Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-09-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:6861, 200.250.375/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-09-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:6861, 200.250.375/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
1 september 2020
Datum publicatie
3 september 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:6861
Zaaknummer
200.250.375/01

Inhoudsindicatie

Arbeidszaak. Loonvordering voor overwerk. Niet behoorlijke behandeling van de zaak door de kantonrechter. Schending verplichting werkgever tot bijhouden van deugdelijke urenadministratie. Verweer tegen gemotiveerde, gespecificeerde stellingname van werknemer onvoldoende onderbouwd. Uitsluiting van iedere vergoeding van overwerk in arbeidsovereenkomst in dit geval in strijd met goed werkgeverschap en naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Passeren bezwaar tegen uitvoerbaarheid van het arrest bij voorraad.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.250.375/01

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 5985411)

arrest van 1 september 2020

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [A] , Polen,

appellant,

in eerste aanleg: eiser,

hierna: [appellant],

advocaat: mr. G.P. Geelkerken, kantoorhoudend te Amsterdam,

tegen

Level One Holding B.V.,

gevestigd te Emmeloord,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: Level One,

advocaat: mr. H.K. Scholtens, kantoorhoudend te Emmeloord.

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1

Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 14 mei 2019 hier over.

1.2

In dit tussenarrest is een comparitie van partijen bepaald, die op 8 april 2020 zou worden gehouden. Vanwege de maatregelen in verband met de coronacrisis heeft de comparitie geen doorgang gevonden. Na overleg met partijen over het verder verloop van de procedure hebben partijen schriftelijk gepleit, waartoe zij op 9 juni 2020 hun aantekeningen ( [appellant] inclusief nadere producties) hebben overgelegd.

1.3

Het hof heeft arrest bepaald op het ten behoeve van de voor 8 april 2020 bepaalde comparitie overgelegde procesdossier, aangevuld met voornoemde aantekeningen van partijen.

2 De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de navolgende feiten:

2.1

Level One is een onderneming die zijn bedrijfsactiviteit richt op het uitzenden van onder andere Poolse werknemers.

2.2

[appellant] is van Poolse komaf en is op basis van een arbeidsovereenkomst vanaf

18 april 2016 tot en met 16 december 2016 als coördinator werkzaam geweest bij Level One tegen een loon van € 1.800,- bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag. De overeenkomst is aanvankelijk aangegaan tot 17 november 2016 en aansluitend tot en met 16 december 2016 verlengd. Op de arbeidsovereenkomst is geen cao van toepassing.

2.3

In zowel de eerste als de voortgezette arbeidsovereenkomst is onder meer vermeld:

Artikel 4: Arbeidstijd en werktijden

1. Er geldt een werkweek van 40 uren.

2. De overeengekomen arbeid zal worden verricht gedurende de bij werkgever gebruikelijke

(variabele) bedrijfstijd, doch begint in ieder geval 08.30 uur.

3. Onder omstandigheden kan werknemer worden verplicht de werkzaamheden te verrichten op een andere tijd dan gebruikelijk.

4. Werkgever is gerechtigd na overleg met werknemer wijziging in de hierboven genoemde

werktijden aan te brengen met inachtneming van de wettelijke bepalingen en voor zover de

bedrijfsomstandigheden daartoe noodzaken, e.e.a. ter bepaling van werkgever.

Artikel 5: Overwerk

1. Werknemer is redelijkerwijs verplicht gehoor te geven aan een verzoek van werkgever om

“overwerk” (zie artikel 4) te verrichten.

2. Onder overwerk wordt verstaan arbeid gedurende uren die de bij werkgever geldende fulltime arbeidstijd overschrijden en die in opdracht of met toestemming van werkgever is verricht. De eerste 30 minuten voor en na de normale werktijd wordt niet als overwerk aangemerkt.

3. Er vindt geen vergoeding van de overuren plaats, deze overuren zijn in het in artikel 6

genoemde salaris begrepen.

3 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

3.1

[appellant] heeft in eerste aanleg - samengevat - gevorderd een verklaring voor recht dat [appellant] recht heeft op nabetaling van loon over de gewerkte uren boven 40 uur per week en de veroordeling van Level One tot i) nabetaling van zijn overuren, ii) het maken van een herberekening op straffe van een dwangsom, iii) betaling van wat uit die herberekening als te weinig betaald blijkt, vermeerderd met de maximale wettelijke verhoging en de wettelijke rente en iv) verstrekking van specificaties van de na te betalen bedragen, op straffe van een dwangsom, een en ander met veroordeling van Level One in de proceskosten.

3.2

[appellant] heeft voorts in eerste aanleg bij wege van incident - samengevat - gevorderd een bevel aan Level One tot verstrekking aan [appellant] van urenstaten/urenadministratie, GPS-gegevens en facturen en bel-overzichten aangaande de door [appellant] gebruikte werktelefoon, op straffe van een dwangsom, met veroordeling van Level One in de kosten van het incident.

3.3

De kantonrechter heeft in een vonnis van 29 november 2017 de vordering van [appellant] als onvoldoende onderbouwd afgewezen, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten. In dat vonnis is voorts de incidentele vordering tot verstrekking van stukken afgewezen, met compensatie van de proceskosten in het incident.

4 De vordering in hoger beroep

5 De beoordeling van de grieven en de vordering

6 De slotsom

7 De beslissing