Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-06-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:4815, 200.277.389/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-06-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:4815, 200.277.389/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 23 juni 2020
- Datum publicatie
- 25 juni 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:4815
- Zaaknummer
- 200.277.389/01
Inhoudsindicatie
Kort geding tot schorsing van concurrentiebeding. Werknemer zelf behoort niet tot het te beschermen bedrijfsdebiet van werkgever. Afweging van belangen leidt ertoe dat werknemer door handhaving van het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld en dat het gerechtvaardigd is om het beding te schorsen, vooruitlopend op een oordeel van de bodemrechter. Volgt alsnog schorsing van het concurrentiebeding en afwijzing van het door de werkgever gevorderde voorschot op verbeurde boetes.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.277.389/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 8369088)
arrest in kort geding van 23 juni 2020
in de zaak van
[appellant] ,
wonende te [A] ,
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
hierna: [appellant],
advocaat: mr. R.A. Oskamp, kantoorhoudend te Amsterdam,
tegen
Ambucare B.V.,
gevestigd te Ossendrecht,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna: Highcare,
advocaat: mr. B.W.G. Orth, kantoorhoudend te Blaricum.
1 Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van
25 maart 2020 dat de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, (hierna de voorzieningenrechter) in kort geding heeft gewezen.
2 Het geding in hoger beroep
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 20 april 2020, met grieven en producties,
- de conclusie van eis d.d. 28 april 2020,
- de memorie van antwoord, met één productie.
[appellant] heeft zich niet uitgelaten over de door Highcare bij memorie van antwoord overgelegde productie, houdende een overzicht van volgens Highcare voor [appellant]
beschikbare opdrachten met een enkele reisduur van 1,5 uur in de periode van oktober 2019 tot en met januari 2020. Het hof zal ook geen acht slaan op die productie. Highcare is daardoor niet benadeeld, zoals hierna zal blijken.
Vervolgens heeft [appellant] de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.
3 De vaststaande feiten
Het hof gaat in hoger beroep uit van de navolgende feiten.
Highcare is een van de drie grotere uitzendbureaus in Nederland die actief zijn in de
ambulancezorg. De andere twee zijn TMI en EMS care. TMI is een directe concurrent van Highcare.
[appellant] , geboren [in] 1971, is opgeleid als ambulanceverpleegkundige en heeft daarin meer dan 20 jaar ervaring. [appellant] , destijds wonende in [B] , is op 1 januari 2018 bij Highcare in dienst getreden in genoemde functie op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor 36 uur per week. Op de
arbeidsovereenkomst is onder meer van toepassing de ABU-cao.
[appellant] is door Highcare onder meer tewerk gesteld bij Kijlstra Ambulancegroep Fryslan te Drachten (hierna te noemen Kijlstra). Kijlstra is één van de twee organisaties die binnen de Provincie Friesland de ambulancezorg verzorgen, waarbij Kijlstra het leeuwendeel van het daarvoor benodigde personeel voor haar rekening neemt.
In de arbeidsovereenkomst is in artikel 14 een relatie- en concurrentiebeding opgenomen. Deze luidt, voor zover van belang:
Gedurende 1 jaar na het einde van de Arbeidsovereenkomst - ongeacht de wijze waarop en de redenen waarom de Arbeidsovereenkomst tot een einde is gekomen - zal het Werknemer zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Werkgever, niet zijn toegestaan om:
( a) op enigerlei wijze, direct of indirect, al dan niet gehonoreerd, werkzaam te zijn bij enige persoon, instelling, vennootschap of onderneming die concurrerende, soortgelijke of aanverwante uitzendactiviteiten ontplooit als Werkgever, of de aan haar gelieerde onderneming, dan wel daarin of daarbij enig belang te hebben:
( b) als zelfstandige direct en/of indirect werkzaam te zijn bij relaties van Werkgever waar Werknemer gedurende de Arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest in een straal van 50 kilometer rondom het woonadres van Werknemer.
Bij overtreding van één of meer der bepalingen genoemd in sub (a) en (b), verbeurt Werknemer - in afwijking van het bepaalde in artikel 7:650 lid 3, 4 en 5 BW - jegens Werkgever, zonder dat daarvoor een aankondiging of ingebrekestelling is vereist, een aan Werkgever toekomende direct opeisbare boete van € 2500,00 per overtreding, te vermeerderen met € 250,00 voor iedere dag (een gedeelte van de dag hieronder begrepen) dat de overtreding voortduurt, één en ander onverminderd het recht van Werkgever om daarnaast nakoming te vorderen van de bepalingen van de Arbeidsovereenkomst.
[appellant] is in juli 2019 verhuisd naar [A] . [appellant] heeft met een brief van 27 januari 2020 zijn arbeidsovereenkomst met Highcare opgezegd tegen 1 maart 2020. Als reden voor zijn opzegging heeft hij aangegeven dat hij toe was aan een nieuwe uitdaging.
De advocaat van Highcare heeft met een brief van 25 februari 2020 [appellant]
gewezen op zijn concurrentie- en relatiebeding en hem aangegeven dat hij niet in dienst mag
treden bij TMI.
Met een brief van 28 februari 2020 heeft de advocaat van [appellant] hierop gereageerd. In de brief is onder meer gesteld dat de indiensttreding bij TMI in allerlei opzichten voor [appellant] een vooruitgang is.
[appellant] is met ingang van 2 maart 2020 in dienst getreden bij TMI. Hij wordt
onder meer tewerk gesteld bij Kijlstra. [appellant] overtreedt hiermee het tussen partijen
overeengekomen concurrentiebeding.
In een mailbericht van 12 maart 2020 heeft Kijlstra aan TMI bericht:
Zoals voorgaande jaren zal ook 2020 in het teken staan van een eerlijke, 50/50 verdeling, van uitzetten van diensten bij de 2 leveranciers (TMI en HighCare) zowel op detachering- als losse diensten.
Wij zijn ons aan het oriënteren met een 3e partij voor de flexibele schil.