Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-04-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:3287, 200.292.967/01
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-04-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:3287, 200.292.967/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 26 april 2022
- Datum publicatie
- 28 april 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2022:3287
- Zaaknummer
- 200.292.967/01
Inhoudsindicatie
Uitleg cao. De cao Openbaar Vervoer kent uitzendkrachten na één jaar het recht op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met de inlenende werkgever toe. Voorwaarde: er moet ‘formatieruimte’ zijn. Uitleg van het begrip ‘formatieruimte’ moet geschieden op basis van de cao-norm. In dit geval was sprake van een speciaal, tijdelijk, project ‘Busbegeleiding’ met eigen financiering. De daarvoor werkzame medewerkers waren ‘bovenformatief’. Voor het aanbieden van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kort (drie maanden) vóór het einde van het project bestond daarom geen formatieruimte.
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.292.967/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere 8519565)
arrest van 26 april 2022
in de zaak van
[appellant] ,
wonende te [woonplaats1] ,
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. A.T. Chinnoe, kantoorhoudend te Utrecht,
tegen
Connexxion Openbaar Vervoer N.V.,
statutair gevestigd te Haarlem, kantoorhoudend in Hilversum,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: Connexxion,
advocaat: mr. P.Th. Sick, kantoorhoudend te Amsterdam.
1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
Het hof verwijst voor het verloop van het geding tot nu toe naar het arrest van 12 oktober 2021. Daarbij is een mondelinge behandeling van de zaak bepaald. Deze heeft plaats gevonden op 30 maart 2022. Van die behandeling is een verslag (proces-verbaal) opgemaakt. Dat maakt, met de daaraan gehechte spreeknotities van de advocaten, deel uit van de processtukken. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft [appellant] nog de producties 42 tot en met 50 toegezonden. Ook die maken deel uit van het procesdossier.
Aan het slot van de mondelinge behandeling hebben partijen arrest gevraagd. De uitspraak daarvan is bepaald op 14 juni 2022, of zoveel eerder als mogelijk blijkt.
2 Waar gaat deze zaak over?
Connexxion verzorgde op basis van een verkregen concessie het busvervoer in de regio Almere. Die concessie liep af op 9 december 2017. Met ingang van 10 december 2017 was Keolis de concessiehouder. [appellant] was voorafgaand aan deze concessiewissel als uitzendkracht werkzaam voor Connexxion. Met een beroep op de CAO Openbaar Vervoer stelt [appellant] dat Connexxion hem een vast dienstverband had moeten aanbieden, maar dat ten onrechte niet heeft gedaan. Hij heeft bij de kantonrechter gevorderd dat dit alsnog gebeurt, althans dat hem schadevergoeding wordt betaald, een en ander met nevenvorderingen.
De kantonrechter van rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, heeft op 9 december 2020 vonnis gewezen. De vorderingen van [appellant] zijn daarbij afgewezen.
[appellant] is van dit vonnis in hoger beroep gekomen. Hij vordert dat Connexxion alsnog veroordeeld wordt hem een vast dienstverband aan te bieden, althans hem zijn schade te vergoeden, een en ander met nevenvorderingen.
Het hof komt tot de conclusie dat er geen reden is anders te oordelen dan de kantonrechter heeft gedaan. Het vonnis wordt daarom bekrachtigd. Dat wordt hierna uitgelegd.
3 De feiten
Connexxion verzorgt in grote delen van Nederland, onder andere, het openbaar busvervoer.
Het openbaar busvervoer in Nederland wordt aan Connexxion en haar concurrenten
gegund op basis van zogenaamde concessies, waarmee het monopolierecht wordt verkregen (maar ook de verplichting wordt opgelegd) om in een bepaald gebied het openbaar busvervoer te verzorgen.
Concessies worden door lokale overheden (provincies of gemeenten) verleend op
basis van aanbestedingsprocedures waarvoor kan worden ingeschreven.
Aan Connexxion is door de gemeente Almere de concessie verstrekt om het openbaar busvervoer in de regio Almere te verzorgen in de periode van 12 december 2009 tot en met 9 december 2017. Vanaf 10 december 2017 verzorgt Syntus/Keolis, op basis van de aan haar verleende concessie, het openbaar vervoer in de regio Almere.
In de laatste jaren van de concessie Almere zag Connexxion zich geconfronteerd
met een toenemend aantal veiligheidsincidenten. Op last van de concessieverlener (de gemeente Almere) heeft Connexxion medio 2016 maatregelen getroffen die de veiligheid van de buschauffeurs en de passagiers moesten vergroten. Een van die maatregelen was de inzet van busbegeleiding vanaf 1 juli 2016.
[appellant] , geboren [in] 1951, is in de periode van 29 augustus 2016 tot en
met 9 december 2017 werkzaam geweest bij Connexxion op basis van een
uitzendovereenkomst met Consolid (het uitzendbureau).
Op 30 oktober 2017 heeft [appellant] aan Connexxion verzocht hem een vaste
aanstelling te geven op grond van artikel 12 lid 4 van de CAO Openbaar Vervoer, hierna te
noemen de cao. Connexxion heeft dat verzoek afgewezen.
Artikel 12 lid 4 van de cao bepaalt:
“Uitzendkrachten hebben recht op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij de inlenende werkgever indien zij:
• Goed functioneren, waarbij niet goed functioneren moet blijken uit het schriftelijk
personeelsdossier en
• Er formatieruimte is bij de inlenende werkgever en
• Op basis van een uitzendcontract één jaar (of maximaal 18 maanden indien de uitzendkrachten een opleidingstraject hebben gevolgd) werkzaam zijn geweest bij één en dezelfde inlenende werkgever (of diens rechtsopvolger bij bijvoorbeeld een concessiewisseling).
Dit geldt voor alle uitzendcontracten die op of na 1 juli 2008 de genoemde termijn(en) overschrijden.”