Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-01-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:436, 200.263.168/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-01-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:436, 200.263.168/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 januari 2020
Datum publicatie
23 januari 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:436
Zaaknummer
200.263.168/01

Inhoudsindicatie

Was de benoeming van werknemer in de functie van general manager bedoeld als tijdelijk en zo ja, was die functie inmiddels definitief geworden?

Kon werkgever werknemer weer terugplaatsen in zijn oorspronkelijke functie en tegen zijn oude salaris?

Is, met het oog op de transitievergoeding, sprake geweest van opvolgend werkgeverschap?

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.263.168/01

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, 7498689)

beschikking van 20 januari 2020

in de zaak van

[verzoeker] ,

wonende te [A] ,

verzoeker in hoger beroep,in eerste aanleg: verzoeker,

hierna: [verzoeker],

advocaat: mr. R.H.G. Evers,

tegen

XEMC Darwind B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

verweerster in hoger beroep,in eerste aanleg: verweerster,

hierna: XEMC,

advocaat: mr. A.H.B. Balm en mr. E.L. Steenis.

1 1. Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere) van 26 april 2019.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure is als volgt:

- het beroepschrift (met producties 1 tot en met 11) van [verzoeker] , ter griffie ontvangen op 23 juli 2019;

- het verweerschrift (met producties 1 tot en met 4) van XEMC;- het V6 formulier van [verzoeker] met indiening van de producties 12 en 13;- het V6 formulier van XEMC met indiening van productie 5;

- de op 4 december 2019 gehouden mondelinge behandeling, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd.

2.2

Na afloop van de mondelinge behandeling heeft het hof beschikking bepaald op 14 januari 2020.

2.3

[verzoeker] heeft in zijn hoger beroepschrift verzocht de beschikking van de kantonrechter van 26 april 2019 te vernietigen en bij beschikking (voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad), kort gezegd, XEMC te veroordelen tot betaling van bedragen aan achterstallig salaris, billijke vergoeding en (aanvullende) transitievergoeding, onder verstrekking - versterkt met een dwangsom - van bijbehorende bruto/netto specificaties. Daarnaast verzoekt hij veroordeling van XEMC tot betaling van buitengerechtelijke kosten en van de proceskosten van beide instanties.

3 Inleiding

3.1

Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst die heeft bestaan tussen [verzoeker] en XEMC op terechte gronden is beëindigd. Volgens [verzoeker] is dat niet het geval en heeft XEMC voor die beëindiging gronden aangevoerd die in werkelijkheid niet bestonden. Hij vindt dat XEMC daarvan ernstige verwijten kunnen worden gemaakt en verlangt daarom een billijke vergoeding. Verder is volgens [verzoeker] in de laatste maanden van zijn dienstverband een te laag salaris betaald en is daarom ook de transitievergoeding op een te laag bedrag berekend.

3.2

Hierna zal onder punt 4. eerst worden vastgesteld wat de feiten in deze zaak zijn.

4 4. De feiten

5 Het verzoek aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan

6 De beoordeling in hoger beroep

7 De slotsom

8 8. De beslissing