden, van wie acht leden uit en door het personeel gekozen, van elke regio twee, en acht leden uit en door ouders gekozen, ook van elke regio twee en één ouder vanuit een ambulante dienst.

2.3

Ten behoeve van het herstel en de ontwikkeling van het onderwijs tijdens en na de coronapandemie, heeft de overheid het Nationaal Programma Onderwijs ingesteld. Onderdeel hiervan is een arbeidsmarkttoelage, die bedoeld is om het werk op scholen met het grootste risico op onderwijsachterstanden aantrekkelijker te maken. Hiervoor heeft de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media op 14 oktober 2021 de Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging uitvoering arbeidsmarkttoelage Nationaal Programma Onderwijs PO en VO (hierna: de Regeling) vastgesteld.

2.4

In (de toelichting op) de Regeling is opgenomen dat schoolbesturen van vestigingen met relatief veel leerlingen met risico op onderwijsachterstanden extra middelen krijgen voor een arbeidsmarkttoelage. De basis voor de verdeling is de relatieve achterstandsscore of het relatief hoogste aantal cumi-leerlingen (leerling behorend tot een culturele minderheid) per vestiging. Per schoolsoort (regulier onderwijs, speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs) heeft 15% van de vestigingen met het grootste risico op onderwijsachterstanden recht op bekostiging voor de arbeidsmarkttoelage. Deze scholen zijn benoemd in een bijlage bij de Regeling. De totaalsom van de arbeidsmarkttoelage wordt telkens uitgekeerd aan het betreffende bevoegd gezag.

2.5

Uit de bijlagen bij de Regeling volgt dat vier scholen van het bevoegd gezag aanspraak kunnen maken op de arbeidsmarkttoelage, te weten de Cor Emousschool, VierTaal College Amsterdam, Viertaal College Den Haag en Burgemeester de Wildeschool. De Cor Emousschool en Viertaal College Den Haag vallen onder regio Den Haag.

2.6

Op 27 oktober 2021 heeft het bevoegd gezag de Personeelsgeleding van de (gemeenschappelijke) MR (hierna: de PMR) verzocht om in te stemmen met uitkering van een vast bedrag aan arbeidsmarkttoelage aan al het personeel in dienst van VierTaal, naar rato van de betrekkingsomvang. De PMR heeft op 4 november 2021 instemming op het voorgenomen besluit verleend.

2.7

Het bevoegd gezag heeft op 22 november 2021 het besluit genomen om de arbeidsmarkttoelage uit te keren aan iedere medewerker die bij het bevoegd gezag in dienst is, naar rato van de betrekkingsomvang.

2.8

Enkele medewerkers van VierTaal Den Haag hebben het bevoegd gezag per brief van 7 december 2021 meegedeeld dat zij het niet eens zijn met de verdeling van de arbeidsmarkttoelage.

2.9

Het bevoegd gezag heeft op 22 december 2021 meegedeeld het besluit ongewijzigd te laten. Op 22 december 2021 heeft de PDR de nietigheid van het besluit van het bevoegd gezag van 22 november 2021 ingeroepen.

3 Het wettelijk kader

3.1

De Regeling houdt onder meer het volgende in:

Artikel 2. Doel van de bijzondere en aanvullende bekostiging

1. De minister verstrekt aan het bevoegd gezag van een basisschool, speciale school voor basisonderwijs, school voor (Voortgezet) speciaal onderwijs of school voor voortgezet onderwijs met relatief veel leerlingen met een risico op onderwijsachterstanden als gevolg van COVID-19 bijzondere en aanvullende bekostiging voor de uitvoering van het Nationaal Programma Onderwijs.

2. De in het eerste lid bedoelde bekostiging is bedoeld voor het toekennen van een arbeidsmarkttoelage aan al het personeel dat werkzaam is op de in aanmerking komende vestiging of vestigingen zoals opgenomen in bijlage 1 en 2 bij deze regeling.

(…)

Artikel 3. Bijzondere bekostiging scholen voor primair onderwijs

1. De minister verstrekt bijzondere bekostiging aan:

a. Het bevoegd gezag van een basisschool (…)

b. het bevoegd gezag van een speciale school voor basisonderwijs of school voor (voortgezet) speciaal onderwijs met een of meer vestigingen met de relatief meeste leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond.

(…)

Artikel 5. Besteding en verantwoording

1. (…)

2. De bijzondere en aanvulling bekostiging voor het doel, genoemd in artikel 2, kan ook worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.”

