Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-01-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:142, 200.178.999/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-01-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:142, 200.178.999/01

Inhoudsindicatie

Arbeidsrecht. Kort geding inzake concurrentiebeding. Procesrecht: nieuwe grieven bij pleidooi toelaatbaar? Vraag of zzp-er recht kan ontlenen aan belemmeringsverbod Waadi. Art. 7:653 oud BW van toepassing. In het kader van belangenafweging onderscheid tussen behandel- en begeleidingswerkzaamheden.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.178.999/01

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 4340577 MV EXPL 15-159)

arrest in spoed kort geding van 12 januari 2016

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in reconventie,

hierna: [appellant],

advocaat: mr. L.S. van Dis, kantoorhoudend te Utrecht, die ook heeft gepleit,

tegen

Focus on Human B.V.,

gevestigd te Almere,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,

hierna: FOH,

advocaat: mr. J.L. van Schouten, kantoorhoudend te Amstelveen, die ook heeft gepleit.

1 Het geding in eerste aanleg

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis in kort geding van 16 september 2015 van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure is als volgt:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 13 oktober 2015 met grieven en 2 producties,

- de memorie van antwoord met 3 producties,

- een akte van [appellant] met 5 producties,

- een akte van FOH met haar producties 4 en 5,

- het gehouden pleidooi waarbij pleitnotities zijn overgelegd.

2.2

Na afloop van het pleidooi heeft het hof arrest bepaald.

2.3

De vordering van [appellant] luidt:

"het vonnis tussen partijen gewezen op 16 september 2015 (…) te vernietigen en opnieuw rechtdoende, bij arrest, de vorderingen van appellant in eerste aanleg alsnog toe te wijzen, alsmede de vergoeding van niet-genoten vakantiedagen als genoemd in punt 31 tot en met 33 en geïntimeerde in haar reconventionele vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren dan wel haar deze te ontzeggen, en om FOH te veroordelen om al hetgeen [appellant] ter uitvoering van het bestreden vonnis aan FOH heeft voldaan aan [appellant] terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot de dag van terugbetaling, met, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van geïntimeerde in de proceskosten van beide instanties, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 131,-, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het arrest, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening."

3 De feiten

3.1

Tegen de door de kantonrechter vastgestelde feiten is niet gegriefd. Aangevuld met wat voorts in hoger beroep tussen partijen is komen vast te staan, mede gelet op de inhoud van de overgelegde en niet betwiste producties, zijn de feiten als volgt.

3.2

[appellant] is een BIG-geregistreerde GGZ-verpleegkundige. Al voor 2010 was hij gedurende 16 uur per week als zodanig werkzaam bij Huisartsenpraktijk Stadsweiden te Harderwijk (hierna: de Huisartsenpraktijk), zulks als gedetacheerde van GGZ-organisatie Indigo.

3.3

Omstreeks 2010/2011 is [appellant] naast zijn werk bij de Huisartsenpraktijk voor enkele dagen per week als sociaal psychiatrisch verpleegkundige/maatschappelijk werker in dienst getreden bij Stichting Autisme Almere (hierna: STAA), waarvan [X] en [Z] bestuurders zijn. De activiteiten van STAA zijn, volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel, "overige belangenbehartiging. Een fundamentele bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de eigenwaarde en de onafhankelijkheid van personen met autisme en hun omgeving." De werkzaamheden van [appellant] bestonden uit begeleiding en behandeling van mensen met autisme.

De arbeidsomvang van [appellant] bedroeg aanvankelijk 24 uur per week en werd vanaf 1 maart 2013 uitgebreid met 13 uur waarin [appellant] het onder 3.2 bedoelde werk bleef doen, maar nu uitgeleend door STAA in plaats van door Indigo.

3.4

Op 1 januari 2014 is [appellant] full time en voor onbepaalde tijd in de functie van sociaal psychiatrisch verpleegkundige/maatschappelijk werker en hoofd zorg in dienst getreden bij FOH, waarvan bestuurder is FOH Holding B.V. met [X] als enig directeur en aandeelhouder. FOH staat bij de Kamer van Koophandel ingeschreven als organisatie-adviesbureau voor het verlenen van advies, training en coaching op het gebied van personeel en autisme.

FOH had inmiddels met de Huisartsenpraktijk een overeenkomst gesloten op grond waarvan [appellant] vanaf 1 januari 2014 door FOH werd gedetacheerd voor het verrichten van de onder 3.2 bedoelde werkzaamheden. Deze overeenkomst is uitgebreid tot 16 uur met ingang van 1 maart 2014.

Hiernaast zette FOH [appellant] in voor dergelijke werkzaamheden bij de psychiatriepraktijk van [Y] (hierna: [Y] ).

3.5

In de schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen FOH en [appellant] is opgenomen dat [appellant] zal worden ingeschakeld voor het begeleiden, coachen en behandelen van cliënten/patiënten van FOH en dat de CAO-GGZ op dit contract van toepassing is.

