Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-08-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8041, 200.291.750/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-08-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8041, 200.291.750/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 20 augustus 2021
- Datum publicatie
- 25 augustus 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:8041
- Zaaknummer
- 200.291.750/01
Inhoudsindicatie
WWZ-procedure (ten onrechte). Vordering schadevergoeding op grond van 7:611 BW wegens het niet beëindigen van slapend dienstverband onder toekenning transitievergoeding ten onrechte bij verzoekschrift ingesteld. Toepassing wisselbepaling artikel 69 Rv.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.291.750/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, 8796663)
beschikking van 20 augustus 2021
in de zaak van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in hoger beroep,
bij de kantonrechter: verzoeker,
hierna: [verzoeker],
advocaat: mr. L.H. Haarsma, die kantoor houdt te Paterswolde,
tegen
Stichting Noorderpoort,
gevestigd te Groningen,
verweerster in hoger beroep,
in eerste aanleg: verweerster,
hierna: Noorderpoort,
advocaat: mr. J. Visser, die kantoor houdt te Leek.
1 De procedure bij de kantonrechter
Voor het verloop van de procedure bij de kantonrechter verwijst het hof naar de inhoud van de beschikking van 17 december 2020 (zoals hersteld op 2 maart 2021) die de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft gegeven.
2 De procedure in hoger beroep
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met een productie, door het hof ontvangen op 16 maart 2021;
- het verweerschrift, met producties, door het hof ontvangen op 27 juli 2021;
- het faxbericht van [verzoeker] , met producties, door het hof ontvangen op 16 augustus 2021.
3 Korte aanduiding van het geschil
[verzoeker] , geboren [in] 1952, is [in] 1998 in dienst getreden van (een rechtsvoorganger van) Noorderpoort. Hij was laatstelijk werkzaam als docent [vak] .
[verzoeker] heeft zich op 1 februari 2014 ziekgemeld. Met ingang van 1 februari 2016 ontving [verzoeker] een loongerelateerde WGA-uitkering van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Met ingang van 1 januari 2016 heeft [verzoeker] gedeeltelijk pensioen aangevraagd en gekregen.
Noorderpoort heeft [verzoeker] op 30 oktober 2018 bericht dat zijn arbeidsovereenkomst op 1 december 2018 eindigt wegens het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
[verzoeker] heeft Noorderpoort op 21 oktober 2019 aansprakelijk gesteld, op grond van artikel 7:611 BW, voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van het ontslag zonder toekenning van een transitievergoeding.
[verzoeker] heeft bij inleidend verzoekschrift aanspraak gemaakt op schadevergoeding omdat volgens hem Noorderpoort zijn dienstverband eerder had moeten beëindigen onder toekenning van een transitievergoeding. Hij vorderde een schadevergoeding ter hoogte van de transitievergoeding tot een hoogte van € 76.000,- en daarnaast schadevergoeding omdat zijn pensioen vervroegd is ingegaan waardoor zijn pensioenuitkering lager is geworden (schade volgens hem € 19.275,- bruto) en een schadevergoeding omdat hij bij een eerder ontslag recht zou hebben gehad op een ABP- arbeidsongeschiktheidspensioen (schade volgens hem € 21.299,52 bruto).
De kantonrechter heeft bij beschikking van 17 december 2020 de verzoeken afgewezen, onder veroordeling van [verzoeker] in de kosten van de procedure.
[verzoeker] heeft tegen die beschikking beroep ingesteld bij beroepschrift. De daarin opgenomen beroepsgronden hebben alleen betrekking op de afwijzing van de schadevergoeding wegens het niet toekennen van een transitievergoeding en de ten laste van [verzoeker] uitgesproken proceskostenveroordeling.