Gerechtshof Amsterdam, 04-03-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:486, 200.344.376/01 NOT
Gerechtshof Amsterdam, 04-03-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:486, 200.344.376/01 NOT
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 4 maart 2025
- Datum publicatie
- 13 maart 2025
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2025:486
- Zaaknummer
- 200.344.376/01 NOT
Inhoudsindicatie
Klacht tegen een notaris. Voortvarend handelen. Opmaken testament. Tijdspad tussen opmaken en passeren testament. Vertraging aanpassing concept-testament. Klacht ongegrond.
Uitspraak
beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.344.376/01 NOT
nummer eerste aanleg : C/05/426493 / KL RK 23-113
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 4 maart 2025
inzake
[appellant] ,
wonend te [plaats 1] , gemeente [plaats 3] ,
appellant,
tegen
[geïntimeerde] ,
notaris te [plaats 2] ,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. R. Bosman, advocaat te Rotterdam.
Partijen worden hierna klager en de notaris genoemd.
1 De zaak in het kort
De ouders van klager hebben door de notaris een concept-testament laten opstellen met daarin opgenomen een door hen gewenste wijziging van hun testamenten. De finale versie van het concept-testament van de vader van klager kon niet meer gepasseerd worden omdat hij ten tijde van de uiteindelijke passeerafspraak inmiddels wilsonbekwaam was. Klager verwijt de notaris dat hij niet voortvarend genoeg heeft gehandeld.
2 Het geding in hoger beroep
Klager heeft op 2 augustus 2024 een beroepschrift – met bijlagen − bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden (hierna: de kamer) van 8 juli 2024 tussen partijen gegeven onder bovengenoemd nummer (ECLI:NL:TNORARL:2024:28). Op 12 augustus 2024 heeft klager zijn beroepschrift aangevuld.
De notaris heeft op 21 oktober 2024 een verweerschrift – met een bijlage – bij het hof ingediend.
Het hof heeft van de kamer de stukken van de eerste aanleg ontvangen.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 23 januari 2025. Klager en de notaris, vergezeld van zijn gemachtigde, zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; klager aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota.
3 Feiten
Het hof verwijst naar de feiten die de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling daarvan geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat. Waar nodig aangevuld met andere feiten die zijn komen vast te staan, zijn die feiten de volgende.
De ouders van klager hebben de notaris medio 2019 de opdracht gegeven tot het wijzigen van hun testamenten. De vader (hierna te noemen: erflater) was destijds [x] en hij had twee zonen: klager en zijn broer.
Op 26 juni 2019 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen de notaris, de moeder van klager (hierna: moeder) en erflater. Erflater heeft daarbij zijn wens kenbaar gemaakt om de broer van klager te onterven.
Op 20 juli 2019 heeft de notaris concept-testamenten aan moeder en erflater afgegeven. Daarin is onder meer een legaat ter grootte van de legitieme portie opgenomen voor de broer van klager.
Op 9 september 2019 heeft een tweede bespreking tussen moeder, erflater en de notaris plaatsgevonden. Erflater heeft daarbij onder meer aangegeven dat hij de broer van klager liever expliciet wilde onterven. Afgesproken is dat de notaris de tijdens het gesprek gemaakte opmerkingen zou verwerken in nadere concept-testamenten.
Op 13 januari 2020 heeft de notaris het gewijzigde testament van moeder gepasseerd. Het gewijzigde testament van erflater is niet gepasseerd omdat erflater toen wilsonbekwaam was.
Op [datum] is erflater overleden.