Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-03-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:1985, 200.266.750/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-03-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:1985, 200.266.750/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
2 maart 2021
Datum publicatie
4 maart 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:1985
Zaaknummer
200.266.750/01

Inhoudsindicatie

Toepassing 29b Ziektewet (‘no risk polis’) impliceert niet dat de bedongen arbeid is gewijzigd in de in het kader van de re-integratieverplichting verrichte passende arbeid. Werkgever mag niet een werknemer voor 10% administratief arbeidsongeschikt houden alleen maar omdat hij vermoedt dat het herstel niet duurzaam is.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.266.750/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 7074483)

arrest van 2 maart 2021

in de zaak van

[appellante] ,

wonende te [A] ,

appellante in principaal appel, tevens geïntimeerde in voorwaardelijk incidenteel appel,

bij de kantonrechter: eiseres,

hierna: [appellante],

advocaat: mr. M.B. van Voorthuizen, die kantoor houdt te Utrecht,

tegen

De Grooth Vervoer B.V.,

gevestigd te Veendam,

geïntimeerde in principaal appel, tevens appellante in voorwaardelijk incidenteel appel,

bij de kantonrechter: gedaagde,

hierna: De Grooth,

advocaat: mr. B.A. Smits, die kantoor houdt te Zwolle.

1 De procedure bij de kantonrechter

Voor het verloop van de procedure bij de kantonrechter verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 2 oktober 2018 en 29 januari 2019 die de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep van 25 april 2019, gericht tegen het eindvonnis;

- de memorie van grieven/ wijziging van eis (met producties) van 10 december 2019;

- de memorie van antwoord/ tevens van incidenteel hoger beroep (met producties) van

17 maart 2020;

- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep (met een productie) van

26 mei 2020.

2.2

Nadat De Grooth geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om op de productie overgelegd bij laatstgenoemde memorie te reageren, heeft [appellante] de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3 Waar gaat het in deze procedure over?

In deze procedure staat centraal of De Grooth een (nieuwe) loondoorbetalingsverplichting van twee jaar heeft tegenover [appellante] , die in 2013 gedeeltelijk arbeidsongeschikt is verklaard en daarvoor een WIA-uitkering (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) ontvangt, en bij De Grooth aangepast werk is gaan verrichten. Het hof is het met de kantonrechter eens dat daarvan geen sprake is.

Het hof zal die beslissing hierna motiveren.

4 De vaststaande feiten

5 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

6 De beoordeling van de grieven en de vordering in hoger beroep

7 De beslissing