Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-08-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6163, 200.074.615

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-08-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6163, 200.074.615

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 augustus 2013
Datum publicatie
16 september 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:6163
Zaaknummer
200.074.615

Inhoudsindicatie

effectenlease; zorgplicht tussenpersoon; toezegging; eigen schuld

Uitspraak

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.074.615

(zaaknummer rechtbank 244114)

arrest van de zesde kamer van 20 augustus 2013

in de zaak van

[A] ,

wonende te [woonplaats],

appellant in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,

hierna: [A],

advocaat: mr. R.P.F. Kamphuis,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Afab Geldservice B.V.,

gevestigd te Amersfoort,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

appellante in het incidenteel hoger beroep,

hierna: Afab,

advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 28 mei 2008, 2 juli 2008, 30 juli 2008, 8 juli 2009 en 7 juli 2010 die de rechtbank Utrecht tussen appellante als eiseres en geïntimeerde als gedaagde heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 3 september 2010,

- de memorie van grieven, met producties,

- de memorie van antwoord tevens incidenteel appel, met producties,

- de memorie van antwoord in het incidenteel appel, met producties,

- de schriftelijke pleidooien.

2.2

Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3 De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.6 van het bestreden vonnis van 7 juli 2010.

4 De motivering van de beslissing in hoger beroep

5 Slotsom

6 De beslissing