Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-12-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:11627, 200.295.009/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-12-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:11627, 200.295.009/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 december 2021
Datum publicatie
24 december 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:11627
Zaaknummer
200.295.009/01

Inhoudsindicatie

Wwz. Ziekte houdt verband met omstandigheden waarop opzegverbod wegens ziekte betrekking heeft. De kantonrechter heeft daarom ten onrechte ontbonden. Geen herstel dienstverband omdat gebrek aan vertrouwen daaraan in de weg staat. Toegekend wordt, naast de transitievergoeding, een billijke vergoeding, in hoofdzaak gebaseerd op de ‘waarde’ van het dienstverband.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof: 200.297.024/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, 8989925)

beschikking van 20 december 2021

in de zaak van

[verzoeker] ,

wonende in [woonplaats] ,

verzoeker in het hoger beroep,

bij de rechtbank: verweerder tevens verzoeker in het tegenverzoek,

hierna: [verzoeker],

advocaat: mr. R.H. Bossen die kantoor houdt in Haren,

tegen

het openbaar lichaam op basis van gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven,

gevestigd in Stadskanaal,

verweerster in het hoger beroep,

bij de rechtbank: verzoekster tevens verweerster in het tegenverzoek,

hierna: Wedeka,

advocaat: mr. R.G.A. Luinstra, die kantoor houdt in Groningen.

1 De procedure bij de kantonrechter

Het verloop van de procedure in eerste aanleg blijkt uit de inhoud van de beschikking van 19 april 20211 (zoals hersteld bij beschikking van 19 mei 2021) die de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft gegeven.

2 De procedure in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit:

- het verzoekschrift in hoger beroep (met bijlagen) van [verzoeker] door de griffie van het hof ontvangen op 13 juli 2021;

- het verweerschrift (met bijlagen) van Wedeka, ontvangen op 2 november 2021;

- de mondelinge behandeling van 17 november 2021, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.

2.2

Aan het eind van die mondelinge behandeling is partijen op hun verzoek één week tijd gegeven om alsnog een minnelijke regeling te beproeven. Voor het geval een dergelijke regeling niet alsnog tot stand zou komen is beschikking bepaald op 27 december 2021 of zoveel eerder als mogelijk zou blijken te zijn. Partijen hebben vervolgens laten weten dat een minnelijke regeling niet alsnog tot stand is gekomen.

3 Waar gaat deze procedure over?

3.1

Wedeka heeft de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] te ontbinden. [verzoeker] heeft aangevoerd dat daarvan geen sprake kan zijn omdat hij een persoonlijkheidsstoornis heeft, hij daardoor ziek is en dus het opzegverbod ‘ziekte’ geldt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met de ziekte van [verzoeker] omdat de redenen waarom [verzoeker] zijn werk niet kan doen niet te maken hebben met de persoonlijkheidsstoornis. Vervolgens heeft de kantonrechter de g-grond (verstoorde arbeidsverhouding) aanwezig geacht en de arbeidsovereenkomst op die grond per 1 juni 2021 ontbonden. Aan [verzoeker] is een transitievergoeding toegekend van € 22.315,74. De door hem verzochte billijke vergoeding is afgewezen omdat van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van Wedeka geen sprake was. Het verzoek van [verzoeker] tot betaling van niet genoten verlofuren is deels toegewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd.

3.2

[verzoeker] is in hoger beroep gekomen van de beslissing van de kantonrechter. In dat hoger beroep betoogt hij dat het opzegverbod wel degelijk geldt. Hij verzoekt daarom primair herstel van het dienstverband, salarisbetaling en een verklaring voor recht dat het verlofsaldo per 1 juni 2021 bedraagt 1.716,8 uren. Voor het geval (subsidiair) het dienstverband niet wordt hersteld vraagt hij toekenning van het juiste bedrag aan transitievergoeding (€ 32.894,38 bruto met rente), betaling van 1.716,8 verlofuren (met rente) en toekenning van een door het hof in goede justitie te bepalen billijke vergoeding. [verzoeker] verzoekt ook Wedeka te veroordelen in de proceskosten van beide instanties.

3.3

Anders dan de kantonrechter, maar gebaseerd op eerst in hoger beroep (volwaardig) ter beschikking gekomen informatie, oordeelt het hof het opzegverbod (ziekte) wel toepasselijk. Tot het door [verzoeker] gevraagde herstel van het dienstverband komt het echter niet omdat een succesvol herstel uitgesloten lijkt. In plaats daarvan wordt wel een billijke vergoeding aan [verzoeker] toegekend. De transitievergoeding was door de kantonrechter (per abuis) op een te laag bedrag vastgesteld. Het hof kent alsnog het juiste bedrag toe. De niet genoten verlofuren worden alsnog grotendeels toegekend. Wedeka wordt veroordeeld in de kosten van de procedure in beide instanties. Deze beslissingen worden hierna gemotiveerd.

4 De vaststaande feiten

5 De beoordeling in hoger beroep

6 De beslissing