Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-05-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:4698, 200.287.717/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-05-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:4698, 200.287.717/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 17 mei 2021
- Datum publicatie
- 21 mei 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:4698
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:1576, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 200.287.717/01
Inhoudsindicatie
Norm van goed werkgeverschap, zoals door de Hoge Raad in de Xella-uitspraak geschetst, gaat niet zover dat werkgever gehouden was voorafgaand aan de totstandkoming van de compensatieregeling transitievergoedingen een voorstel van de werknemer tot beëindiging van een slapend dienstverband te aanvaarden en het risico dat zij een uitbetaalde vergoeding niet gecompenseerd zou krijgen, voor haar rekening te nemen.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.287.717/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, 8642708)
beschikking van 17 mei 2021
in de zaak van
[verzoeker] ,
wonend in [A] ,
verzoeker in hoger beroep,
bij de kantonrechter: verzoeker,
hierna: [verzoeker],
advocaat: mr. L.H. Haarsma, kantoorhoudend te Paterswolde,
tegen
ESD-SIC B.V.,
gevestigd in Farmsum, gemeente Eemsdelta,
verweerster in hoger beroep,
bij de kantonrechter: verweerster,
hierna: ESD,
advocaat: mr. T.S. Nicolai, kantoorhoudend te Groningen.
1 De procedure bij de kantonrechter
Voor het verloop van de procedure bij de kantonrechter verwijst het hof naar de inhoud van de beschikking van 30 september 2020 die de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen heeft gegeven.
2 De procedure in hoger beroep
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift in hoger beroep (met bijlagen en producties), bij het hof binnengekomen op 29 december 2020;
- het verweerschrift in hoger beroep (met één productie), ontvangen op 26 maart 2021;
- de mondelinge behandeling van 16 april 2021, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
Vervolgens hebben partijen het hof om een beslissing gevraagd en heeft het hof bepaald dat de beschikking zal worden gegeven op 31 mei 2021 of zoveel eerder als mogelijk is.
3. Waar het in deze zaak om gaat
De centrale vraag is of ESD als goed werkgever gehouden was om in te stemmen met het verzoek van [verzoeker] van 8 februari 2017 tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een transitievergoeding. Het hof is van oordeel dat ESD daartoe niet verplicht was en dat zij om die reden geen schade aan [verzoeker] hoeft te vergoeden. Het hof zal die beslissing hierna motiveren.
4 De vaststaande feiten
Het hof gaat in hoger beroep uit van de navolgende feiten:
ESD produceert hoogwaardig siliciumcarbide (SiC), wat onder meer gebruikt wordt bij de productie van dieselroetfilters, slijpmiddelen en technisch keramiek. Bij haar zijn ongeveer 90 werknemers werkzaam.
[verzoeker] , geboren [in] 1951, is [in] 1985 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) ESD. Hij vervulde de functie van medewerker [functie] , tegen een salaris van € 3.515,- bruto per maand exclusief bijkomende vergoedingen, op basis van dienstverband van 36 uur per week.
Op 25 juni 2014 is [verzoeker] volledig arbeidsongeschikt geraakt, nadat hij eerder op 28 oktober 2010 gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geraakt, in november 2012 een WGA-uitkering kreeg en zijn arbeidsomvang werd aangepast naar 20 uur per week. De beperkingen van [verzoeker] waren in 2014 dusdanig dat re-integratie van [verzoeker] niet meer tot de mogelijkheden behoorde. Nadat ESD gedurende een periode van 104 weken het loon van [verzoeker] volledig heeft doorbetaald, is deze wettelijke loonbetalingsverplichting per 25 juni 2016 geëindigd en was sprake van een slapend dienstverband.
In een brief van 23 januari 2017 heeft [verzoeker] ESD verzocht om hun slapend dienstverband te beëindigen voor het bereiken van zijn AOW-gerechtigde leeftijd op 12 september 2017. In reactie hierop heeft [verzoeker] een concept vaststellingsovereenkomst van ESD ontvangen waarbij [verzoeker] onder meer is voorgesteld om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen per 1 maart 2017.
In een brief van 8 februari 2017 heeft [verzoeker] ESD verzocht om in de vaststellings-overeenkomst een (aangepaste) transitievergoeding op te nemen. ESD heeft in een brief van 14 februari 2017 aan [verzoeker] geantwoord dat zij niet bereid is om hem een (gedeeltelijke) transitievergoeding aan te bieden.
Op 12 september 2017 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen vanwege de AOW-gerechtigde leeftijd van [verzoeker] van rechtswege geëindigd zonder toekenning van een
In een brief van 4 maart 2020 heeft de advocaat van [verzoeker] ESD verzocht om aan [verzoeker] een schadevergoeding ter hoogte van de transitievergoeding toe te kennen op de grond sprake is van slecht werkgeverschap omdat ESD niet is overgegaan tot beëindiging van het dienstverband onder toekenning van een transitievergoeding. In een brief van 30 maart 2020 is namens ESD dit verzoek afgewezen.