Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-04-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:3612, 200.241.879/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-04-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:3612, 200.241.879/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 13 april 2021
- Datum publicatie
- 15 april 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:3612
- Zaaknummer
- 200.241.879/01
Inhoudsindicatie
Tractor met aanhanger komt op spoorwegovergang tot stilstand. Er volgt een botsing met een trein. De verzekeraar van de eigenaar van de tractor vergoedt de schade van ProRail en NS en krijgt de vorderingen van ProRail en NS op degene die aansprakelijk is voor de schade gecedeerd. De verzekeraar spreekt de producent en de dealer van de tractor aan, omdat sprake zou zijn van een defect aan de tractor (een knik in de dieselleiding). Die knik is volgens de verzekeraar het gevolg van een fout bij de reparatie van de tractor bij de dealer, dan wel van een productiefout.
De vordering tegen de producent op grond van productaansprakelijkheid wordt afgewezen omdat deze onvoldoende is onderbouwd. Ook de op artikel 6:171 BW gebaseerde vordering tegen de producent wordt afgewezen.
Op de vordering tegen de dealer wordt nog niet beslist. Het hof oordeelt dat een deskundigenonderzoek naar de oorzaak van het ontstaan van de knik in de dieselleiding noodzakelijk is.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.241.879/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/19/90093)
arrest van 13 april 2021
in de zaak van
Reaal Schadeverzekeringen N.V.,
gevestigd te Amstelveen,
appellante,bij de rechtbank: eiseres,eiseres in het incident ex art. 843a Rv,
hierna: Vivat,
advocaat: mr. P.C. Knijp, die kantoor houdt te Rotterdam,
tegen
1 de vennootschap naar Duits rechtD. Lankhorst & Co GmbH,
gevestigd te Neuenhaus, Bondsrepubliek Duitsland,
hierna: Lankhorst,advocaat: mr. I.K.M. Hoffmann, die kantoor houdt te Enschede,
2. de vennootschap naar Duits recht Same Deutz-Fahr Deutschland GmbH,
gevestigd te Lauingen, Bondsrepubliek Duitsland,
hierna: SDF,advocaat: mr. P. Bavelaar LLM., die kantoor houdt te Amsterdam,
geïntimeerden,
bij de rechtbank: gedaagden,verweerders in het incident ex artikel 843a Rv.
1 De procedure bij het hof
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 7 mei 2019 hier over.
In dat tussenarrest is bepaald dat op 2 april 2020 een comparitie zal plaatsvinden. Deze comparitie is vanwege de Covid-crisis niet doorgegaan. In overleg met partijen is een nieuwe datum voor de comparitie vastgesteld, 3 maart 20121. De comparitie heeft op die dag, deels digitaal, plaatsgevonden. Het hiervan opgemaakte proces-verbaal bevindt zich in afschrift bij de stukken.
Daarna is de zaak aangehouden om partijen de gelegenheid te geven tot een minnelijke regeling te komen. Partijen hebben het hof laten weten dat dat niet is gelukt. Het hof heeft daarop een datum voor arrest vastgesteld.
2. Waar gaat het in deze zaak over?
Vivat is de aansprakelijkheidsverzekeraar van Westo Prefab Beton Systemen
(hierna: Westo), een bedrijf dat prefab betonelementen voor de utiliteitsbouw produceert en verkoopt. Westo heeft onder meer een vestiging in Coevorden.
SDF is een producent van onder meer tractoren van het merk Deutz-Fahr. Lankhorst verkoopt en onderhoudt landbouwmachines, zoals tractoren.