3.2

In de bij de Regeling horende toelichting is het volgende opgenomen:

“Algemene toelichting op de Regeling:

(…)

Over de precieze inzet en verdeling van de voor arbeidsmarkttoelagen beschikbare middelen, worden op vestigingsniveau, tussen het bevoegd gezag en het personeelsdeel medezeggenschapsraad P(G)MR, afspraken gemaakt. In het po [primair onderwijs, toev. OK] voert het schoolbestuur dit overleg met het personeelsdeel van de gemeenschappelijke medezeggenschap (PGMR). Dit is zo geregeld in de cao PO (artikel 6.15). Het is evenwel waardevol, te meer wanneer het bevoegd gezag en de PGMR afwijken van kaders en richtlijnen, het goede gesprek over de inzet en verdeling van de toelage ook breder te voeren in de omgeving van de vestigingen die behoren tot de 15% (bijvoorbeeld met de PMR van deze vestigingen). In het vo [voortgezet onderwijs, toev. OK] voert het schoolbestuur overleg met de PMR, op grond van artikel 12, eerste lid, onderdeel g, van de Wet medezeggenschap op scholen. Als binnen het schoolbestuur meerdere vestigingen voor vo in aanmerking komen voor de toelage, kan het zijn dat de gemeenschappelijke medezeggenschap (PGMR) bevoegd is. De PGMR wordt betrokken als er sprake is van een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang voor alle scholen of een meerderheid van de scholen (artikel 16, eerste lid, van de Wet medezeggenschap op scholen). Wanneer dat in het vo het geval is, hangt af van de specifieke situatie binnen het schoolbestuur. De PO-Raad en de VO-raad hebben een richtlijn opgesteld voor de wijze van toekenning van de arbeidsmarkttoelage.

De arbeidsmarkttoelage is bedoeld om tijdens het Nationaal Programma Onderwijs het werk op scholen met een groter risico op onderwijsachterstanden aantrekkelijker te maken, omdat op die wijze de kansengelijkheid wordt bevorderd. Daarom is het de bedoeling dat de extra bekostiging voor een arbeidsmarkttoelage wordt besteed aan een extra beloning voor personeel op die vestigingen waarvoor het schoolbestuur de extra bekostiging ontvangt. Het is niet de bedoeling dat de middelen gaan naar personeel op vestigingen waarvoor géén extra bekostiging voor de arbeidsmarkttoelage is toegekend of naar andere doelen. (…)

Toelichting op artikel 5:

De verstrekking van de bekostiging voor een arbeidsmarkttoelage leidt tot het beter belonen van onderwijspersoneel en beoogt bij te dragen aan behoud van personeel op vestigingen met het grootste risico op onderwijsachterstanden. Het bestuur besluit met de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in het po (…) op grond van artikel 6.15 van de cao PO (…). ”

3.3

De Richtlijn arbeidsmarkttoelagen op achterstandsscholen van de PO-raad en de VO-raad houdt onder meer het volgende in:

“Over de precieze inzet en verdeling van de voor arbeidsmarkttoelagen beschikbare middelen, worden per vestiging, tussen het bevoegd gezag en het personeelsdeel medezeggenschapsraad P(G)MR, afspraken gemaakt. (…) In het PO is in artikel 6.15 van de cao vastgelegd dat voor het toekennen van een dergelijke toelage, instemming van de PGMR nodig is.”

3.4

Artikel 6.15 van de hier toepasselijke Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het primair onderwijs (hierna: cao PO) luidt voor zover hier van belang:

1. De werkgever kan de werknemer in bijzondere omstandigheden gratificaties en toelagen verstrekken.

2. De werkgever die gebruik wil maken van de in het vorige lid genoemde mogelijkheid, formuleert hiervoor in overleg met de PGMR beleid. In dit beleid wordt aangegeven welke beloningsvormen de werkgever hanteert en in welke gevallen extra beloning kan worden toegekend. (…)

3.5

De Wms houdt voor zover hier van belang het volgende in:

Artikel 12 lid 1:

Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door het personeel is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden:

(…)

g. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toekenning van salarissen, toelagen en gratificaties aan het personeel;

(…)

p. vaststelling of wijziging van regels waarover partijen die een collectieve arbeidsovereenkomst hebben gesloten, zijn overeengekomen dat die regels of de wijziging daarvan in het overleg tussen bevoegd gezag en het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad tot stand wordt gebracht;

Artikel 16 lid 1:

De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad treedt, indien het aangelegenheden betreft die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle scholen of voor de meerderheid van de scholen, in de plaats van de medezeggenschapsraad van die scholen. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op de onderscheiden geledingen van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad indien het bevoegdheden van een geleding van de medezeggenschapsraad betreft.

4 De beslissing van de Commissie

5 De gronden van de beslissing

6 De beslissing