Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9900, 200.278.044/001
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9900, 200.278.044/001
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 30 november 2020
- Datum publicatie
- 4 december 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:9900
- Zaaknummer
- 200.278.044/001
Inhoudsindicatie
Wwz. Overgang van de onderneming. De bedrijfsactiviteit van twee gefailleerde ondernemingen gaat in faillissement via een activatransactie tussen de curator en een nieuwe onderneming over naar die nieuwe onderneming. Geen pre-packsituatie. Een voorbereide doorstart is (evenmin) feitelijk komen vast te staan. De faillissementsprocedure is dan ook niet ingeleid met het oog op voortzetting van de onderneming. Daarom geldt de faillissementsuitzondering van artikel 7:666 aanhef en sub a BW.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.278.044/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, 8073222)
beschikking van 30 november 2020
in de zaak van
Federatie Nederlandse Vakbeweging,
gevestigd en kantoorhoudend te Utrecht,
verzoekster in het hoger beroep,
in eerste aanleg: verzoekster,
hierna: FNV,
advocaat: mr. A.A.M. Broos,
tegen:
1 Vleems Bakery International B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Emmen,
2. Vleems Convenience Snacks B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Oss,
verweersters in het hoger beroep,
in eerste aanleg: verweersters,
hierna gezamenlijk: Vleems c.s. en individueel Vleems Bakery respectievelijk Vleems Convenience,
advocaat: mr. A.W. Hooijen.
1 Het verloop van deze procedure
FNV heeft hoger beroep ingesteld van de beschikking van 29 januari 2020 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen.
In hoger beroep is de procedure begonnen met de ontvangst door de griffie op 28 april 2020 van het beroepschrift (met bijlagen) van FNV. In het verzoekschrift was opgenomen een verzoek tot aanhouding van de zaak. Vleems c.s. hebben daarop bij akte van 9 juni 2020 gereageerd. Het verzoek is afgewezen. Daarop hebben Vleems c.s. een verweerschrift ingediend. Door FNV zijn vervolgens nog producties (19 tot en met 32) in het geding gebracht.
Op 11 november 2020 heeft een mondelinge behandeling plaats gevonden. Mrs Broos en Hooijen hebben gepleit conform door hen overgelegde aantekeningen. Vervolgens heeft het hof beschikking bepaald op basis van de hiervoor genoemde processtukken en het proces-verbaal van de zitting.
2 Waar gaat deze zaak over?
Op 27 juni 2019 zijn Vleems Bakery B.V (NB: dus een andere vennootschap dan verweerster onder 1) en Vleems Food B.V. failliet verklaard. Op 8 juli 2019 heeft de curator in die faillissementen een overeenkomst gesloten met Vleems Bakery. Daarbij zijn de activa van beide gefailleerde vennootschappen verkocht aan Vleems Bakery. Een deel van de door de beide gefailleerde vennootschappen gedreven onderneming is vervolgens voortgezet door Vleems Bakery en Vleems Convenience. De vraag is nu of de feitelijke gang van zaken de conclusie rechtvaardigt dat sprake is van een overgang van de onderneming als bedoeld in artikel 7:662 BW e.v., met als gevolg dat de rechten en verplichtingen van de twee gefailleerde vennootschappen ten aanzien de in dienst zijnde werknemers zijn overgegaan op Vleems Bakery en/of Vleems Convenience.
De kantonrechter kwam tot de conclusie dat van overgang van de onderneming geen sprake is geweest omdat zich de uitzonderingssituatie van artikel 7:666 BW voordeed, te weten dat de werkgever in staat van faillissement was verklaard en de onderneming tot de boedel behoorde.
Het hof onderschrijft dat oordeel. De motivering daarvan is hierna opgenomen.