Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-11-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:9296, 200.303.156

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-11-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:9296, 200.303.156

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
1 november 2022
Datum publicatie
10 januari 2023
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:9296
Zaaknummer
200.303.156

Inhoudsindicatie

Hoger beroep uitspraak Scheidsgerecht Gezondheidszorg.

In een geschil tussen een internist-oncoloog en het ziekenhuis (MSB Amphia) heeft het Scheidsgerecht Gezondheidszorg een uitspraak gedaan en geoordeeld dat de opzegging van de (leden)overeenkomst door het ziekenhuis wegens medisch disfunctioneren niet onrechtmatig is geweest. Dit betekende concreet dat de internist-oncoloog niet meer aan het werk kon. In hoger beroep heeft het hof die uitspraak in stand gelaten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.303.156

(Scheidsgerecht Gezondheidszorg, kenmerk SG 21/04)

arrest van 1 november 2022

in de zaak van

1 [eiser] ,

wonende te [woonplaats1] ,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,

[eiseres] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

eisers tot vernietiging,

hierna: [eiser] en de praktijkvennootschap, tezamen [eiser] c.s.,

advocaat: mr. M.R. Lauxtermann,

tegen:

de coöperatie

Medisch Specialistisch Bedrijf-Amphia U.A.,

gevestigd te Breda,

gedaagde,

hierna: MSB Amphia,

advocaat: mr. J.L.G.M. Verwiel.

1 Het verloop van de procedure in hoger beroep

Naar aanleiding van het arrest van 22 februari 2022 heeft op 9 juni 2022 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag (proces-verbaal) gemaakt dat aan partijen is gezonden. Hierna hebben partijen het hof gevraagd arrest te wijzen.

2 De kern van de zaak

2.1

Vanaf 1 januari 2009 werkte [eiser] als [functie] in het Amphia ziekenhuis in Breda (verder: het ziekenhuis). [eiser] was ook opleider van onder meer arts-assistenten. [eiser] heeft met zijn praktijkvennootschap op 21 november 2017 met MSB Amphia een ledenovereenkomst gesloten (tevens houdende opdracht voor het verlenen van medisch specialistische zorg). In een besluit van 28 oktober 2020 heeft het bestuur van MSB de ledenovereenkomst opgezegd tegen 25 november 2020 vanwege, kort gezegd, disfunctioneren van [eiser] . [eiser] is toen ook de toegang ontzegd tot het ziekenhuis en de geautomatiseerde (patiënt)systemen. In april 2021 heeft [eiser] c.s. een procedure gestart bij het Scheidsgerecht Gezondheidszorg met onder meer als inzet een verklaring voor recht dat de opzegging van de ledenovereenkomst onrechtmatig is jegens [eiser] c.s., dan wel nietig of vernietigbaar is. In een arbitraal vonnis van 13 augustus 2021 heeft het scheidsgerecht de vorderingen van [eiser] c.s. afgewezen (wel dienden partijen nog met elkaar af te rekenen in het kader van het einde van de ledenovereenkomst) en hem veroordeeld in de proceskosten.

2.2

Met de dagvaarding van 15 november 2021 heeft [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij dit hof en vernietiging van het arbitraal vonnis gevorderd. Hij heeft een aantal bezwaren/vernietigingsgronden geformuleerd (onder A, B en C) en het een en ander toegelicht.

2.3

Het ziekenhuis heeft hierop gereageerd bij conclusie van antwoord en onder meer de ontvankelijkheid van [eiser] c.s. ter discussie gesteld en inhoudelijk gerespondeerd op de door [eiser] c.s. aangevoerde vernietigingsgronden.

3 Het oordeel van het hof

4 De beslissing