Gerechtshof Amsterdam, 19-12-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3449, 200.311.249/01
Gerechtshof Amsterdam, 19-12-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3449, 200.311.249/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 19 december 2023
- Datum publicatie
- 29 januari 2024
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2023:3449
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2025:560
- Zaaknummer
- 200.311.249/01
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie is momenteel niet beschikbaar.
Uitspraak
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.311.249/01 KG
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : C/15/326478 / KG ZA 22-129
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 december 2023
inzake
STICHTING FLORA & FAUNABESCHERMING,
gevestigd te Weesp,
appellante,
advocaat mr. M.N. Mense te Haarlem,
tegen
1 GEM BLOEMENDALERPOLDER C.V.,
2. GEM BLOEMENDALERPOLDER BEHEER B.V.,
beide gevestigd te Amsterdam,
3. AM B.V.,
gevestigd te Utrecht,
4. BVW ONTWIKKELING V.O.F.,
gevestigd te Rotterdam,
5. [geïntimeerde 5],
6. [geïntimeerde 6],
7. [geïntimeerde 7],
8. [geïntimeerde 8],
allen wonend in [woonplaats 1] ,
geïntimeerden,
advocaat mr. R.H. Bekker te Amsterdam.
9 [geïntimeerde 9] ,
10. [geïntimeerde 10],
11. [geïntimeerde 11],
12. [geïntimeerde 12],
13. [geïntimeerde 13],
14. [geïntimeerde 14],
15. [geïntimeerde 15],
allen wonend in [woonplaats 1] ,
16. [geïntimeerde 16],
wonend in [woonplaats 2] ,
geïntimeerden,
niet verschenen.
Appellante wordt hierna de Stichting genoemd. Geïntimeerden 1 tot en met 4 worden aangeduid als GEM, GEM Beheer, AM, BVW en (tezamen) als GEM c.s. Geïntimeerden 1 tot en met 8 worden aangeduid als GEM c.s. en [geïntimeerden 5 tot en met 8] . Geïntimeerden 5 tot en met 16 worden tezamen aangeduid als ‘de kopers’.
1 De zaak in het kort
De Stichting heeft bij de bestuursrechter beroep ingesteld tegen (de beslissing op haar bezwaar tegen) omgevingsvergunningen voor woningen in een nieuwe woonwijk “ [A.] ” in de [plaats] . GEM c.s. en een aantal kopers van die woningen hebben bij de voorzieningenrechter onder meer gevorderd dat de Stichting wordt geboden dit beroep in te trekken. Zij stellen dat de Stichting hiermee misbruik van recht heeft gemaakt en onrechtmatig heeft gehandeld jegens hen. Zij wijzen op hun grote belang bij het snel onherroepelijk worden van de omgevingsvergunningen omdat de koop-/aanneemovereenkomsten zijn gesloten en de kopers aflopende hypotheekoffertes hebben verkregen onder de voorwaarde van onherroepelijkheid van de omgevingsvergunningen.
In het bestreden vonnis heeft de voorzieningenrechter de Stichting onder meer op straffe van een dwangsom geboden haar beroep in te trekken. In hoger beroep bestrijdt de Stichting het opgelegde gebod (dat neerkomt op een procedeerverbod tegen de betreffende omgevingsvergunningen) en de daaraan ten grondslag gelegde motivering.