Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-06-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4773, 200.302.966

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-06-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4773, 200.302.966

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
9 juni 2022
Datum publicatie
14 juni 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:4773
Zaaknummer
200.302.966

Inhoudsindicatie

WWZ. Medewerker wordt op staande voet ontslagen omdat hij geprobeerd zou hebben een vrouwelijke collega (receptioniste) op de mond te zoenen. Bewijsopdracht aan werkgever.

MeToo?

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.302.966

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht 9329077)

beschikking van 9 juni 2022

in de zaak van

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats1] ,

verzoeker,

in eerste aanleg: verzoeker,

hierna: [verzoeker] ,

advocaat: mr. C.L. Mens,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

FUJITSU TECHNOLOGY SOLUTIONS B.V.,

gevestigd te De Meern, gemeente Utrecht,

verweerster,

in eerste aanleg: verweerster,

hierna: Fujitsu,

advocaat: mr. A.J.P. van Beurden.

1 1. Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht) van 17 september 2021.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure is als volgt:

- het beroepschrift (met producties) van 17 november 2021, ter griffie ontvangen op

19 november 2021;

- het verweerschrift met producties van 22 december 2021, ter griffie ontvangen op 23 december 2021;
- de op 23 februari 2022 gehouden mondelinge behandeling, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd.

2.2

Na afloop van de mondelinge behandeling heeft het hof beschikking nader bepaald op

heden.

2.3

[verzoeker] heeft in zijn hoger beroepschrift verzocht de beschikking van de kantonrechter te vernietigen en bij beschikking (voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad):
- te verklaren voor recht dat het gegeven ontslag op staande voet d.d. 26 mei 2021 niet

rechtsgeldig is gegeven;

- Fujitsu te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van een transitievergoeding ad € 50.859,01 bruto, dan wel een zodanig bedrag door het hof in goede justitie te bepalen;

- Fujitsu te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van een gefixeerde schadevergoeding wegens

onregelmatige opzegging ad € 15.755,90 bruto, dan wel een zodanig bedrag door het hof in goede justitie te bepalen;

-Fujitsu te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van een billijke vergoeding ad € 200.887,98 bruto, dan wel een zodanig bedrag door het hof in goede justitie te bepalen;

- Fujitsu te veroordelen tot terugbetaling van de proceskosten in eerste aanleg ad € 720,- en

- Fujitsu te veroordelen in de proceskosten van beide instanties.

3 De feiten

In hoger beroep staan de volgende feiten, als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd betwist, vast.

3.1

[verzoeker] , geboren [in] 1958, is [in] 1982 in dienst getreden

van (de rechtsvoorganger van) Fujitsu. Ten tijde van het na te noemen ontslag was [verzoeker] aldus 62 jaar oud en 39 jaar in dienst van Fujitsu in de functie van [functie1] tegen een salaris van € 3.647,20 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag.

3.2

Op de arbeidsovereenkomst is de geldende Personeelswijzer Fujitsu Technology

Solutions B.V. (hierna: de Personeelswijzer) van toepassing verklaard. Bijlage 10 van

hoofdstuk 9 uit de Personeelswijzer bevat regels omtrent sociaal beleid. Daarin is - voor

zover hier relevant - het volgende bepaald:

Seksuele intimidatie

Zowel mannen als vrouwen kunnen met (seksuele) intimidatie te maken krijgen. De ervaring van het slachtoffer is de maatstaf voor wat wel en geen (seksuele) intimidatie is: wat voor de één nog net kan, wordt door de ander als onprettig of zelf als ontoelaatbaar ervaren.

Van seksuele intimidatie is sprake als iemand iets zegt of doet met seksuele bijbedoelingen die de medewerker niet wenst of vernederend vindt. Bijvoorbeeld: dubbelzinnige opmerkingen, onnodig aanraken, met de ogen uitkleden, distributie van niet gepaste filmpjes of bepaalde screensavers.

Seksuele intimidatie is altijd eenrichtingsverkeer. Dat betekent, dat als iemand ermee doorgaat hoewel de medewerker duidelijk heeft laten merken hiervan niet gediend te zijn.”

3.3

Fujitsu heeft een COVID Taskforce. Deze taakforce is samengesteld uit personen

vanuit verschillende onderdelen van de organisatie van Fujitsu. [verzoeker] was vanuit IT bij deze

taakforce betrokken. De taakforce besprak op wekelijkse basis de interne coronamaatregelen

en de handhaving daarvan. Op 29 juni 2020 heeft de taakforce het volgende e-mailbericht

verstuurd:

Zoals reeds eerder gecommuniceerd hebben wij in het pand een aantal maatregelen moeten treffen om de veiligheid en gezondheid van medewerkers te waarborgen. Het is daarom erg spijtig te moeten concluderen dat sommige medewerkers die in het pand aanwezig zijn zich niet wensen te houden aan deze maatregelen door o.a. de afstandsregels niet te hanteren (...). Hierbij willen we dan nogmaals onder de aandacht brengen dat deze maatregelen nodig zijn om het pand te kunnen openen, en iedereen een veilige werkplek te geven! Indien we wederom moeten concluderen dat medewerkers deze regels overtreden, zullen er mogelijk disciplinaire maatregelen volgen.”