De arbeidsovereenkomst bevat voorts een non-concurrentie- en relatiebeding, alsmede een boetebeding. Deze luiden, voor zover van belang:

"Artikel 9. Non-concurrentie- en relatiebeding

1. Het is de werknemer verboden zonder schriftelijke toestemming van werkgever om zowel tijdens als wel gedurende jaar na beëindiging van de dienstbetrekking, binnen een straal van 50 km van de vestiging van werkgever, in enigerlei vorm een zaak, gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan die van de werkgever te vestigen, te drijven, mede te drijven of te doen drijven, hetzij direct hetzij indirect, alsook financieel in welke vorm ook bij een dergelijke zaak belang te hebben, direct of indirect, of daarin of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam te zijn, hetzij in dienstverband hetzij anderszins, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet, of daarin aandeel van welk aard ook te hebben, alles in de meest ruime zin des woord.

2. Het is de werknemer zonder schriftelijke toestemming van de werkgever gedurende 1 jaar na beëindiging van de dienstbetrekking bij relaties van de werkgever tegen vergoeding of om niet, direct of indirect, in dienstverband of anderszins, cliënten/patiënten van Focus on Human te begeleiden-coachen, in de meest ruime zin des woord.

Artikel 10. Boete

1. (…)

2. Indien de werknemer in strijd met zijn verplichtingen uit hoofde van het bepaalde in het geheimhoudingsbeding, het beding inzake nevenwerkzaamheden en het non-concurrentiebeding handelt, zal hij/zij in afwijking van artikel 7:650 lid 3 BW aan de vennootschap, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, in afwijking van artikel 7:650 lid 5 BW, voor iedere overtreding een boete verbeuren van € 2.500,- alsmede een boete van € 500,- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd het recht van de werkgever om in plaats daarvan volledige schadevergoeding plus kosten en interesten te vorderen voor zover de werkelijk geleden schade de bedongen boete te boven gaat.”

3.6

[appellant] heeft bij e-mailbericht van 22 april 2015 aan [X] en overige collega's meegedeeld dat hij zijn arbeidsovereenkomst opzegt tegen 1 juni 2015 omdat [X] , kort gezegd, niet deugt en misbruik maakt van kwetsbaarheid van cliënten en naaste collega's.

3.7

Nadat [appellant] op 18 mei 2015 een cliënt van FOH had bezocht, heeft deze zich tegenover derden negatief uitgelaten over FOH en haar directeur [X] . [X] heeft [appellant] bij e-mailbericht van 20 augustus 2015 meegedeeld dat hij [appellant] aansprakelijk houdt voor het gedrag van deze cliënt.

3.8

[appellant] , die al op 11 mei 2015 had aangekondigd als zzp-er verder te willen gaan, heeft op 18 mei 2015 zijn eenmanszaak "Eigenwijs herstel" ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. De activiteiten van de eenmanszaak bestaan uit GGZ-hulpverlening, behandeling, coaching, begeleiding en onderwijs aan mensen met een GGZ hulpaanvraag alsook coaching aan zorgprofessionals.

3.9

FOH heeft [appellant] op 21 mei 2015 met onmiddellijke ingang op non-actief gesteld.

3.10

Bij brief van 5 juni 2015 deelt FOH aan [appellant] mee dat zij heeft vernomen dat [appellant] een dienstverband wenst aan te gaan met Ambulante Begeleiding Het Spectrum B.V. te Amersfoort en dat dit in strijd is met het concurrentie- en relatiebeding waaraan zij [appellant] zal houden.

3.11

Op 30 juni 2015 heeft de Huisartsenpraktijk per brief 'aan wie zulks aangaat' meegedeeld dat de detachering van [appellant] door FOH stopt omdat [appellant] zijn arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, naar zeggen van [appellant] omdat hij aanwijzingen heeft dat Geijtenbeek zijn werknemers en cliënten voor grote bedragen heeft opgelicht.

De Huisartsenpost wenst de samenwerking met [appellant] te continueren en acht zich niet gebonden aan een concurrentie- of relatiebeding waarover niets staat in de detacheringsovereenkomst.

3.12

Ten tijde van de uitspraak in kort geding was [appellant] als BIG-geregistreerde GGZ-verpleegkundige werkzaam bij de Huisartsenpraktijk en [Y] .

3.13

FOH heeft over mei 2015 € 2.902,- bruto te weinig loon betaald en het vakantiegeld over de periode van 1 juni 2014 tot en met mei 2015 en een bedrag van € 1.337,72 wegens eindejaarsuitkering niet aan [appellant] voldaan.

3.14

Inmiddels is FOH een groot deel van haar klandizie kwijtgeraakt. Er wordt door de sociale recherche onderzoek gedaan naar de fraude met PGB-gelden waarvan [appellant] haar beschuldigt.

[appellant] heeft de door de kantonrechter opgelegde boete betaald, maar niet voldaan aan de veroordeling tot exhibitie. Hij heeft zijn werkzaamheden bij de Huisartsenpraktijk en [Y] gestaakt.

4 De vorderingen en beoordeling in eerste aanleg

5 De omvang van het appel, nieuwe grieven bij pleidooi

6 De beoordeling van de grieven

7 De beslissing