In januari 2007 heeft Westo voor € 48.750,- een nieuwe tractor van het merk
Deutz-Fahr, type Agrotron K110 (hierna: de tractor) van Lankhorst gekocht, die de tractor op haar beurt heeft gekocht van SDF. Westo heeft de tractor onderhouden. In dat verband is de tractor in maart en juli 2007 voor onderhoud bij Lankhorst gebracht. Dat is omstreeks 14 november 2007 weer gebeurd. Lankhorst heeft toen onder meer de filters vervangen en daarvoor op 16 november 2007 een factuur gestuurd naar Westo. Daarnaast heeft Lankhorst op 14 november 2007 reparatiewerkzaamheden verricht aan onder meer de versnellingsbak. Die werkzaamheden heeft Lankhorst niet in rekening gebracht bij Westo. Wel is een op 11 december 2007 gedateerde factuur opgesteld voor een bedrag van € 5.907,28 met daarop de vermelding ‘HERSTELLER GARANTIE’, die niet door Westo betaald hoefde te worden. De werkzaamheden aan de versnellingsbak zijn door SDF aan Lankhorst vergoed.
Na de laatste reparatie is de tractor weer gebruikt in het bedrijf van Westo. Vanaf die reparatie tot 5 december 2007 zijn ongeveer 100 draaiuren met de tractor gemaakt. In totaal waren tot 5 december 2007 ongeveer 1.200 draaiuren met de tractor gemaakt.
Op 5 december 2007 omstreeks 13:30 uur heeft een medewerker van Westo, de heer [A] , de tractor gebruikt om een dieplader (aan de tractor verbonden via een ‘dolly’) met wapeningsijzer te vervoeren van de vestiging van Westo in Coevorden naar de
Duitse vestiging BBE, ongeveer 3 kilometer van de vestiging te Coevorden. Tijdens deze rit moest de tractor een verhoogde spoorwegovergang oversteken. Nadat [A] met de tractor het grootste deel van de overgang was gepasseerd, maar de dieplader nog op de rails stond, sloeg de motor van de tractor af en bleef de dieplader met wapeningsijzer op het spoor stilstaan. [A] kreeg de tractor niet gestart. Na enkele minuten is een passagierstrein van NS op de dieplader gebotst en ontspoord. De trein is daarbij beschadigd en ook de spoorwegbeveiliging, eigendom van Prorail, liep schade op.
Een aantal uren na de aanrijding startte de motor van de tractor weer. [A] heeft de dieplader met de tractor van het spoor gereden. Na enkele honderden meters sloeg de motor opnieuw enkele keren af. De politie heeft de tractor in beslag genomen en op
6 december 2007 weer vrij gegeven.
Vivat (destijds nog Reaal Schadeverzekeringen N.V.) heeft
GAB Robins Takkenberg B.V. (hierna: GAB) opdracht gegeven de oorzaak van het stilvallen van de motor te achterhalen en om de schade af te wikkelen. GAB heeft het onderzoek aan de tractor laten uitvoeren door HAN Automotive, een onderzoeksgroep van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Het feitelijke onderzoek heeft op
5 en 6 februari 2008 plaatsgevonden. Bij dat onderzoek waren vertegenwoordigers van Lankhorst en SDF aanwezig. HAN heeft in maart 2008 gerapporteerd. De conclusie van het rapport is de volgende:‘Het doel van het onderzoek is het vaststellen of er een causaal verband bestaat tussen
het onbedoeld tot stilstand komen van de tractorcombinatie op de spoorwegovergang
en de aandrijving van het transportmiddel.
Met het onderzoek is eenduidig aangetoond dat dit causale verband bestaat:
De geknikte brandstoftoevoerleiding heeft de aanvoer van brandstof belemmerd .
