Gerechtshof Amsterdam, 23-04-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:1056, 200.330.842/01
Gerechtshof Amsterdam, 23-04-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:1056, 200.330.842/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 23 april 2024
- Datum publicatie
- 22 juli 2024
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2024:1056
- Zaaknummer
- 200.330.842/01
Inhoudsindicatie
Tussenarrest. Processueel ondeelbare rechtsverhouding. Oproeping op de voet van 118 Rv.
Uitspraak
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.330.842/01
rol-/zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/730099/KG ZA 23-135
arrest van 23 april 2024
in de zaak van
[appellante] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
appellante in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. J.B. Maliepaard te Rotterdam,
tegen
1 [geïntimeerde 1] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
2. [geïntimeerde 2] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
geïntimeerden in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat: mr. C.S.M. Ruijgrok te Amsterdam.
en voorts tegen
3 [geïntimeerde 3] ,
wonende te [woonplaats 3] ,
geïntimeerde in de hoofdzaak,
niet verschenen.
Partijen worden hierna ieder bij hun voornaam genoemd.
1 Het procesverloop in hoger beroep
[appellante] is bij dagvaarding van 7 juni 2023 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 11 mei 2023 (hierna: het bestreden vonnis), gewezen in twee zaken, te weten een zaak onder bovenvermeld zaaknummer tussen [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] als eisers en [appellante] als gedaagde, en een zaak onder zaaknummer C/13/732934 / KG ZA 23-351 tussen [geïntimeerde 3] als eiseres en [appellante] , [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] als gedaagden. [geïntimeerde 3] heeft haar vorderingen, voor zover ingesteld tegen [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] , tijdens de mondelinge behandeling bij de voorzieningenrechter ingetrokken.
[geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] zijn verschenen. Tegen [geïntimeerde 3] is verstek verleend.
[appellante] heeft op 24 oktober 2023 een memorie van grieven tevens incidentele vordering tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad, met producties 1 tot en met 5, genomen. De incidentele vordering op de voet van artikel 351 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) ziet op schorsing van de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis voor zover dit ziet op zaaknummer C/13/730099/KG ZA 23-135.
[geïntimeerde 1] heeft een antwoordakte in het incident genomen en geconcludeerd tot afwijzing van de incidentele vordering, met veroordeling van [appellante] in de kosten van het incident.
Vervolgens heeft [appellante] een nadere akte overlegging producties, met producties 6 tot en met 12, genomen. Hierop heeft [geïntimeerde 1] bij akte geantwoord.