Gerechtshof Amsterdam, 24-09-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2682, 200.323.390/01
Gerechtshof Amsterdam, 24-09-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2682, 200.323.390/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 24 september 2024
- Datum publicatie
- 30 juni 2025
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2024:2682
- Zaaknummer
- 200.323.390/01
Inhoudsindicatie
kopje volgt.
Uitspraak
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.323.390/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam: 9737113 CV 22-3600
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 24 september 2024
inzake
PICNIC B.V.,
gevestigd te Amsterdam-Duivendrecht,
appellante,
advocaat: mr. P.L. Tjiam te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonend te [plaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. H. Maatjes te Amsterdam.
Partijen worden hierna Picnic en [geïntimeerde] genoemd.
1 De zaak in het kort
Ten behoeve van een campagne voor het werven van nieuwe werknemers worden twee jaar nadat deze tijdens een fotoshoot zijn gemaakt afbeeldingen van een werknemer gebruikt, onder meer door deze (meer dan) levensgroot aan te brengen op de door het bedrijf voor het bezorgen van boodschappen gebruikte bestelbusjes. De door de werknemer ten tijde van de fotoshoot ondertekende quitclaim kan niet geacht worden te zien op een dergelijk gebruik. Schending van portretrecht. Geen schade.
2 Het geding in hoger beroep
Picnic is bij dagvaarding van 22 februari 2023 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 24 november 2022, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen Picnic als gedaagde en [geïntimeerde] als eiseres.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- -
-
de appeldagvaarding met daarin opgenomen de grieven, met producties;
- -
-
memorie van antwoord;
- -
-
aanvullende akte aan de zijde van [geïntimeerde] , met producties;
- -
-
antwoordakte aan de zijde van Picnic, met producties.
Op 4 april 2024 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Voor Picnic is gepleit door mr. Tjiam voornoemd en mr. E.R. van der Velde, advocaat te Amsterdam, en voor [geïntimeerde] door mr. Maatjes voornoemd en mr. E.C. Bos, advocaat te Amsterdam, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Partijen hebben antwoord gegeven op door het hof gestelde vragen. Van de zijde van Picnic is nog een productie in het geding gebracht.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Picnic heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en de vorderingen van [geïntimeerde] zal afwijzen, met - uitvoerbaar bij voorraad - beslissing over de proceskosten, met nakosten en rente.
[geïntimeerde] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen met - uitvoerbaar bij voorraad - beslissing over de proceskosten, met nakosten.
[geïntimeerde] heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.
3 Feiten
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1.1 tot en met 1.11 de vaststaande feiten vermeld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen ook het hof als uitgangpunt. Zij komen neer op het volgende.
( i) [geïntimeerde] , geboren [datum] is in de periode 10 april 2019 tot 27 september 2022 werkzaam geweest, laatstelijk als runner (bestuurder van bestelbusjes/leidinggevende) bij Picnic, een online supermarkt/boodschappendienst, aanvankelijk op basis van uitzendovereenkomsten en later in dienst van Picnic.
(ii) Picnic is onder meer actief in Nederland, Duitsland en Frankrijk.
(iii) Op 3 december 2019 heeft Picnic [geïntimeerde] (en andere werknemers) benaderd over deelname aan een fotoshoot. [geïntimeerde] heeft daarmee ingestemd.
(iv) De fotoshoot heeft plaatsgevonden op 4 december 2019. [geïntimeerde] heeft voorafgaand een verklaring (quitclaim) ondertekend met de tekst:‘Bij deze verklaar ik geen bezwaar tegen openbaarmaking van beeldmateriaal gemaakt tijdens een Picnic shoot waarin ik herkenbaar in beeld kom. Ik verleen hierbij ook toestemming voor het gebruik van het beeld en/of tekstmateriaal door Picnic B.V. ten behoeve van promotiedoeleinden. Dit zal uitsluitend gebeuren binnen de beschikbare promotiekanalen van Picnic B.V. Voor ander of afzonderlijk gebruik van mijn bijdrage buiten het verband van deze productie, zal de producent mijn toestemming vragen en dienen te verkrijgen.’
( v) Als vergoeding voor haar medewerking heeft Picnic [geïntimeerde] over de met de fotoshoot gemoeide uren dubbel salaris betaald en reiskosten vergoed (in totaal € 150,- ).
(vi) De van [geïntimeerde] gemaakte foto’s zijn vanaf eind november 2021 door Picnic gebruikt voor reclame uitingen, onder meer op Facebook, op flyers, als pop-up advertentie op verschillende websites van derden, op YouTube, op haar website en die van de zusterorganisatie in Duitsland en (met meer dan levensgrote stickers) op de door haar gebruikte bestelbusjes in Nederland en Duitsland.
(vii) Voor een en ander heeft Picnic niet afzonderlijk toestemming gevraagd van [geïntimeerde] .
(viii) Wegens het succes van de campagne heeft Picnic de andere deelnemers een extra vergoeding van € 500,- uitbetaald. Aan [geïntimeerde] heeft zij hangende deze procedure uit eigen beweging eveneens € 500,- (dan wel € 550,-) betaald.
(ix) Picnic heeft de afbeeldingen van [geïntimeerde] na een gesprek met haar op 7 april 2022 verwijderd van bestelbusjes in Nederland. Daarmee is ongeveer een maand gemoeid geweest. Verder heeft zij het gebruik van het portret van [geïntimeerde] op internet, social media en haar eigen communicatiekanalen gestaakt, met uitzondering van een video op TikTok die nog van 23 mei tot en met 12 augustus 2022 online is geweest.
( x) De zusteronderneming van Picnic in Duitsland heeft aan [geïntimeerde] uit eigen beweging € 2.500,- betaald en eveneens de stickers met het portret van [geïntimeerde] van de bestelbusjes verwijderd.
(xi) In de in eerste aanleg in deze procedure genomen conclusie van antwoord heeft Picnic toegezegd in de toekomst geen gebruik meer te maken van het portret van [geïntimeerde] .
(xii) De arbeidsovereenkomst van partijen is op 27 september 2022 geëindigd als gevolg van opzegging door [geïntimeerde] .