Bij een geringe belasting van de tractor is er nog net voldoende brandstoftoevoer naar
de brandstofpomp om de motor de benodigde prestatie te laten leveren. Bij een te
grote afname aan brandstof (zware belasting van de motor) wordt de brandstofslang
volledig dichtgezogen, met als gevolg het afslaan van de motor. Deze situatie is vergelijkbaar bij de aanloop naar de spoorwegovergang, waar het wegdek een lichte stijging laat zien en de tractor het maximale vermogen moet leveren om de snelheid te behouden. Door het tekort aan brandstof is het vermogen afgenomen, zoals de chauffeur ook heeft verteld, waardoor de snelheid steeds verder is gedaald. Om het afslaan (wurgen van de motor) te voorkomen heeft de chauffeur uiteindelijk de koppeling ingetrapt. Echter door de totale blokkade in de brandstoftoevoer is er zelfs te weinig brandstof voor het stationair draaien van de motor, met als gevolg het afslaan van de motor. Na verloop van tijd komt de doorgang in de brandstofslang weer gedeeltelijk vrij, waardoor de motor opnieuw gestart kan worden. Indien vervolgens weer veel vermogen gevraagd wordt, dan zal het hier voorgaand beschreven proces zich herhalen.
Nadat de brandstoftoevoerleiding op de juiste wijze is gemonteerd, laten de meetresultaten een correcte opbouw van de brandstofdruk zien. Dit is de voorwaarde voor het probleemloos leveren van het maximum vermogen.’
In de samenvatting van het rapport wordt nog opgemerkt:‘De belangrijkste conclusie die uit het onderzoek naar voren is gekomen, is dat een geknikte toevoerleiding in de brandstofvoorziening de aanvoer van de brandstof naar de motor heeft belemmerd. Het onderzoek heeft tevens uitgewezen dat het aannemelijk is dat de oorzaak van de knik in de brandstoftoevoerslang terug te voeren is op de garantiewerkzaamheden aan
de tractor. Deze werkzaamheden zijn verricht ±100 uur voordat het ongeval heeft plaatsgevonden.’
Uit de in het rapport omschreven onderzoeksbevindingen blijkt dat HAN tijdens het onderzoek ook de koelmiddelslang va de airconditioning in een geknikte positie aangetroffen.
In een rapport van 30 juni 2008 heeft GAB, naar aanleiding van het hiervoor genoemde rapport van HAN, onder meer geschreven:‘Door een knik in een slang van het brandstofsysteem kreeg de tractormotor onvoldoende diesel aangeleverd toen meer vermogen werd gevraagd bij het kruisen van de verhoogde spoorwegovergang aan de Monierweg te Coevorden. Zodra meer vermogen werd gevraagd, verergerde de knik en werd de brandstoftoevoer geheel afgesneden, waardoor de motor afsloeg.Wij vermoeden dat in ieder geval twee slangen door Lankhorst niet goed zijn teruggeplaatst tijdens de laatste onderhoudsbeurt.
Mogelijk dat de slangen goed leken te zijn teruggeplaatst maar toen de cabine werd gemonteerd - de slangen lopen onder de cabine door - de slangen onder trekspanning kwamen te staan. De brandstofslang, die kort bij de aansluiting op de brandstoftank een bocht maakt, is hierdoor ter hoogte van de bocht geknikt.’
De opstellers van het rapport van HAN hebben op verzoek van de advocaat van Vivat in september 2018 enkele vragen beantwoord. In antwoord op de vraag ‘Waarom het mogelijk is dat de tractor op een aantal momenten uitviel en op een aantal momenten niet’ hebben zij onder meer het volgende geschreven:‘Na de garantiewerkzaamheden (en op het moment waarop de knik in de brandstofslang is ontstaan) heeft de motor van de tractor, voorafgaand aan het ongeval, nog ± 90 uur zonder waarneembare problemen gefunctioneerd. Aannemelijk is, dat de knik in de brandstofslang de doorstroming gaandeweg steeds verder heeft bemoeilijkt. Door trillingen van de motor en het bewegen van de cabine ten opzichte van de onderbouw, is het mogelijk dat de mate waarin de brandstofslang onder spanning ligt en dus de doorgang blokkeert, niet constant is. De brandstofslang heeft in normale positie een ronde inwendige doorsnede. Een geknikte brandstofslang krijgt een ovale inwendige doorsnede, die met het toenemen van de knik een steeds plattere doorsnede krijgt, totdat uiteindelijk een blokkade ontstaat.Doordat bij het gebruik van de tractor de brandstofleiding steeds opnieuw aan een onderdruk is blootgesteld, heeft de vervorming/knik in de brandstofslang een steeds definitievere vorm aangenomen. Hierdoor is de doorstroming van de brandstofslang dusdanig klein geworden, dat de tractor in de situatie waarbij de meeste brandstof wordt rondgepompt uiteindelijk afslaat.’