3.4

Op 25 mei 2021 doet zich een incident voor tussen [verzoeker] en mevrouw [naam1] ,

als [functie2] werkzaam bij Fujitsu (hierna: [naam1] ). [verzoeker] heeft daarbij geprobeerd [naam1] te kussen. [naam1] heeft zich kort daarna beklaagd bij Fujitsu. Diezelfde dag hebben mevrouw [naam2] , manager HR, en de heer [naam3] , Head of Human Resources, [verzoeker] uitgenodigd op gesprek. In dat gesprek hebben partijen gesproken over het incident.

3.5

De dag daarna, op 26 mei 2021, heeft een tweede gesprek tussen partijen

plaatsgevonden waarin aan [verzoeker] is meegedeeld dat Fujitsu het dienstverband van [verzoeker] met onmiddellijke ingang beëindigde wegens een dringende reden.

3.6

Bij brief van 27 mei 2021 heeft FST [verzoeker] het ontslag op staande voet bevestigd en

uiteengezet wat aan die beslissing ten grondslag ligt. Voor zover hier relevant luidt die

brief als volgt:

"Op 25 mei 2021 hebben wij een telefoontje ontvangen van de [functie2] die die dag op ons kantoor in [plaats1] werkzaam was. Zij was hevig overstuur, omdat jij haar met ongepast gedrag benaderd zou hebben terwijl zij haar functie uitoefende achter de balie. (...)

De [functie2] gaf tijdens dat gesprek aan dat jij afscheid wilde nemen door middel van het geven van een kus op haar mond. Tijdens deze poging heeft zij jou duidelijk gemaakt dat ze daar niet van gediend was, maar desondanks heb jij haar toch verder benaderd om haar tegen haar zin in op de mond te zoenen. Jij had geen verklaring voor jouw gedrag. Alhoewel jij aangaf wel spijt te hebben, leek jij de ernst van de situatie niet te begrijpen. Fujitsu vindt echter jouw gedrag niet tolerabel. Zij heeft bij Fujitsu een officiele klacht ingediend met betrekking tot sexuele inimidatie.
In het kader van hoor en wederhoor hebben [naam2] en ondergetekende jou later op de dag gevraagd wat jouw kant van het verhaal was. Jij hebt tijdens dat gesprek op kalme wijze toegegeven dat het verhaal van de [functie2] klopt. Je hebt inderdaad geprobeerd haar op de mond te zoenen ondanks dat je duidelijk begrepen had dat zij hier niet van gediend was. Fujitsu vindt jouw gedrag niet tolerabel en, onder meer in het kader van de Fujitsu Way, zeer ongepast. Wij hebben jou aangegegevn ons te zullen beraden op deze kwestie en er op 26 mei bij jou op terug te komen. (…)

Jouw gedrag dat erop neerkomt dat jij een binnen Fujitsu werkzame collega tegen haar wil geprobeerd hebt om op de mond te zoenen terwijl zij dat evident niet wilde en daar ook bezwaar tegen maakte, vinden wij zulke ernstige feiten dat dat ons heeft doen besluiten jou op staande voet te ontslaan. Van Fujitsu kan niet gevergd worden jouw dienstverband te laten voortbestaan (…)

De hiervoor omschreven handelingen vormen ieder afzonderlijk, maar in ieder geval gezamenlijk genomen, voldoende reden om tot een onmiddelijke opzegging van jouw arbeidsovereenkomst vanwege een dringende reden over te gaan. Dit betekent dat jouw arbeidsovereenkomst op 26 mei 2021 met onmiddelijke ingang is geëindigd. (…).

3.7

Op 18 juni 2021 heeft [naam1] zich schriftelijk bij Fujitsu beklaagd:
Tijdens mijn laatste dienst bij fujitsu kwam [naam4] gedag zeggen. Hij wenste mij veel succes bij andere locaties en ik wenste hem veel succes bij jullie nieuwe fujitsu locaties.

Alleen [verzoeker] en ik waren nog aanwezig bij fujitsu.

Ik zat achter de receptie en [verzoeker] kwam bij mij staan. Hij vertelde wat over de verhuizing en de servers. Ik heb hier verder geen verstand van. Voor de verhuizing was ik misschien al 1

jaar niet meer bij fujitsu geweest en ik heb eigenlijk altijd alleen maar invaldiensten gedraaid. Ik heb geen enkele werkgerelateerde relatie gehad met [verzoeker] . Behalve dat ik zoals ik bij iedereen doe die naar binnen loopt een goedemorgen wens.

