Gerechtshof Amsterdam, 06-08-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2008, 200.337.958/01 NOT
Gerechtshof Amsterdam, 06-08-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2008, 200.337.958/01 NOT
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 6 augustus 2024
- Datum publicatie
- 7 augustus 2024
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2024:2008
- Zaaknummer
- 200.337.958/01 NOT
Inhoudsindicatie
Klacht tegen een notaris wegens (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Disfunctioneren als werkgever. Machtsmisbruik. Tuchtrechtelijk aansprakelijkheid voor handelen dat niet direct de uitoefening van het ambt raakt. Houdt het handelen voldoende verband met de hoedanigheid van notaris? Is er sprake van handelwijze dat de eer en het aanzien van en het vertrouwen in het notariaat schaadt? Klacht gedeeltelijk gegrond. Berisping en kostenveroordeling
Uitspraak
beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.337.958/01 NOT
nummer eerste aanleg : C/05/420296/ KL RK 23-54
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 6 augustus 2024
inzake
1 [appellant] ,
notaris te [plaats] ,
2. [appellant 2],
notaris te [plaats 2] ,
appellanten,
gemachtigden: mrs. R. Sanders en E.A. van Win, beiden advocaat te Leiden,
tegen
mr. [geïntimeerde] ,
notaris te [plaats 3] ,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. P.H. Kramer, advocaat te Amsterdam.
Partijen worden hierna klaagsters (respectievelijk klaagster sub 1 dan wel klaagster sub 2) en de notaris genoemd.
1 De zaak in het kort
Klaagsters en de notaris maken deel uit van een maatschap. Het kantoor heeft meerdere vestigingen. In maart 2023 hebben enkele medewerkers van het kantoor klaagsters op de hoogte gebracht van vermeend grensoverschrijdend gedrag van de notaris. Dit gedrag zou deels binnen kantoor (tijd) hebben plaatsgevonden waardoor de eer en het aanzien van het ambt worden geschaad. Klaagsters verwijten de notaris daarnaast dat hij disfunctioneert in zijn hoedanigheid van notaris en werkgever. Hij gaat slordig met zijn dossiers om en binnen kantoor is er sprake van machtsmisbruik door de notaris. De kamer heeft de notaris de maatregel van berisping opgelegd en in de kosten veroordeeld.
2 Het geding in hoger beroep
Klaagsters hebben op 22 februari 2024 een beroepschrift – met een bijlage – bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer) van 24 januari 2024 (ECLI:NL:TNORARL:2024:3). Dit beroepschrift is – met producties – op 12 maart 2024 aangevuld.
De notaris heeft op 3 mei 2024 een verweerschrift bij het hof ingediend.
Op 13 mei 2024 hebben klaagsters aanvullende producties ingediend.
Het hof heeft van de kamer de stukken van de eerste aanleg ontvangen.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 23 mei 2024. Klaagsters, vergezeld van hun gemachtigden, en de notaris, vergezeld van zijn gemachtigde, zijn verschenen. Klaagsters, de notaris en de gemachtigden hebben het woord gevoerd; de gemachtigden aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota.