Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-05-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4102, 200.303.877

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-05-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4102, 200.303.877

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
23 mei 2022
Datum publicatie
20 juli 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:4102
Zaaknummer
200.303.877

Inhoudsindicatie

Ontslag op staande voet medewerker gemeente, nadat hij dronken in Zoom-vergadering met externe partijen verscheen. Alchoholverslaving vastgesteld, achteraf arbeidsongeschikt verklaard door bedrijfsarts.

Ontslag tijdens/wegens ziekte? Aan het feit dat het vertrouwen in werknemer volledig is komen te vervallen kan niet het zware gewicht worden toegekend dat de gemeente daaraan toekent, omdat zij de signalen omtrent de verslaving verkeerd heeft ingeschat. Op grond van goed werkgeverschap had werkgever meer initiatief moeten nemen. Bekrachtiging uitspraak kantonrechter die ontslag nietig oordeelde.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.303.877

(zaaknummer rechtbank Gelderland, locatie Apeldoorn, 9192306)

beschikking van 23 mei 2022

in de zaak van

de publiekrechtelijke rechtspersoon

gemeente Epe,

zetelend te Epe,

verzoekster in hoger beroep,

in eerste aanleg: verweerster,

hierna: de gemeente,

advocaat: mr. W.F. Nieuwenhuis.

tegen

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerder in hoger beroep,

in eerste aanleg: verzoeker,

hierna: [verweerder] ,

advocaat: mr. H.I. van den Heuvel-Boonstra.

1 1. Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de beschikking van de kantonrechter

in de rechtbank Gelderland, locatie Apeldoorn, van 15 september 20211.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure is als volgt:

- het beroepschrift (met producties) van 13 december 2021, ter griffie ontvangen op

14 december 2021;

- het verweerschrift met producties;
- de op 9 maart 2022 gehouden mondelinge behandeling, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd en waarvan proces-verbaal is opgemaakt.

2.2

Na afloop van de mondelinge behandeling heeft het hof beschikking bepaald op
23 mei 2022 of zoveel eerder als mogelijk is.

2.3

De gemeente heeft in haar hoger beroepschrift verzocht om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
(a) voor recht te verklaren dat het op 3 maart 2021 (het hof begrijpt:) gegeven ontslag rechtsgeldig is verleend en derhalve ten onrechte door de kantonrechter is vernietigd;

( b) de bestreden beschikking te vernietigen voor zover het betreft de veroordelingen onder 5.2 tot en met 5.4 en de desbetreffende verzoeken van [verweerder] alsnog af te wijzen;

( c) de arbeidsovereenkomst alsnog te beëindigen op de kortst mogelijke termijn,

derhalve zonder dat daarbij een opzegtermijn in acht wordt genomen;

( d) te bepalen dat aan [verweerder] uit hoofde van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst

geen transitievergoeding of enige andere (wettelijke) vergoeding toekomt;

( e) [verweerder] te veroordelen om al hetgeen de gemeente krachtens de beschikking van
15 september 2021 aan [verweerder] heeft betaald, aan de gemeente terug te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van betaling tot de dag van terugbetaling;

( f) [verweerder] te veroordelen in de kosten van de procedure in beide instanties.

3 De feiten

In hoger beroep staan de volgende feiten vast.

3.1

[verweerder] , geboren [in] 1976, is [in] 2018 in dienst getreden bij de gemeente, aanvankelijk als [functie1] . Zijn laatstgenoten salaris bedraagt

€ 5.219,62 bruto per maand exclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Gemeenten van toepassing. De gemeente hanteert een Gedragscode waarin onder andere het volgende is opgenomen:

`Als goed ambtenaar...

• besef je dat je onderdeel bent van de overheid

• dien je het algemeen belang en probeer je met jouw handelen het vertrouwen in

de overheid te versterken (…)

• voer je je werk op een professionele manier uit en geef je de ambtelijke leiding en

het bestuur juiste, relevante en volledige informatie

• stel je situaties waarin niet volgens jouw professionele normen gewerkt kan

worden intern aan de orde (…)

• ben je aanspreekbaar op je gedrag (... )

• draag je verantwoordelijkheid voor jouw eigen handelen en je kunt de keuzes die

je maakt verantwoorden

• ondersteun je de verantwoordelijkheid van jouw leidinggevende door deze waar

nodig tijdig te informeren".

3.2

In 2019 heeft [verweerder] drie maanden lang een ambulante behandeling gevolgd in de Jellinek-kliniek, met weinig effect vanwege ambivalentie over zijn wens om te stoppen met alcohol.

3.3

Op 4 juni 2020 heeft [verweerder] zijn leidinggevende ervan in kennis gesteld dat hij op

21 februari 2020 is aangehouden door de politie terwijl hij onder invloed reed. Het alcoholpromillage was 4x te hoog. Zijn rijbewijs werd voor acht maanden ingevorderd. [verweerder] is op 21 mei 2020 wederom aangehouden door de politie terwijl hij optrad als bestuurder van een auto. De gemeente heeft [verweerder] vervolgens twee weken bijzonder verlof toegekend.

3.4

[verweerder] heeft zich op 8 juni 2020 ziek gemeld. Hij heeft op 16 en 24 juni 2020 formele gesprekken gehad met de gemeente. Daarin heeft hij meegedeeld dat hij geen alcoholist is, maar geen maat kan houden als hij drinkt en dat hij zich heeft aangemeld bij een verslavingskliniek. Ook moest hij aan de slag met een (jeugd)trauma.

3.5

De gemeente heeft [verweerder] in het tweede gesprek twee opties voorgehouden: ofwel beëindiging van het dienstverband ofwel [verweerder] zou in de functie van [functie2] worden geplaatst. [verweerder] koos voor dit laatste. Partijen zijn een vaststellingsovereenkomst aangegaan, waarbij [verweerder] per 15 juli 2020 is ontheven uit zijn functie van [functie1] en zijn functie is gewijzigd in de functie van [functie2] bij het team Leefbaar en Veilig, met per 1 juli 2022 een aanpassing van de salarisschaal naar een lagere schaal.

3.6

[verweerder] is arbeidsongeschikt gemeld en is vanaf medio september 2020 gere-integreerd in eigen werk. Per 1 januari 2021 heeft hij het werk volledig hervat en is de verzuimbegeleiding afgerond. [verweerder] is van 10 september 2020 tot en met 10 maart 2021 in ambulante behandeling geweest bij de instelling voor verslavingszorg Rodersana.

3.7

Op 1 maart 2021 heeft [verweerder] rond 17.00 uur een inhoudelijk telefonisch gesprek van ruim drie kwartier gehad met zijn leidinggevende, onder meer over een later die dag te houden overleg met externe partijen en burgers. Vanaf 19.00 uur heeft [verweerder] deelgenomen aan een gesprek met twee vertegenwoordigers van externe professionele partijen en drie burgers. Het was duidelijk voor de deelnemers dat op dat moment [verweerder] dronken was.

3.8

De gemeente heeft [verweerder] op 3 maart 2021 op staande voet ontslagen. In een aangetekend schrijven van die dag is te lezen:
"Hierbij bevestigen wij het gesprek dat u vandaag (...) heeft gevoerd met (... ), gemeentesecretaris, (... ) afdelingsmanager en (... ),HR-adviseur.

Aanleiding voor dit gesprek was dat u gisteren, aan meerdere personen, heeft meegedeeld dat u op 1 maart jl. vanwege uw functie bij de gemeente Epe een digitale bijeenkomst met drie burgers en twee externe partijen heeft bijgewoond en dat u tijdens die bijeenkomst onder invloed verkeerde van alcohol. Dat is voor ons reden geweest onderzoek te doen. In het kader van dit onderzoek hebben wij onder andere contact opgenomen met een van de

externe partijen, die ons heeft bevestigd dat u merkbaar onder invloed van alcohol verkeerde en dat zij u daar gisterenochtend op heeft aangesproken.

Vandaag hebben wij de situatie opnieuw met u besproken. (...) Wij hebben u tijdens het gesprek met de situatie geconfronteerd en u in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. U heeft opnieuw verklaard dat u op 1 maart jl. inderdaad digitaal aanwezig bent geweest bij een bijeenkomst met drie burgers en twee externe partijen en dat u tijdens deze bijeenkomst onder invloed van alcohol verkeerde. Daar voegde u aan toe dat dit is opgemerkt

door een van de aanwezige externe partijen, die gisterenochtend contact met u heeft opgenomen om dit te melden. Naar aanleiding hiervan heeft u uw teamleider, de betrokken wethouder en ondergetekende van de situatie op de hoogte gesteld. Nadat u uw reactie had gegeven, hebben wij het gesprek korte tijd onderbroken om ons te beraden.

Na hervatting van het gesprek hebben wij u meegedeeld dat u op staande voet bent ontslagen wegens het volgende.

U verkeerde op 1 maart jl. tijdens uw werk onder invloed van alcohol. Dat nemen wij zeer hoog op, omdat u daarmee ernstig in strijd heeft gehandeld met de fundamentele uitgangspunten van integriteit en met hetgeen wij van u als goed ambtenaar mogen verwachten. Het is voor ons onaanvaardbaar dat medewerkers van de gemeente Epe hun werkzaamheden verrichten terwijl zij onder invloed zijn van alcohol. Dat geldt in uw geval

des te meer omdat u als beleidsverantwoordelijke aanwezig was bij deze digitale bijeenkomst en u daar de gemeente Epe naar buiten toe vertegenwoordigde. U was het visitekaartje van de gemeente Epe en toch verkeerde u merkbaar onder invloed van alcohol. Dit alles is des te ernstiger omdat u in juli 2020 nog bent ontheven uit uw toenmalige functie van teamleider, eveneens vanwege omstandigheden die zijn gerelateerd aan alcoholgebruik. Wij hebben u indertijd nog een kans willen geven en moeten constateren dat u het vertrouwen wederom ernstig heeft beschaamd. Uw handelwijze heeft tot gevolg dat van de gemeente Epe in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst met u te laten voortduren.

Ons vertrouwen in u is onherstelbaar beschadigd. Zonder dat vertrouwen kunt u niet langer binnen onze organisatie functioneren.

Alles afwegend, inclusief het gegeven dat een ontslag op staande voet voor u persoonlijk ingrijpende gevolgen zal hebben, komen wij tot de conclusie dat ontslag op staande voet gerechtvaardigd is. Door het ontslag op staande voet is de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang geëindigd. (... )".

3.9

In het verslag van verslavingskliniek Rodersana van 9 maart 2021 wordt onder meer vermeld:

Reden van aanmelding

Stoppen met alcohol en cocaïnegebruik

DSM5-classificatie bij ontslag

304.20 Stoornis in het gebruik van cocaïne: matig, ernstig (primair)

V61.10 Partnerrelatieprobleem

V62.29 Ander probleem verband houdend met werk of werkeloosheid

303.90 Stoornis in alcoholgebruik: matig (…)

Client heeft een klinische opname gevolgd bij Rodersana van 4 weken, zie hiervoor de eindbrief van de klinische opname. Na dit traject is client vanaf 10 september ambulant in behandeling gekomen bij poli Arnhem van Rodersana. In deze behandeling is er gewerkt aan het abstinent blijven van alcohol en cocaïne met aandacht voor terugvalpreventie en onderliggende persoonlijkheidsproblematiek. Client was gecommitteerd aan de behandeling en kwam wekelijks trouw op de individuele- en groepsafspraken. Gedurende de behandeling heeft client zicht gekregen op onderliggende schema’s die tevens zijn verslaving, denk- en gedragspatronen in stand houden. De resultaten van de behandeling zijn dat client beter in staat is gebleken om emoties te verdragen, deze te koppelen aan schema’s en te delen met (belangrijke) anderen over zijn kwetsbaarheden. Ook heeft client meer zicht gekregen op dieperliggende behoeften en het kenbaar maken hiervan.

Voor client is het echter structureel moeilijk gebleken om zijn verslaving volledig te accepteren, waarbij client het middelengebruik toch als oplossing bleef zien iedere 4-6

weken bij oplopende spanning. Hoewel client goed in staat is te rationaliseren, analyseren en reflecteren op gevoelens, gedachten en gedrag, blijkt het voor client moeilijk om deze diepgewortelde gedachten en gekoppelde gedragspatronen daadwerkelijk te veranderen.

Twee weken voor afsluiting van de behandeling is client teruggevallen in middelengebruik, zodanig ernstig dat client onder invloed is verschenen op een avondmeeting van zijn werk.(…)’

3.10

[verweerder] heeft zich op 29 maart 2021 met terugwerkende kracht ziek gemeld per 1 maart 2021.

3.11

In de verwijsbrief van de huisarts van 6 april 2021 naar verslavingszorg wordt onder meer opgemerkt:

‘Verwijzing GGZ cq verslavingszorg bij chronisch misbruik van alcohol en cocaïne. Eerder ambulante zorg (zie dossier).

Naast verslavingsproblematiek zijn er jeugdtraumata en persoonlijkheidskenmerken die gedragsverandering bemoeilijken. (…)

Vermoeden DSM 5 stoornis(sen) (…)

• Verslavingsstoornis’

3.13

De bedrijfsarts heeft op 21 juli 2021 geoordeeld:

"(...) Overweging en beperkingen/mogelijkheden en prognose:

Hij is ontslagen na een escalatie op 1 maart 2021. Hij heeft zich op 29 maart met terugwerkende kracht ziek gemeld, en geeft aan dat de oorzaak van zijn ziekmelding en arbeidsongeschiktheid al veel langer bestaat, en ook in 2020 aanleiding heeft gegeven tot een langer durende periode van uitval. Het leek daarna aanvankelijk redelijk goed te gaan, maar geleidelijk is toch weer een terugval opgetreden, en dit is niet ongebruikelijk bij de

problematiek, die bij hem aanwezig is. Zijn patroon is daarvoor kenmerkend, en daarbij geldt, dat de aandoening al veel langer aanwezig is, maar gepaard gaat met periodes, waarin toch redelijk functioneren mogelijk is. Dit is ook het geval geweest vanaf januari tot ongeveer 1 maart, maar vanaf dat moment bestaat er als gevolg van ziekte een onvermogen tot functioneren in arbeid, ook in zijn eigen arbeid. Feitelijk is er al veel langer sprake van gevolgen van deze aandoening, maar omdat hij vanaf januari 2021 langer dan 28 dagen redelijk heeft kunnen functioneren, is nu een eerste arbeidsongeschiktheid dag van 1 maart 2021, maar zeker nog ten tijde van het dienstverband, met aannemelijkheid te stellen.

Op dit moment is er als gevolg van de opname in een AWBZ-erkende instelling sprake van geen benutbare mogelijkheden, doordat hij niet beschikbaar is voor arbeid.

Dit zal minstens duren tot week 33, maar ook in de maanden daarna ligt de prioriteit volledig op pijnbehandeling en herstel, en kan het niet gepaard gaan met arbeid. Vanaf begin 2022 kunnen er weer mogelijkheden tot verrichten van duurzame arbeid ontstaan, en vanaf dat moment is het zinvol weer met hem te bezien welke weg naar re-integratie haalbaar is.

Conclusie en Advies:

Hij is vanaf 1 maart 2021 volledig ongeschikt voor zijn eigen arbeid (...)

Naar verwachting zullen vanaf begin 2022 weer arbeidsmogelijkheden ontstaan."

4 De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan

5 De beoordeling in hoger beroep

6 De beslissing