Ik wenste [verzoeker] veel succes bij de nieuwe locatie en [verzoeker] zei toen uit het niets:

"Ik mag dit niet doen maar ik doe het toch."

Hij bukte voorover met getuite lippen richting mijn mond. Ik kon mijn gezicht nog net naar links draaien en ik hield mijn handen voor mijn gezicht om mezelf te beschermen. Ik kon op dat moment niets meer zeggen omdat het zo snel ging. Ik piepte alleen nog snel “nee” . Hij drukte zijn kus alsnog aan de zijkant van mijn haar omdat ik op tijd mijn gezicht heb kunnen wegdraaien. Toen hij weer recht stond zei ik " Ik ben hier niet van gediend.” Hij mompelde wat en had het weer over computers etc. Ik was in shock en ik realiseerde mij toen dat ik op dat moment helemaal alleen was en er verder helemaal niemand meer aanwezig was. Hij ging gelukkig weg en ik heb direct [naam4] opgebeld.

Ik wens absoluut door niemand aangeraakt te worden. Zeker niet op deze manier. [verzoeker] had

los van de coronamaatregelen mij niet mogen kussen. Al bedoelde hij drie kussen, dan was

dit ongepast geweest. Aangezien wij, nogmaals, geen werkgerelateerde band hebben. Ik ken

die man niet. Hij had geen respect voor mij of mijn lichamelijke integriteit door zich af te

vragen of ik überhaupt zelf wel gekust wilde worden.

Hij heeft mij niet de kans gegeven om te weigeren of zelf aan te geven of ik, hem wel of niet

wilde kussen. Hij deed het gewoon . Hij had er namelijk lak aan want hij vond het blijkbaar

"oké". Aangezien hij zelf zei: “Ik mag dit niet doen, maar ik doe het toch” Wat [verzoeker] zijn bedoelingen ook zijn, hij had mij niet mogen aanraken op deze manier.

Ik weet dat hij mij geen drie kussen wilde geven anders had ik mijn gezicht niet naar links

hoeven te draaien. Dit deed ik vooral omdat ik zag aankomen dat [verzoeker] richting mijn mond

ging. Had hij mij drie kussen gegeven dan had ik mijn gezicht niet op die manier hoeven weg

te draaien. Ik draaide zowel mijn gezicht om en ik deed mijn handen ervoor om mezelf te

beschermen. Alsnog ging hij door.

Het gevoel wat hij mij heeft gegeven was verschrikkelijk. Ik voelde me zo onbeschermd en onveilig. Omdat ik niet voor mezelf de keus heb kunnen maken of ik hem wel of niet wilde kussen. Hij gaf mij die keus niet.”

3.8

[verzoeker] heeft een verklaring omtrent het incident van 25 mei 2021 opgesteld. Daarin verklaart hij onder meer:

Donderdag 27 mei kreeg ik deze brief per email waarin uiteen gezet werd wat de reden van het onslag op staande voet was, echter tot mijn grote verbazing las ik dat ik had toegegeven haar op de mond gezoend te hebben. Zelfs niets van wat ik had verteld kwam terug in deze samenvattende brief en ik heb direct daarop gereageerd met mijn antwoord het niet mee eens te zijn met de inhoud en dat mijn versie van het verhaal ontbrak. Om diezelfde reden heb ik het aangetekende poststuk geweigerd omdat ik niet ga tekenen voor iets waarmee ik het niet eens ben. (….)

Op maandag 31 mei heb ik bij de politie aangifte gedaan van belediging en aantasting van mijn eer en goede naam, iets wat ik nooit gedaan zou hebben als er maar iets van de beschuldiging waar zou zijn.

Toen ik in de week erna de uiteenzetting van de advocaat van Fujitsu en de verklaringen van [naam2] en [naam3] onder ogen kreeg, was ik met stomheid geslagen: hoe haalden zij het in hun hoofd om de feiten te verdraaien en zelfs aangeven dat ik iets bevestigd heb per email (d.d. 27-5) terwijl daarin het tegenovergestelde stond. Zeer onzorgvuldig!

Ook de verklaring van [naam1] verbaasde mij. Ja, wij hebben gesproken over het langzaam afbreken van het netwerk in [plaats1] alvorens ik haar een afscheidskus op de wang heb gegeven. Zij heeft haar handen niet voor haar gezicht gehouden maar reageerde alleen met: "Hier ben ik niet van gediend." Waarop ik zoals al beschreven mijn excuses heb aangeboden. Daarna heb ik niet iets over computers gemompeld, maar hebben we het nog even over de in te richten receptiedïenst in De Meern gehad. Ongeveer 5 á 10 minuten later ben ik naar de Meern vertrokken, een [functie2] achterlatend die op normate wijze, dus niet hevig geëmotioneerd, haar werk voortzette.

4 De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan

5 De beoordeling in hoger beroep

6 De beslissing