Home

Gerechtshof Amsterdam, 27-02-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:429, 200.330.234/01

Gerechtshof Amsterdam, 27-02-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:429, 200.330.234/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
27 februari 2024
Datum publicatie
30 mei 2024
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:429
Zaaknummer
200.330.234/01

Inhoudsindicatie

Klacht tegen een notaris. Testament. Ontslag van klager als executeur en afwikkelingsbewindvoerder. Communicatie en overleg.

Klacht ongegrond.

Uitspraak

beslissing

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht

zaaknummer : 200.330.234/01 NOT

nummer eerste aanleg : C/05/412558 / KL RK 22-157

beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 27 februari 2024

inzake

mr. [appellant],

wonend te [woonplaats] ,

appellant,

tegen

mr. [geïntimeerde],

notaris te [vestigingsplaats] ,

geïntimeerde.

Partijen worden hierna klager en de notaris genoemd.

1 De zaak in het kort

In een door klager (destijds notaris) gepasseerd testament uit 2015 is de bewaarder van de minuut-akte benoemd tot executeur en bewindvoerder van de nalatenschap van testatrice. Op het moment van overlijden van testatrice was klager de bewaarder van de minuut-akte. De enig erfgename, dochter van testatrice, wenste klager niet als executeur en zij heeft de kantonrechter verzocht om een nieuwe executeur te benoemen. De erfgename heeft de notaris verzocht haar bij te staan en in dat verband maakt klager de notaris een aantal verwijten.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

Klager heeft op 29 juli 2023 een beroepschrift – met bijlagen – bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer) van 29 juni 2023 (ECLI:NL:TNORARL:2023:41).

2.2.

De notaris heeft op 12 oktober 2023 een verweerschrift bij het hof ingediend.

2.3.

Het hof heeft van de kamer de stukken van de eerste aanleg ontvangen.

2.4.

Klager heeft op 6 december 2023 een aanvullende productie bij het hof ingediend.

2.5.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 14 december 2023. Klager en de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd.

3 Feiten

Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Klager heeft tegen de vaststelling van die feiten bezwaar gemaakt. Het hof zal hiermee, voor zover relevant, bij de beoordeling rekening houden

De feiten komen neer op het volgende.

3.1.

Op 13 november 2015 heeft klager, destijds notaris, een testament opgesteld en gepasseerd ten behoeve van [naam] (hierna: erflaatster). In dit testament heeft erflaatster bepaald: “Ik benoem de notaris, bewaarder van deze minuut-akte tot executeur en afwikkelingsbewindvoerder van mijn nalatenschap met het recht een ander in zijn plaats als zodanig aan te stellen.” Verder heeft erflaatster aan haar stiefdochter een vruchtgebruik gelegateerd, een bewind ingesteld over hetgeen haar stiefdochter uit haar nalatenschap verkrijgt en de notaris-bewaarder van de minuut-akte tot bewindvoerder benoemd. Op het moment van het overlijden van erflaatster was klager (nog) de bewaarder van de minuut-akte.

3.2.

Bij beslissing van de kamer van 18 oktober 2018 is klager ontzet uit het ambt van notaris.

3.3.

Op 24 oktober 2019 is erflaatster overleden. Haar dochter, [naam] , is haar enig erfgename (hierna: de erfgename).

3.4.

De beslissing van de kamer van 18 oktober 2018 is op 26 november 2019 in hoger beroep bevestigd.

3.5.

Op 20 december 2019 is de nalatenschap door de erfgename aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

3.6.

Op 23 december 2019 heeft de notaris een akte verklaring van erfrecht verleden.

In de akte is onder meer vermeld:

(...)

3. Testament

(...) heeft erflaatster voor het laatst over haar nalatenschap beschikt bij uiterste wilsbeschikking (...) voor notaris mr. [appellant] te [plaats] verleden (...)

6. Executeur

In deze uiterste wilsbeschikking heeft erflaatster voornoemde notaris mr. [appellant] tot executeur benoemd.

(...)

De erfgename wenst de heer [appellant] (...) niet als executeur en heeft notaris mr. [appellant] verzocht zijn benoeming tot executeur niet te aanvaarden.

Tot op heden heeft notaris mr. [appellant] zich niet uitgelaten omtrent de aanvaarding of weigering van zijn benoeming tot executeur.

(...)

8. Wettelijke vereffening

Door de (...) aanvaarding onder het voorrecht van boedelbeschrijving is de erfgename verplicht de nalatenschap te vereffenen volgens de wet.

Voor zover er geen sprake zou zijn van executele (hetgeen thans niet helder is) treedt de erfgename daarbij op als vereffenaar. (...)

3.7.

De erfgename heeft bij op 30 december 2019 ingekomen verzoekschrift de kantonrechter te Den Haag onder meer verzocht een nieuwe executeur te benoemen. In een tussenbeschikking van 13 januari 2020 is klager geschorst als executeur voor de duur van de procedure. Bij eindbeschikking van 12 mei 2020 is klager ontslagen als executeur en afwikkelingsbewindvoerder.

3.8.

De ontzetting van klager, na cassatie door klager, uit het ambt is geëffectueerd per 15 maart 2021.

4 De klacht

5 Beoordeling

6 Beslissing