Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-04-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2834, 200.265.204/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-04-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2834, 200.265.204/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 7 april 2020
- Datum publicatie
- 9 april 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:2834
- Zaaknummer
- 200.265.204/01
Inhoudsindicatie
Loonvordering. Aanvulling tot 100% van het loon bij ziekte op basis van cao. Alleen aanvulling verschuldigd als daadwerkelijk re-integratiewerkzaamheden zijn verricht. Werkgever is tekortgeschoten in re-integratieverplichting. Dit leidt niet tot toepassing van artikel 7:628 BW, maar wel tot schadeplichtigheid.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.265.204/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 7221210)
arrest van 7 april 2020
in de zaak van
[appellant] ,
wonende te [A] ,
appellant,
in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in reconventie,
hierna: [appellant],
advocaat: mr. R.A. Severijn, kantoorhoudend te Utrecht,
tegen
[geïntimeerde] h.o.d.n. IBOK,
wonende te [B] , zaakdoende te Bussum,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
hierna: [geïntimeerde],
advocaat: mr. F.A. Weber, kantoorhoudend te Amsterdam.
1 Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van
2 januari 2019 en van 22 mei 2019 die de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, heeft gewezen.
2 Het geding in hoger beroep
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 7 augustus 2019;
- de memorie van grieven d.d. 12 november 2019;
- de memorie van antwoord met producties d.d. 21 januari 2020.
[appellant] is op de rol uitdrukkelijk in staat gesteld een akte uitlating producties te nemen. Van die mogelijkheid is geen gebruik gemaakt.
Vervolgens hebben beide partijen de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.
3 Waar gaat het in deze appelprocedure om gaat
In appel staat de vraag centraal of [appellant] recht heeft op doorbetaling van zijn volledige loon gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid. De toepasselijke cao verplicht de werkgever tot doorbetaling van 90% van het loon en 100% indien werkzaamheden in het kader van re-integratie worden uitgevoerd. Het hof oordeelt dat als geen re-integratiewerkzaamheden worden verricht, er geen aanspraak is op 100% doorbetaling. Maar de werkgever is wel schadeplichtig als hij in zijn re-integratieverplichtingen tekortschiet, en de werkgever kan ook niet loon terugvorderen over de maanden waarover wel volledige doorbetaling heeft plaatsgevonden.