Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-12-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:9698, WAHV 200.160.683

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-12-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:9698, WAHV 200.160.683

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
17 december 2015
Datum publicatie
18 december 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:9698
Zaaknummer
WAHV 200.160.683

Inhoudsindicatie

Instellen hoger beroep per e-mail niet mogelijk. Herstelmogelijkheid geboden.

Ten tijde van ontvangst van de e-mail was de termijn voor het instellen van hoger beroep nog niet verstreken. De betrokkene wordt in de gelegenheid gesteld het verzuim bij het instellen van hoger beroep te herstellen

Uitspraak

WAHV 200.160.683

17 december 2015

CJIB 176879489

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

locatie Leeuwarden

Tussenarrest

op het hoger beroep tegen de beslissing

van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland

van 28 oktober 2014

betreffende

[naam] (hierna te noemen: betrokkene),

wonende te [woonplaats] .

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing niet-ontvankelijk verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft op 3 december 2014 een e-mailbericht aan de rechtbank verzonden met als bijlage een document waarin zij hoger beroep aantekent tegen de beslissing van de kantonrechter van 28 oktober 2014.

De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.

De betrokkene is in de gelegenheid gesteld op het verweerschrift te reageren. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Het hof constateert dat de betrokkene op 3 december 2014 een e-mailbericht aan de rechtbank heeft verzonden met als bijlage een document waarin zij hoger beroep aantekent tegen de beslissing van de kantonrechter van 28 oktober 2014. Het hof ziet zich gesteld voor de vraag of het mogelijk is om via e-mail hoger beroep in te stellen. Het hof overweegt als volgt.

2. Ingevolge artikel 6:4, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geschiedt het instellen van beroep bij een bestuursrechter door het indienen van een beroepschrift bij die rechter.

3. Ingevolge artikel 15, eerste lid, van de WAHV geschiedt het instellen van hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, in afwijking van artikel 6:4 van de Awb, door het indienen van een beroepschrift bij de rechtbank van de kantonrechter tegen wiens beslissing het beroep is gericht.

4. Ingevolge artikel 6:5, eerste lid, van de Awb wordt het beroepschrift ondertekend en bevat het ten minste:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht;

d. de gronden van het beroep.

5. Ingevolge artikel 6:6, aanhef en onder a, van de Awb kan het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard, indien niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het beroep, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.

6. Uit de hierboven aangehaalde wetsbepalingen volgt dat het instellen van hoger beroep bij het hof uitsluitend kan plaatsvinden door het indienen van een beroepschrift bij de rechtbank van de kantonrechter tegen wiens beslissing het beroep is gericht. Het verzenden van een e-mail met bijlagen, zoals de betrokkene heeft gedaan, voldoet niet aan het schriftelijkheidsvereiste. Bovendien kan bij verzending per e-mail niet worden voldaan aan de eis dat het beroepschrift wordt ondertekend.

7. Het voorgaande leidt in beginsel tot de conclusie dat de betrokkene door het verzenden van een e-mailbericht geen hoger beroep heeft ingesteld. De griffier van de rechtbank heeft het e-mailbericht met bijlagen ter verdere behandeling doorgezonden naar het hof. Het hof stelt vast dat ten tijde van de ontvangst door de rechtbank van het e-mailbericht de termijn voor het instellen van hoger beroep nog niet was verstreken. De griffier van de rechtbank heeft de betrokkene niet gewezen op de onjuiste wijze waarop zij hoger beroep wilde instellen en haar evenmin gelegenheid gegeven het verzuim te herstellen binnen een haar daartoe gestelde termijn. Naar het oordeel van het hof dient de betrokkene alsnog in de gelegenheid te worden gesteld haar verzuim bij het instellen van hoger beroep te herstellen. Hiertoe zal haar gelegenheid worden gegeven om een ondertekend hoger beroepschrift in te dienen binnen vier weken na dagtekening van dit arrest, hetgeen in dit geval kan geschieden door verzending naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden).

8. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.

Beslissing

Het gerechtshof:

stelt de betrokkene in de gelegenheid om binnen vier weken na dagtekening van dit arrest een ondertekend hoger beroepschrift in te dienen;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit arrest is gewezen door mrs. Beswerda, Van Schuijlenburg en De Witt, in tegenwoordigheid van mr. Kuiper als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.