NS en Prorail hebben Westo aansprakelijk gesteld voor de door hen geleden schade. Door GAB is de schade van NS vastgesteld op € 338.847,82 en die van Prorail op € 84.980,-. Vivat heeft met zowel NS als Prorail een cessieovereenkomst gesloten, waarbij Vivat, zonder aansprakelijkheid te erkennen, tegen betaling van de hiervoor vermelde bedragen de vorderingen van NS en Prorail op de voor de schade aansprakelijke partijen overgedragen heeft gekregen.
3 De beslissingen van de rechtbank en van het hof
Vivat heeft Lankhorst en SDF gedagvaard tot vergoeding van de door NS en Prorail geleden schade, dus op basis van de aan haar gecedeerde vorderingen. Vivat stelt dat Lankhorst aansprakelijk is omdat een van haar medewerkers, voor wie Lankhorst op grond van artikel 6:170 BW aansprakelijk is, onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het uitvoeren van de reparatiewerkzaamheden, doordat bij de reparatie een knik in de brandstofslang is ontstaan en daardoor een gevaar in het leven is geroepen ten gevolge waarvan de schade van NS en Prorail is ontstaan. SFD is op grond van artikel 6:171 BW aansprakelijk is voor het onzorgvuldig handelen van de monteur van Lankhorst en subsidiair op grond van productaansprakelijkheid, aldus Vivat.
Lankhorst en SDF hebben allereerst aangevoerd dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is van deze vorderingen kennis te nemen. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het arrest van dit hof, waarin het door Lankhorst en SDF opgeworpen bevoegdheidsincident was gehonoreerd, vernietigd en bepaald dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en bevoegd is over de vorderingen van Vivat te oordelen1. Daarop is de procedure bij de rechtbank hervat.
In haar vonnis van 4 oktober 2017 heeft de rechtbank de vordering van Vivat afgewezen. De rechtbank heeft over de aansprakelijkheid van Lankhorst overwogen dat niet vast staat dat de knik in de brandstofslang veroorzaakt is door een fout van de medewerker van Lankhorst. Er zou bewijslevering nodig zijn om dat te kunnen vaststellen. Die bewijslevering kan volgens de rechtbank achterwege blijven omdat ook wanneer Lankhorst wel een fout heeft gemaakt, geen sprake is van causaal verband tussen de fout en de schade. Allereerst ontbreekt het condicio sine qua non verband tussen de knik in de brandstofslang en het stilvallen van de tractor op de spoorwegovergang, volgens de rechtbank. Daarnaast is, zelfs als wel sprake zou zijn van condicio sine qua non verband, de schade niet in redelijkheid toe te rekenen aan Lankhorst, omdat redelijkerwijs niet voorzienbaar was dat de fout van Lankhorst tot het ongeval zou leiden. Over de aansprakelijkheid van SDF overwoog de rechtbank dat Vivat, gelet op het feit dat het een tractor van zes jaar oud betreft en dat geen contractuele band bestaat tussen Westo en SDF, onvoldoende heeft onderbouwd dat sprake is van fabrieksgarantie. Ook heeft Vivat onvoldoende onderbouwd dat sprake is van een productiefout.
Het hof kan nog niet inhoudelijk beslissen op de vordering van Vivat op Lankhorst. Voor een verantwoorde beslissing is een deskundigenonderzoek nodig. Voor de vordering op SDF ligt dat anders. Die vordering is niet toewijsbaar. Het hof zal dat hierna motiveren.